Twee kinderen spelen buiten met stoepkrijt

Tips van Mira Van Olmen om buiten te spelen

  • Gebruik een een berghok of kist voor speelgoed, natuurmateriaal, fietsjes, dekentjes, stoelen of relaxen, een box, een rugzak met al het nodige materiaal om op stap te gaan …
     
  • Voorzie ook verzorgingsmateriaal buiten onder een afdak of vlakbij de buitendeur: een verzorgingskussen, een microgolf om flesjes en papjes te warmen …
     
  • Verzamel laarzen voor stappertjes en peuters.  
    Regenbroeken en skipakken trek je over gewone kleren aan. Bovendien zijn ze waterdicht en skipakken zijn lekker warm. In de kinderopvang geven we vaak veel geld uit aan speelgoed. Skipakken en regenbroeken zijn eigenlijk ook speelgoed. Ze verhogen de buitenspeelkansen van kleine kinderen. De moeite dus om er wat budget voor te voorzien.
     
  • Maak van het aankleedmoment een activiteit. Je hebt even tijd voor individuele aandacht voor baby’s. Met een aankleedliedje wordt dit voor peuters een ideaal oefenmoment. Wanneer ze naar school gaan, kunnen de kinderen van jouw opvang al zelf mutsen opzetten en jassen en laarzen aan en uit doen.
     
  • In de zomer heb je schaduw nodig in de tuin. De beste schaduw is die van een boom. Heb je er geen, plant er dan één de eerstvolgende herfst. Een schaduwdoek, parasol, partytentje of een afdak kunnen ook helpen.
     
  • Baby’s steken alles in de mond, maar enkel die dingen waar ze aan kunnen. Leg in hun buurt gerust wat natuurmateriaal, maar groot en dik genoeg, zodat het niet in hun mondje past en ze er niet mee in hun keel kunnen steken. Grote dennenappels, grote ronde keien, een stevig stuk schors ...
    Meestal blijft het dan beperkt tot sabbelen. Een grassprietje, een klavertje, een madeliefje in de mond … kunnen eigenlijk geen kwaad.
     
  • Baby’s hoeven geen uren buiten te zijn. Als elke baby af en toe een kwartiertje naar buiten kan, is dat al een stap vooruit. Ze kunnen in kleine groepjes naar buiten, samen met enkele grotere kinderen en een begeleider.
     
  • Zoek actief naar helpende handen: (groot)ouders die even langer blijven als ze hun kind komen ophalen, stagiairs, vrijwilligers, buren, gepensioneerde onthaalouders … Iedereen die komt helpen, kan naar buiten met enkele kinderen, al is het een halfuurtje.