Er bestaat geen richtlijn of regelgeving hoe vaak je best bij slapende kinderen gaat kijken, voelen en luisteren. De omstandigheden kunnen dagelijks verschillen: de leeftijd van de kinderen, hun slaapgewoontes of wenperiode, de temperatuur, … De aanpak kan verschillen per leefgroep, kind of dag.

Hoe pak je dat als organisator aan?

  • Je legt een eigen visie en aanpak vast, op basis van een risicoanalyse die rekening houdt met de context.  Je besteedt aandacht aan de risico’s en de noden van de kinderen en doet aanpassingen om de risico’s aanvaardbaar te maken.
  • Zorg ervoor dat alle medewerkers de afspraken naleven.
  • In een leefgroep met meerdere kinderbegeleiders maak je best heldere afspraken. Het kan bijvoorbeeld handig zijn om een tijd te plakken op het toezicht.

Enkele voorbeelden

  • Een baby laat je in de nabijheid in de leefruimte slapen zodat hij nooit uit het zicht is.
  • Voor een baby die te veel last heeft van de drukte in de leefruimte maak je een rustig hoekje waarop je toch voldoende toezicht kan houden.
  • Bij een baby die net in de opvang is of terugkomt na een periode van ziekte, ben je nog alerter.
  • Op hete zomerdagen verhoog je het toezicht.
  • Bij peuters kan het toezicht minder intensief maar als de peuters op veldbedjes slapen, blijf je best in de buurt.
  • Een peuter die wakker wordt van zodra je de deur van de slaapruimte nog maar open doet,
    • heeft misschien minder slaapbehoefte of geen nood aan een dutje op dat moment?
    • slaapt misschien beter in een rustruime waar minder kinderen liggen?
Kinderopvang voor professionelen

In het consultatiebureau worden geen diagnoses gesteld of behandelingen voorgeschreven. Dit schema geeft een overzicht weer van welke symptomen toegelaten zijn in het consultatiebureau. Omdat we kinderen alle kansen willen geven is het belangrijk voor hun welzijn en ontwikkeling dat ze tijdig gevaccineerd en opgevolgd worden.  

Als je kind niet toegelaten symptomen heeft, bel de Kind en Gezin-Lijn op 078/150100 om te verwittigen dat je niet op je afspraak zal zijn. Ze plannen dan zo snel mogelijk een nieuwe afspraak.

Toegelaten in consultatiebureau *

  • Lichte verkoudheid: neusloop en hoestje zonder koorts
  • Gekende chronische hoest (bij hyper-reactieve luchtwegen)
  • Chronisch lossere stoelgang of éénmalig waterige stoelgang
  • Gulpje teruggeven, braken als gevolg van gekende reflux

Niet toegelaten in consultatiebureau

  • Koorts (38°C of meer)*
  • Plots optredende hoest en/of ademhalingsmoeilijkheden
  • Plotse verandering van stoelgangspatroon met 3 of meer waterige stoelgangen per dag
  • Braken met bloed of herhaaldelijk braken (geen reflux)
  • Plotse huiduitslag of blaasjes

Dit schema is opgesteld door artsen van het agentschap Opgroeien, in samenspraak met de Vlaamse Vereniging voor Kindergeneeskunde, Paediatric Covid Task Force, en huisartsen van Domus Medica en BVAS.

* Als een kind op het consultatiebureau is en toch koorts blijkt te hebben, dan schat de arts in of het kind al dan niet gevaccineerd kan worden.

Bekijk hier de aanbevelingen om wel of niet naar de opvang te gaan.

Gezondheid

Het Vlaams Centrum voor Adoptie heeft op 19 juni 2023 het voornemen geuit tot erkenning van adoptiedienst Het Kleine Mirakel. Dit is echter nog een voornemen en geen definitieve beslissing. De volgende vragen en antwoorden zijn dus onder voorbehoud tot wanneer het voornemen tot erkenning ook een definitieve erkenning wordt. 

Erkenning interlandelijke adoptiedienst
  • Het Kleine Mirakel zet zeer sterk in op de zorg en begeleiding van alle adoptiebetrokkenen, wat noodzakelijk is doordat meer en meer kinderen met specifieke zorgnoden interlandelijk geadopteerd worden.
  • De adoptiedienst heeft reeds veel ervaring met de werking rond reversed flow’. Dan wordt de vraag voor een plaatsing via interlandelijke adoptie gesteld door het herkomstland zelf, wat een belangrijk principe is voor de toekomst van interlandelijke adoptie in Vlaanderen.
  • In de toekomst wil Het Kleine Mirakel een multidisciplinaire werking aanbieden om adoptiegezinnen zo professioneel en kwaliteitsvol mogelijk te begeleiden.

Het Vlaams Centrum voor Adoptie zal, in nauw overleg met Het Kleine Mirakel, de toekomstige werking van de nieuwe dienst nauwgezet opvolgen. 

Waarom Het Kleine Mirakel?

Op 24 mei 2019 besliste de Vlaamse Regering dat er vanaf 2023 nog maar één dienst voor interlandelijke adoptie wordt erkend (zie artikel 25 en 26 van Besluit Vlaamse Regering). De reden hiervoor is dat 1 interlandelijke adoptiedienst beantwoordt aan de huidige realiteit in Vlaanderen en Brussel. Het aantal interlandelijke adopties per jaar is beperkt en de complexiteit ervan neemt toe. Het is daarom belangrijk middelen en expertise te bundelen om:

  • een professionele werking te garanderen,
  • adoptiebetrokkenen de best mogelijke zorg en begeleiding te bieden.
Waarom Het Kleine Mirakel?

Aangezien VIA vzw tijdig bewaar heeft ingediend, kan ook het voornemen tot erkenning van Het Kleine Mirakel nog niet definitief van kracht worden. De periode van overgangsmaatregelen blijft ondertussen verder lopen.

De Adviescommissie WVG verklaarde dit bezwaar gegrond op 9 november 2023. 

Hierdoor ging het dossier naar minister Hilde Crevits die op 15 december 2023 besliste om geen nieuwe dienst voor interlandelijke adoptie te erkennen tot wanneer het nieuwe decreet voor interlandelijke adoptie definitief is goedgekeurd. Pas nadien zal de nieuwe oproep opgestart worden. 

Waarom Het Kleine Mirakel?
Abonneer op