Met de auto

Een aangepast kinderbeveiligingssysteem voor vervoer in de auto is verplicht in België voor kinderen jonger dan 18 jaar en kleiner dan 1,35 meter. Klik je kind in het zitje en het zitje zelf altijd vast, ook voor korte afstanden. Geef ook zelf het goede voorbeeld en klik je gordel altijd vast.

Is je kind kleiner dan 1,35 meter, dan moet je hem of haar altijd in een kinderzitje vervoeren dat is aangepast aan zijn of haar lengte of gewicht op dat moment.

Je kan controleren of de lengte en/of het gewicht van je kind binnen de limieten valt op het oranje label dat ieder kinderzitje verplicht moet dragen.

Er bestaan verschillende soorten kinderzitjes. Bekijk het overzicht op de website Veilig Verkeer.  

Er zijn 2 Europese normen van toepassing voor het veilig vervoer van kinderen in de wagen:

1. norm ECE/R44 voor de klassieke autostoelen
2. de i-Size norm.

Bij de aankoop van een tweedehandszitje moet je goed op het keurmerk letten. De oudere keurmerken R44-01 en R44-02 voldoen niet meer aan de huidige veiligheidsnormen. Het moet R44-03 of 04 zijn of i-Size.

• Kinderzitjes zijn alleen veilig als je ze op de juiste manier bevestigt in de auto, volgens de handleiding. Dat kan heel verschillend zijn bij de verschillende soorten en merken. Sommige merken hebben op hun website handige filmpjes staan van hoe je hun specifieke types correct installeert in de auto.
• Sommige kinderzitjes moet je met de veiligheidsgordel vastmaken in de auto. Andere hebben Isofix-bevestigingshaken. Die informatie staat altijd in de handleiding.
• Sommige zitjes moet je tegen de rijrichting plaatsen en andere met de rijrichting mee. Ook dat lees je in de handleiding.

• Vraag wat praktische uitleg of een demonstratie in de winkel waar je een kinderbeveiligingssysteem aankoopt. 
• Test het zitje in je auto. Zo zie je of de veiligheidsgordel lang genoeg is om het zitje correct vast te maken.
• Oefen bij een babyzitje het installeren al een paar keer voor je het echt nodig hebt.
• Gebruik geen tweedehandszitje als je niet weet wat ermee gebeurd is. Na een ongeval kan het immers onzichtbaar beschadigd zijn.

• Kinderen mag je zowel voorin als achterin de auto vervoeren. De zitplaatsen achterin de wagen zijn het veiligst. Als je alleen met baby reist verkies je mogelijks het zitje toch vooraan te plaatsen om oogcontrole te kunnen hebben. Zet dan nooit een zitje tegen de rijrichting op een plaats waar een frontale airbag actief is.
• Ze moeten altijd in een aangepast kinderzitje zitten of de veiligheidsgordel dragen (vanaf 1,35 meter).
• Bij zitjes tegen de rijrichting, moet je altijd de frontale airbag uitschakelen als je het zitje op de passagierszetel voorin zet.
• Autostoeltjes voor de allerkleinsten moeten altijd tegen de rijrichting in geplaatst worden. Zo wordt bij een aanrijding de slag opgevangen door de rug en niet door de nek.
• Je mag evenveel personen vervoeren als er zitplaatsen zijn in je auto (= aantal autogordels). Ieder kind dat je vervoert, moet op een volwaardige zitplaats zitten.
• Gebruik een autostoel niet als kinderstoel of relax. Om de motorische ontwikkeling van je kind te stimuleren en geen voorkeurshouding te creëren (met risico op afplatting van het hoofdje) moet je baby namelijk meer ruimte en bewegingsvrijheid hebben, kunnen rondkruipen, draaien en keren in de babybox of op de speelmat. Meer tips.

• Zorg ervoor dat je kind correct vastgeklikt is in het zitje. Een overzicht met tekeningen vind je op de website van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde. 
• Neem tijdens de autorit je kind nooit op schoot. Zet je kind altijd vast in een autostoeltje of verhogingskussen.
• Laat je kind nooit alleen in de wagen!
• In de auto kan het warm worden, ook in de winter. Hou de temperatuur in de gaten. Pas ook op voor tocht.
• Doe de dikke jas van je kind uit, voor je je kind vastklikt in zijn of haar autostoel. Een dikke jas zorgt namelijk voor te veel speling tussen de gordel en het lichaam, waardoor het hoofd en de nek van je kind veel te ver vooruit geslingerd worden als het mis gaat. Voor volwassenen geldt uiteraard hetzelfde: doe je winterjas uit voor je in de auto stapt en je je vastklikt.
• Controleer iedere keer of er niet meer dan 1 cm speling zit tussen het lichaam en de riempjes als je je kind vastklikt in een autostoel.
• Is het erg koud? Leg dan een dekentje over je vastgeklikte kind. 

Plan je een lange autorit? Lees dan onze tips voor onderweg. 

• Is je kind gevoelig voor wagenziekte, laat hem of haar dan niet in boekjes kijken tijdens de rit. Dit lokt misselijkheid uit. Vertel zelf een verhaaltje, speel kinderliedjes of laat je kind naar buiten kijken.
• Laat je kind niet te veel eten voor en tijdens de rit. Kies kleine, licht verteerbare maaltijden.
• Neem voldoende handdoeken, een emmertje en propere kleding mee.
• Helpen deze tips niet, bespreek dan het probleem met de behandelend arts.

De Vlaamse regering verbiedt roken in de auto in bijzijn van kinderen. Wie in zijn of haar  wagen rookt in het bijzijn van kinderen tot 16 jaar kan daarvoor een boete krijgen van de politie of de milieu-inspectie.

Het rookverbod geldt ook voor elektronische sigaretten.

Ook in Wallonië, Frankrijk, Italië ... is er een rookverbod in de wagen als kinderen meerijden.