Van 1 tot 2 jaar
Kenmerkend gedrag
- Het kind begint zelfstandig te lopen.
- Het kind is nieuwsgierig en grijpt naar alle voorwerpen.
- Het kind gaat mee in de auto in een autostoeltje.
- Het kind bootst graag na.
Typisch ongeval
- Vallen van hoogte: trap, stoel, fietsstoel
- Knellen van vingertjes, handjes of voetjes tussen een autodeur of fietsspaak
- Vergiftiging
- Snijwonden
- Elektrocutie
- Verdrinking
- Bijtwonden door contact met dieren
Ongeval voorkomen
- Breng een antisliplaag aan onder het tapijt of berg het tapijt enkele maanden weg.
- Leer een kind de trap veilig op- en afgaan.
- Geef extra aandacht aan het balkon: zorg ervoor dat het kind nergens op kan klimmen (bv. vuilnisbak).
- Kies voor een veilig systeem om een kind mee te nemen met de fiets. Zorg er ook voor dat zijn voetjes niet tussen de fietsspaken kunnen raken.
- Zet een kind klikvast in een autostoeltje in de wagen en kijk bij het in- en uitstappen extra uit voor zijn voetjes en handjes.
- Hou geneesmiddelen, gevaarlijke producten en giftige planten buiten het bereik van een kind.
- Zet gevaarlijke voorwerpen achter slot. Bewaar giftige producten in hun oorspronkelijke verpakking met de verplichte veiligheidssluiting.
- Bewaar messen en scharen achter slot.
- Beveilig alle stopcontacten en verlengsnoeren die nog niet beveiligd zijn.
- Hou actief toezicht als een kind in de buurt van water komt (zwembad, plonsbad, zee, enz.).
- Gebruik veilige drijfmiddelen (zwembandjes, zwemvestjes, enz.).
- Let op in de nabijheid van dieren. Leer een kind dat het geen vreemde dieren mag aaien. Geef zelf het goede voorbeeld.