Twee keer per jaar verandert het uur. Sommige kinderen passen zich vanzelf aan het nieuwe ritme aan. Andere hebben wat meer tijd nodig om te wennen.
Je kind voorbereiden
- Bij de kleinste baby’s bepalen slaapsignalen en voedingsmomenten het ritme van de dag. Daardoor ondervinden ze meestal weinig hinder van de omschakeling.
- Bij baby's en peuters kan de overgang wel invloed hebben. Je kan het makkelijker maken door in stapjes te werken. Schuif 2 à 3 dagen vooraf de eetmomenten, dutjes en bedtijd elke dag 10 à 15 minuten later (bij wintertijd) of vroeger (bij zomertijd). Zo verschuift het ritme geleidelijk, en hoeft je kind niet in één keer aan een uur tijdsverschil te wennen. Deze techniek kan je ook na het verzetten van de klok nog gebruiken zodat je na een aantal dagen een uur bent opgeschoven.
- Je kan er ook voor kiezen dit niet voor te bereiden en meteen mee te gaan met het nieuwe uur. Vanaf het uur verzet is, volg je dan de klok. Het kan wat zoeken zijn met de slaaptijden, maar na een paar dagen heeft je kind het nieuwe ritme meestal te pakken.
- Accepteer dat de aanpassing even kan duren en blijf rustig. Gaat het inslapen bij de zomerwissel wat moeilijker. Of is je kind bij de winterwissel ‘s morgens vroeger wakker? Dat is normaal. Blijf rustig en vertrouw erop: met wat tijd en rust vindt je kind het ritme weer terug.
Wintertijd
Met de wintertijd komen de korte dagen en knusse avonden. We zetten de klok één uur achteruit: 3 uur wordt 2 uur. Sommige kinderen hebben even tijd nodig om te wennen aan het nieuwe ritme van de wintertijd, bij anderen net heel vlot en pikken snel het nieuwe ritme op. Je kind kan ’s avonds moe zijn vóór bedtijd en over de slaap heen zijn als het dan effectief bedtijd is. ’s Ochtends kan je kind vroeger wakker zijn.
Hou het vertrouwde bedtijdritueel aan. Een vaste volgorde bij het slapengaan helpt je kind beter in slaapmodus te komen. Eerst pyjama aan, dan tanden poetsen, een verhaaltje voorlezen en een liedje zingen bijvoorbeeld. Door telkens dezelfde volgorde aan te houden, kan je kind rustiger en vlotter in slaap vallen.
Zomertijd
Zomertijd is iets om naar uit te kijken, met langere en lichtere dagen. Als de zomertijd ingaat, zetten we de klok één uur vooruit: 2 uur wordt 3 uur. Gevoelsmatig betekent dit een uur vroeger opstaan en gaan slapen.
’s Avonds helpt het om in de woonkamer de gordijnen wat sneller dicht te doe en het licht te dimmen. De dag afbouwen helpt om ontspannen te gaan slapen. Zet in op rustgevende activiteiten en bewaar actieve spelletjes voor de nieuwe dag. Rust en schemer brengen de slaaphormonen op gang.
Hou het vertrouwde bedtijdritueel aan. Een vaste volgorde bij het slapengaan helpt je kind beter in slaapmodus te komen. Eerst pyjama aan, dan tanden poetsen, een verhaaltje voorlezen en een liedje zingen bijvoorbeeld. Door telkens dezelfde volgorde aan te houden, kan je kind rustiger en vlotter in slaap vallen.
Maak het echt donker in de slaapkamer van je kind. Het daglicht bij bedtijd in de zomertijd kan ervoor zorgen dat je kind moeilijker in slaap valt. Verduisterende gordijnen kunnen hierbij helpen.
Zorg ‘s ochtends voor veel daglicht en zuurstof en zorg al vroeg voor beweging of iets actiefs. Dit help om aan te passen aan het nieuwe ritme. Probeer vaak naar buiten te gaan met je kind als dat kan.
Slapen