De meeste moeders kiezen ervoor hun pasgeboren baby de eerste tijd uitsluitend borstvoeding te geven. Maar wat als de melkproductie niet op gang komt? Of het afkolven niet altijd mogelijk is.
Borstvoeding FlesvoedingAlgemeen genomen, wordt een tepelhoedje afgeraden. Pijnlijke tepels worden meestal veroorzaakt door fout aanliggen of aanhappen en dan is het verbeteren van de aanlegpositie de meest aangewezen oplossing. Bovendien kunnen volgende problemen zich voordoen bij gebruik van een tepelhoedje:
- verminderde melkinname door je baby
- verminderde melkproductie
- meer kans op borstontsteking
- in stand houden van pijnlijke tepels wanneer er onvoldoende borstweefsel in de mond genomen wordt
- bijkomende beschadiging van de tepel indien de maat van het tepelhoedje niet aangepast is aan de vorm van de tepel
- gewenning waardoor baby niet meer rechtstreeks aan de borst wil
In sommige gevallen van ernstige tepelproblemen kan een tepelhoedje wel een tijdelijke oplossing bieden op voorwaarde dat mama en baby deskundig begeleid worden zodat verantwoord en correct gebruik verzekerd is.
BorstvoedingHoe gebruik je correct een tepelhoedje
- Kies voor een dun tepelhoedje in silicone in de juiste maat
- Draai de basis van het tepelhoedje binnenstebuiten alvorens het aan te brengen
- Bevochtig eventueel de randen zodat het beter op zijn plaats blijft
- Laat je baby diep aanhappen zodat het mondje zich niet sluit op het speentje en hij niet enkel op het tepelhoedje zuigt
- Controleer je borsten op harde plekken (verstopte melkkanalen)
- Controleer het gewicht van je baby om de 3 dagen tot de melktoevoer stabiel is
- Laat je begeleiden als je baby weer rechtstreeks aan de borst kan
Onderhoud tepelhoedje
- Steriliseer het tepelhoedje voor het eerste gebruik.
- Na gebruik grondig reinigen met water en zeep, afspoelen en droog bewaren
- Soms kan steriliseren voor het volgende gebruik wenselijk zijn
Borstvoeding geven heeft geen nadelig effect op de vorm van de borsten. Factoren die wel een invloed hebben op het doorhangen van de borsten zijn: overgewicht, roken, de leeftijd, een grote maat van de borsten vóór de zwangerschap en het aantal zwangerschappen. Terwijl elke volgende zwangerschap de borsten meer kan doen doorhangen, blijkt borstvoeding dit effect niet te verergeren.
Borstvoeding Zwangerschap en geboorteJe kind drinkt voldoende wanneer:
- Gemiddeld 6 tot 8 x per dag (de eerste weken 8 tot 12 x) drinkt
- Ritmisch zuigt en luid slikt tijdens de voeding
- Minstens 6 plasluiers per dag heeft en zijn urine kleurloos tot lichtgeel is
- In de eerste weken regelmatig stoelgangluiers heeft (3 à 4x per dag)
- Het voldoende bijkomt in gewicht
- Het er levendig, tevreden en gelukkig uitziet
Ja. De zonnebank beïnvloedt noch de productie noch de samenstelling van moedermelk.
- Je tepels verbranden makkelijk. Wees dus voorzichtig.
- Neem je kind nooit mee onder de zonnebank.
Een geleidelijke gewichtsafname door een verminderde calorie-inname heeft geen nadelig effect op de hoeveelheid of kwaliteit van de moedermelk. Drastisch op dieet gaan tijdens de borstvoedingsperiode is echter af te raden:
- als je te snel vermagert, zullen afvalstoffen die opgeslagen zijn in de vetreserves (vb.dioxines), vrijkomen en in de moedermelk terecht komen.
- een sterk verminderde calorie-inname kan de kind onrustig maken en onvoldoende gewichtstoename veroorzaken.
Je vindt heel wat tips om om te gaan met driftbuien bij de pagina over peuterpuberteit.
OpvoedingRond de leeftijd van 8 maanden begint je kind voor het eerst verdrietig te reageren als vertrouwde mensen uit zijn of haar omgeving weggaan. Dit wordt ‘scheidingsangst’ genoemd.
Deze angst is meestal het hevigst tussen 8 en 18 maanden. Je kind ziet jou weggaan, maar weet nog niet of en wanneer je terugkomt. Je kind voelt zich veilig bij jou en plots valt die veiligheid weg. Dat kan soms hevige reacties teweegbrengen.
Wanneer je kind jou ziet verdwijnen, begint hij of zij te huilen. Je kind wil niet meer naar de opvang of wil niet meer alleen gaan slapen. In deze periode kan het gebeuren dat je kind ’s nachts wakker wordt en begint te huilen.
Scheidingsangst komt bij ieder kind voor, maar het ene kind reageert angstiger dan het andere. Deze angst is een voorbijgaande fase in de ontwikkeling. Bij het ene kind duurt het langer dan bij het andere kind. Scheidingsangst zal niet plots weg zijn en kan blijven tot de leeftijd van 3 jaar.
- Vanaf de leeftijd van 2,5 jaar kunnen kinderen zich over het algemeen behoorlijk veilig voelen in aanwezigheid van ‘vreemde’ personen.
- Bij jongere kinderen duurt de gewenningsperiode bij vaag bekende personen langer.
- Rond de leeftijd van 4 jaar zal je kind steeds beter tegen een korte scheiding van zijn ouders kunnen. De omgeving wordt vertrouwder, je kind is zelfredzamer geworden en kan al beter praten.
Thuis
Scheidingsangst kan worden verminderd als je niet fysiek aanwezig bent in dezelfde kamer, maar wel bv. in de kamer ernaast. Nog wat rommelen, zingen... helpt je kind over zijn of haar angst heen: je kind merkt dat er toch nog iemand in de buurt is.
Tip: Kiekeboespelletjes leren een kind dat als hij of zij iemand even niet ziet, die persoon er toch nog is én ook weer terugkomt.
In de opvang of bij de oppas
Het is belangrijk als ouder dat je niet toegeeft aan die angsten van je kind en dat je je kind nog met een gerust hart kunt achterlaten.
- Probeer duidelijk afscheid van je kind te nemen. Hoe klein hij of zij nog is, vertel waar je naartoe gaat en dat je straks terugkomt.
- Kordaat zijn maakt het afscheid draaglijker. Blijf niet treuzelen bij het afscheid. Ook al ben je zelf van streek, je kind heeft jouw vertrouwen nodig om met het afscheid om te kunnen gaan.
- Een dikke knuffel van jou en eventueel een knuffeltje van je kind kan helpen als troost. Meestal zal je kind na korte tijd vanzelf ophouden met wenen.
Tip: Je kan bij de oppas elke keer iets langer wegblijven, zodat het kind stapsgewijs leert om gescheiden te zijn.
OpvoedingVanaf gemiddeld 2 - 2,5 jaar slagen kinderen erin om hun autogordel los te maken en proberen ze dit ook graag eens uit. Het is belangrijk om goed uit te leggen dat de gordel altijd aan moet voor de veiligheid.
-
Als je zelf altijd het goede voorbeeld geeft, is de kans groter dat je kinderen je volgen en de gordel als iets vanzelfsprekend gaan beschouwen.
-
Misschien kan je je kinderen wanneer je thuis aangekomen bent, laten spelen met de gordel. Maar vertel er heel duidelijk bij dat dit niet kan in een rijdende auto.
Was als het toch moeilijk verloopt?
-
Bereid kinderen goed voor op een autorit: vertel waar je naartoe gaat en hoe lang het duurt.
-
Het beste kan je duidelijke regels stellen over de veiligheid in de auto. Als je kind er rijp voor is, kan je afspraken maken met je kind over tot welk moment de gordel aan moet blijven. Zo kan je bijvoorbeeld afspreken dat de gordel aanblijft tot je de motor afzet en het teken geeft dat de gordels los mogen.
-
Help je kinderen zoeken naar activiteiten die wel mogen in de auto.
-
Als je merkt dat je kind toch de autogordel wil losmaken tijdens het rijden, herinner je hem of haar aan de regels en zet je de auto aan de kant om je kind weer veilig vast te maken.
Weet dat je tijdens de borstvoeding niet moet vasten. Neem een beslissing die voor jou goed aanvoelt. Sta achter je keuze en luister naar je lichaam. Voel je niet schuldig als het niet zou lukken. Je mag stoppen met vasten. Je mag ook het vasten een dag of een paar dagen onderbreken. Tijdens het vasten kan de melkproductie verminderen door de vermoeidheid en het minder frequent aanleggen.
BorstvoedingTips voor de vastende borstvoedende mama
-
Probeer overdag te rusten, zo spaar je energie.
-
Neem ’s nachts verschillende kleinere gezonde maaltijden verspreid over de nacht.
-
Eet gezond: gebruik voldoende vers fruit en verse groenten. Beperk vette bereidingen en suikers.
-
Drink gezond: liefst water, groentesap of een glas vers fruitsap.
-
Gebruik eventueel dagelijks een vitaminesupplement.
-
Drink en eet zeker nog iets voor zonsopgang.
-
Bij lagere melkproductie kan je ’s nachts kolven om overdag bij te voeden, als dit nodig is. Lees meer over manueel kolven en gebruik van kolfapparaten of vraag raad aan je verpleegkundige.
-
Je kan voor de ramadan ook afkolven om wat reserves in de diepvriezer te hebben.
-
Observeer je urine (hoeveelheid en kleur). Drink meer ’s nachts als de hoeveelheid urine in de dag dag en/of nacht sterk vermindert en donkerder kleurt.
Tips voor je kind
- Observeer je kind en geef vaker borstvoeding. Let hierbij op de vroege hongersignalen. Je kind kan ook vaker nachtvoeding vragen.
- Kinderen ouder dan 6 maanden kunnen overdag vaste voeding eten.
- Volg het gewicht goed op.
- Observeer zijn urine en stoelgang:
- Hoeveelheid plasluiers
- Kleur van de urine (moet helder blijven)
- Bij twijfel neem contact op met de Kind en Gezin-lijn.