Afgekolfde melk geven
Hoeveel melk een kindje drinkt aan de borst, weet je niet precies. Ook als afgekolfde moedermelk aan een kindje gegeven wordt, let je best op de honger- en verzadigingssignalen. Zo leer je de voedingsbehoeften van je kindje beter kennen.
- Een baby van 3 maanden drinkt 500 ml à 900 ml per dag en jouw baby vraagt 10 keer borstvoeding. Dat is 50ml à 90 ml per voeding.
- Een baby van 5 maanden drinkt 500 ml à 900 ml per dag en jouw baby vraagt 6 keer borstvoeding. Dat is 85ml à 115 ml per voeding.
Toedieningswijze
Afgekolfde moedermelk kan op verschillende manieren aan je kindje gegeven worden. Afhankelijk van de leeftijd van het kindje, de portie moedermelk en de indicatie om afgekolfde moedermelk te geven, wordt gekozen voor een cupje, een voedingsspuitje, een bekertje, een borstvoedingshulpset of een zuigfles.
Bij borstvoeding is een kindje gewend aan een wisselende melkstroom. Het kindje moet eerst snel en oppervlakkig zuigen om de melkstroom op gang te brengen. Meteen na een toeschietreflex stroomt de melk krachtig, maar geleidelijk aan gaat de melkstroom trager tot druppelsgewijs stromen, om na een volgend toeschietreflex weer in kracht toe te nemen.
De melk uit een fles stroomt meteen en aan constante snelheid. Een kindje dat regelmatig een fles krijgt, kan tijdens de borstvoeding ongeduldig worden wanneer de melk nog niet of trager stroomt. Sommige kindjes zullen zelfs weigeren om nog te drinken aan de borst. Dit is zowel praktisch als emotioneel heel moeilijk en moeders kunnen zich afgewezen voelen. Daarom gaat de voorkeur naar andere toedieningswijzen dan een zuigfles.
Bij het toedienen van afgekolfde moedermelk let je erop dat het kindje zelf aanhapt en enkel melk krijgt wanneer het actief drinkt, net zoals aan de borst. Respecteer de pauzes die het kindje inlast. Wanneer een kindje gulzig drinkt, las je zelf regelmatig pauzes in.
- Gebruik, ongeacht de leeftijd van je baby, een speen met een kleine opening (pasgeborene of 0+).
- Hou de fles steeds horizontaal, zodat de melk trager stroomt.
- Las regelmatig een pauze in. Je kan de fles lager houden zodat de melkstroom even stopt. Houdt de fles terug hoger als je baby vanzelf terug begint te zuigen.
- Let op de verzadigingstekens en dwing je baby niet om alles op te drinken.
- Neem voldoende tijd om je baby te laten boeren.