De medisch-sociale schaal

Welke fysieke en/of geestelijke beperkingen in het functioneren zijn er bij je kind aanwezig ten gevolge van een aandoening, beperking of mogelijke handicap? Welke ondersteuning heeft je kind hierdoor nodig? Wat zijn de gevolgen daarvan voor het dagelijkse leven van je kind en van je gezin? Om dat te beoordelen, gebruikt de evaluerend arts een erkend instrument: de medisch-sociale schaal.

De medisch-sociale schaal bestaat uit drie pijlers en een aantal vaste criteria:

  • De lichamelijke en geestelijke gevolgen van de aandoening of beperking.
    • ​​​​​De arts bepaalt het ongeschiktheidpercentage van je kind op basis van de pediatrische lijst (BVR zorgtoeslag) en de Officiële Belgische schaal ter bepaling van de graad van invaliditeit (OBSI). 
    • Het percentage wordt omgezet in een puntenscore van 0 tot 6 punten.
  • De gevolgen van de aandoening of beperking voor het functioneren van je kind in het dagelijks leven en de participatie aan de maatschappij. Het gaat hier om ondersteuningsnoden van je kind op het vlak van: 
    • leren, opleiding en sociale integratie
    • communicatie
    • mobiliteit en verplaatsing
    • zelfverzorging
  • De gevolgen van de aandoening of beperking van je kind op het functioneren van de familiale omgeving in het dagelijks leven en de participatie aan de maatschappij. Het gaat hier om ondersteuningsnoden op het vlak van:
    • het opvolgen van de behandeling thuis
    • verplaatsingen voor medisch toezicht en behandeling
    • aanpassingen van leefomgeving en leefwijze.

 

De medisch-sociale schaal met informatie over de verschillende pijlers van kind en familie

Pijler 3

Opgelet: De punten in pijler 3 worden altijd maal twee gedaan om het totale aantal punten voor pijler 3 te berekenen.

Je kind kan in totaal maximaal 36 punten scoren. Hoe hoger de score, hoe hoger het bedrag van de zorgtoeslag.

Je kind heeft recht op een zorgtoeslag als het

  • minstens 4 punten behaalt in pijler 1
  • of minstens 6 punten in de drie pijlers samen.