Waarom vaccineren?

Het is belangrijk om je kind te laten vaccineren om hem of haar te beschermen tegen gevaarlijke infecties. Hoe langer je wacht, hoe groter de kans dat je kind de infectie ondertussen oploopt. Een infectie kan levensbedreigend zijn of ernstige letsels als gevolg hebben. De vaccinaties beschermen bovendien niet alleen je kind, maar ook je gezin en de omgeving.

1. Elk pasgeboren kind heeft antistoffen meegekregen van de moeder, maar die beschermen de baby niet maandenlang.
2. Blootstelling aan een ernstige ziekte is vaak oncontroleerbaar en onvoorspelbaar, daarom kan je je kind best tijdig laten inenten. 
3. Infectieziekten (waaronder ook de 'kinderziekten') zijn niet altijd onschuldig. Soms veroorzaken ze blijvende letsels of kan een kind zelfs overlijden. 
4. Vaccinaties beschermen een kind tegen deze infectieziekten. Het lichaam bouwt antistoffen op en zo heeft je kind veel minder kans om die ziekten te krijgen. De bescherming is groot, maar niet 100%.

Hoe beter de bevolking is gevaccineerd, hoe minder gemakkelijk een ziektekiem zich kan voortzetten. 

Ook personen die niet ingeënt kunnen worden, bijvoorbeeld personen met een sterk verminderde weerstand, lopen minder kans om besmet te worden. Ze zijn onrechtstreeks beschermd door de hoge vaccinatiegraad van de totale bevolking.

1. Vaccinaties versterken de natuurlijke weerstand tegen ziekten, onder andere door de opbouw van antistoffen. Het lichaam kan die bijna onbeperkt aanmaken. Vaccinatie is de eenvoudigste, veiligste en goedkoopste manier om antistoffen te krijgen. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat vaccinaties de natuurlijke afweer van een kind niet verstoren. 
2. Vaccinatie brengt geen gevaar op overbelasting van het immuunsysteem van baby’s met zich mee.
   Een kind gebruikt slechts 0,1% van zijn immuunsysteem om te reageren op een vaccinatie. Bovendien gebeurt de productie van vaccins steeds verfijnder, waardoor de huidige vaccins zuiverder zijn dan vroeger. Per vaccin bevatten ze minder antigenen en minder lichaamsvreemde eiwitten. Het antigen is de materie van ziektekiemen (eiwitten of suikerketens) die bij vaccinatie in het lichaam gebracht wordt. Door het gebruik van combinatievaccins worden nu meer vaccins per consult toegediend dan vroeger, maar is de blootstelling aan antigenen toch lager gebleven dan vroeger.
3. De opgebouwde immuniteit na het doormaken van een infectie is groter dan na een vaccinatie, maar het doormaken van de infectie houdt veel meer risico’s in dan de mogelijke nevenwerkingen van een vaccin. Op natuurlijke wijze antistoffen opbouwen, is dus af te raden.