- 29/12/2025 - 01:06
Een knuffeldoekje of kleine knuffel kan je baby helpen om rust te vinden. De knuffel ruikt vertrouwd en voelt zacht aan, waardoor je baby zich makkelijker veilig en geborgen voelt. Dat kan helpen bij ontspannen, troosten en in slaap vallen.
Vanaf een jonge leeftijd kan een baby het fijn vinden iets zachts vast te houden. Later wordt het doekje een herkenbaar troostobject dat helpt bij spannende momenten, nieuwe situaties of bij het slapen. Het geeft houvast en maakt overgangen voorspelbaarder.
Een knuffeldoekje met de vertrouwde geur van thuis kan voor je kind een stukje geborgenheid vormen dat overal mee naartoe kan.
Een knuffeldoekje kan helpen om:
- te kalmeren en emoties te reguleren: een doekje voelen of vasthouden helpt je baby tot rust te komen. De vertrouwde geur en zachte textuur geven extra troost, vooral voor jonge baby's die veel nieuwe indrukken verwerken.
- een vertrouwd ritueel te creëren: door het doekje steeds bij rustmomenten of bij het slapen te gebruiken, leert je baby dat dit een teken is om te ontspannen en dat het tijd is om te slapen.
- overgangen makkelijker te maken: een knuffeldoekje kan houvast geven bij het in slaap vallen, een dutje doen in een nieuwe omgeving of wennen aan de opvang
- troost te bieden: een knuffeldoekje kan je baby helpen zich veilig en gerustgesteld te voelen wanneer die zich niet goed voelt, bijvoorbeeld door ziekte, vermoeidheid of spanning, of wanneer jij er even niet bent.
- zelfregulatie te ondersteunen: door te voelen, vasthouden of sabbelen op het doekje kan je baby zichzelf stapje voor stapje leren kalmeren.
Niet elk kind ontwikkelt een gehechtheid aan een knuffel of doekje, dat is heel individueel. Sommige baby's vinden al vanaf jonge leeftijd troost in een doekje, anderen hebben er minder behoefte aan.
Lees hier over het veilig gebruik van een knuffel
SlapenVeel baby’s vallen heerlijk in slaap in je armen. Maar wat doe je als je je baby in zijn bedje wil leggen en meteen wakker schrikt? Deze tips kunnen helpen om dat rustiger te laten verlopen:
Je baby zacht en ondersteund neerleggen
Wanneer je je baby op zijn rug neerlegt, kan de schrikreflex geactiveerd worden. Dan schieten de armpjes omhoog en wordt je baby wakker. Je kan dit verminderen door je baby op een andere manier neer te leggen:
- Houd je baby dicht tegen je aan en buig langzaam voorover in het bedje.
- Leg je baby langzaam neer. Om de schrikreflex te voorkomen kan je een van deze twee manieren van neerleggen proberen:
- Voetjes-eerst: laat eerst de voetjes de matras raken, daarna de billen, de rug en pas als laatste het hoofdje. De omgekeerde volgorde kan je baby doen wakker schrikken.
- Eerst-op-de-zij: laat eerst de zij van je baby de matras raken, houd armen en benen dicht bij het lijfje en draai dan voorzichtig op de rug.
- Blijf na het neerleggen nog even contact maken met je handen op de buik en het hoofd. Je aanraking geeft geruststelling. Haal je handen daarna langzaam weg.
- Het is niet erg als je baby even de ogen opent of beweegt. Je baby voelt je aanwezigheid, hoort je stem en dat stelt gerust. Zachtjes 'sshh' zeggen of je baby wiegen met je hand op de buik helpt vaak om terug in te dommelen.
Je kan deze manier van zacht en ondersteunend neerleggen ook toepassen als je je baby wakker in zijn bedje neerlegt.
Wachten tot je baby dieper slaapt
In de eerste maanden slapen baby’s eerst licht en komen pas na ongeveer twintig minuten in een diepere slaap. Als je tot dat moment wacht, is de kans kleiner dat je kleine baby wakker wordt zodra je die neerlegt. Je merkt dat je baby dieper slaapt wanneer de ademhaling rustiger en regelmatiger wordt en het lijfje helemaal ontspant. De 'slappe-armtest' kan helpen: til voorzichtig een armpje op. Hangt het slap naar beneden, dan is je baby in diepe slaap en lukt het slapend neerleggen meestal makkelijker.
Het is heel normaal dat baby’s soms onrustig reageren als je hen op de rug in bed legt. Deze tips helpen om je baby rustiger neer te leggen en meer comfort te geven bij het slapengaan.
Voor het neerleggen
- Gebruik een voorspelbaar slaapritueel: verluieren, slaapzakje aandoen, even knuffelen, licht dimmen, rust in de kamer. Herhaling geeft houvast, helpt je baby ontspannen en maakt de overgang naar slapen makkelijker.
- Let op slaapsignalen: wegkijken, wrijven in de ogen, gapen, jengelen ... Leg je baby te slapen bij de eerste tekenen van vermoeidheid. Als je baby te moe is, zal inslapen vaak moeilijker verlopen.
- Breng je baby eerst tot rust in je armen. Je baby op zijn zij in je armen houden bootst de vertrouwde ronde, gebogen houding na die baby’s kennen van in de buik en kan helpen ontspannen.
- Je baby een knuffeldoekje geven bij het slapengaan biedt geborgenheid en houvast.
- Ontspan en straal zelf rust uit: jouw stemming beïnvloedt je baby. Adem rustig en neem de tijd.
Het neerleggen zelf
Een baby vanuit je armen in bed leggen is best een grote overgang voor je baby.
- Om de schrikreflex te voorkomen, kan je je baby zacht en ondersteund neerleggen.
- De zijligging kan gebruikt worden om te troosten of rust te brengen, maar is geen veilige slaaphouding. Rugligging is de enige veilige slaaphouding.
- Blijf even aanraken: leg een hand op de buik of borst en rond het hoofdje. Dit geeft geborgenheid en helpt je baby wennen aan liggen in het bedje .
Door je baby op deze manier neer te leggen ervaart die een natuurlijke beweging, voelt zich veilig en begrijpt gemakkelijker wat er gebeurt. Dit is een lichaamsgerichte techniek, vooral geschikt voor heel jonge baby’s die snel schrikken.
Rust bieden bij het inslapen
- Blijf bij je baby als die dat nodig heeft. Help je baby zo ervaren dat het bedje een fijne plek is waar je rustig in slaap kan vallen. Help je baby ontspannen met een zachte 'sshh'-klank, rustig toespreken, wrijven over het buikje of je baby zachtjes wiegen met je hand.
- Vertrouwde geuren helpen. Je kan het hoeslaken van het babybed een nacht bij je houden zodat het je geur opneemt of het knuffeldoekje van je baby bij je dragen voordat je het aan je baby geeft bij het slapengaan .
- Als je baby onrustig blijft: adem rustig, til je baby op en troost in je armen. Probeer opnieuw zodra je baby kalmer is zonder te forceren. Bedoeling is je baby helpen ervaren dat het bedje een fijne plek is waar je baby zich veilig voelt.
- Soms lukt het slapen in het bedje niet, bijvoorbeeld bij dutjes overdag. Je kan dan een slaapje aanbieden in de wandelwagen of draagdoek. Dit geeft je baby rust en kan helpen om later beter in bed te slapen.
- Wanneer je als ouder steun ervaart en rust kunt vinden, helpt dat je baby ook om rustig te slapen. Je hoeft het niet alleen te doen, zoek hulp, neem tijd voor jezelf, en geef jezelf en je baby de ruimte om rustig te groeien in jullie slaapritueel.
Wanneer het moeilijk blijft.
Baby’s hebben tijd nodig om aan een slaaproutine te wennen. Blijf voorspelbaar: ritueel, slaapsignalen volgen, je baby de nodige troost en steun bieden. Maak je je zorgen of worstel je al lang met slapen? Dan kan je terecht bij Kind en Gezin voor extra ondersteuning.
Veilig slapen’s Nachts voor je baby zorgen hoort bij het ouderschap: voeden, troosten en tegelijk zelf proberen voldoende rust te krijgen. Die momenten kunnen intens zijn, zeker in de eerste maanden als je baby je vaak nodig heeft en je vermoeid bent. Veel ouders dommelen tijdens het voeden of troosten onbedoeld even weg, of overwegen hun baby mee in bed te nemen. Om ongevallen tijdens de slaap te voorkomen is het helpend om vooraf na te denken over hoe je veilig slapen kan combineren met het nachtelijk ouderschap.
De veiligste slaapplek
De veiligste plek voor je baby om te slapen is in dezelfde kamer in een eigen bedje vlak naast jouw bed. Zo kan je ’s nachts makkelijk voeden of troosten en je baby daarna weer veilig terugleggen. Overweeg het gebruik van een co-sleeper: je baby ligt binnen handbereik en het is een veilig alternatief voor slapen in hetzelfde bed
Tijdens het voeden of troosten ’s nachts
- Voed bij voorkeur in bed, niet in een zetel of een stoel. In slaap vallen op deze plekken is onveiliger dan in bed.
- Probeer te voorkomen dat je in slaap valt tijdens het voeden of troosten.
- Zet een zachte wekker of timer zodat je niet onbedoeld lang blijft liggen met je baby aan de borst of in je armen.
- Sommige ouders blijven wakker door licht aan te laten of een rustige podcast te beluisteren.
- Vraag iemand een oogje in het zeil te houden en je te wekken wanneer je indommelt, of de baby veilig terug te leggen als jij in slaap valt.
- Bereid de slaapomgeving voor op de mogelijkheid dat je toch in slaap zou vallen tijdens het voeden of troosten. Maak een ‘veilige zone’ rond je baby:
- Pas het bed aan door kussens, dekens en andere zachte spullen weg te halen, gebruik een stevige matras en controleer dat je baby niet bekneld kan raken tussen matras en muur of nachtkastje.
- Een co-sleeper naast het bed is een veilige manier om te voorkomen dat je baby uit bed kan vallen.
- Geef je borstvoeding, dan neem je vaak automatisch de maternale houding aan: je ligt op je zij, met opgetrokken benen en een arm onder je hoofd, waardoor er een beschermende ruimte voor je baby ontstaat.
- Leg je baby niet in een borstvoedingskussen of babynestje in bed, tussen twee personen in en neem geen andere kinderen of huisdieren mee in bed.
Na het voeden of troosten
- Leg je baby terug in zijn bedje. Je baby in een co-sleeper of bedje naast je bed laten slapen blijft de veiligste keuze.
- Blijf nabij en help je baby ontspannen door een hand op het buikje te leggen, zachtjes te strelen of ...
- Is je baby in je armen in slaap gevallen? Zorg voor een zachte overgang door je baby eerst met de voetjes of de zij de matras te laten raken, en daarna op de rug. Dit kan helpen voorkomen dat je baby bij het neerleggen terug wakkerschiet door de schrikreflex.
- Ben je onbedoeld toch in slaap gevallen? Leg je baby zodra je wakker wordt terug in zijn eigen veilige bedje. Onderzoek toont aan dat hoe langer ouder en kind een bed delen, hoe groter het risico op ongevallen tijdens de slaap
Steun voor jou als ouder
Baby’s hebben ’s nachts nabijheid en voeding nodig, dat is een normaal onderdeel van hun ontwikkeling. Maar die nachtelijke zorg kan zwaar wegen. Probeer rust te nemen wanneer dat kan, vraag steun aan je partner, familie of vrienden en bespreek het als de vermoeidheid je begint op te breken. Goede steun helpt je om deze intensieve periode beter door te komen.
Heb je vragen of twijfel je aan de slaapsituatie? Je Kind en Gezin-team denkt graag met je mee.
Veilig slapenDe veiligste plek voor je baby om te slapen is een eigen bedje of co-sleeper in dezelfde kamer als jij. Zo kun je makkelijk voeden of troosten, en je baby daarna weer veilig terugleggen. Komt het toch voor dat je baby bij jou in bed ligt? Zorg er dan voor dat je baby vrij kan ademen, niet te warm krijgt, niet gekneld kan raken en niet uit bed kan vallen. Samen slapen in hetzelfde bed blijft risicovol, zeker in de eerste zes maanden. Als het toch gebeurt, kunnen onderstaande tips helpen om de risico’s zo veel mogelijk te verminderen.
Je baby
- Leg je baby altijd op de rug te slapen in een slaapzak.
- Baker je baby niet in.
- Leg je baby aan de zijkant van het bed, niet tussen twee personen in.
- Laat je baby nooit alleen in het bed, zelfs pasgeborenen kunnen zich al verplaatsen en in een gevaarlijke positie terechtkomen.
Maak het bed zo veilig mogelijk
- Verwijder kussens, dekbed, dekens en losse materialen uit de buurt van je baby. Zorg dat niets het gezicht van je baby kan bedekken.
- Gebruik een stevige matras. Zachte matrassen of waterbedden zijn erg onveilig voor een baby.
- Installeer een co-sleeper of leg je matras op de grond in het midden van de kamer om te voorkomen dat je baby uit bed kan vallen of gekneld raakt tussen de matras en de bedrand, het bed en de muur of meubels.
- Gebruik geen kussens rondom je baby of een babynestje om te voorkomen dat je baby uit bed rolt. De zachte materialen vergroten het risico op verstikking.
- Schuif het bed niet tegen de muur.
Jij als ouder
- Slaap in de maternale houding: leg je op je zij met opgetrokken benen en een arm onder je hoofd, waarbij je baby op de rug met het hoofdje ter hoogte van de borst ligt.
- Gebruik geen kussens of houd je kussen steeds boven je arm
- Houd je deken laag (tot aan je heupen), zodat het niet over het hoofdje van je baby kan komen. Kies voor een laken of deken in een ademende stof zoals katoen of wol, geen dekbed.
- Draag aansluitende nachtkledij, bind lange haren samen en draag geen juwelen of koordjes.
- Laat je baby naast één ouder slapen, niet tussen jullie beiden in. Zorg ervoor dat de andere ouder weet dat de baby mee in bed ligt.
- Laat geen oudere kinderen of huisdieren naast je baby slapen.
Samen slapen is extra risicovol in de volgende situaties
- Als je baby jonger dan zes maanden is, prematuur geboren is of een laag geboortegewicht had. Bij hen is het extra belangrijk dat ze vrij kunnen ademen en in een eigen veilig bedje slapen.
- Als je alcohol of drugs gebruikt hebt. Of medicijnen waardoor je slaperig wordt en minder goed kan opletten. Hierdoor is er meer kans dat je op je baby gaat liggen.
- Als je oververmoeid bent. Want daardoor kun je misschien minder goed op je slapende kind reageren.
- Als je tijdens de zwangerschap hebt gerookt of als jij of je partner rookt. Want kinderen van rokende ouders hebben vaker problemen met de longen. Ook als de ouders niet roken waar de baby bij is.
- Als je samen op een zetel of stoel slaapt. De baby kan klem raken tussen jou en de achterwand, wegglijden of vallen.
Omwille van het sterk verhoogd risico in deze situaties wordt aangeraden nooit samen te slapen in deze situaties.
Vragen of twijfels?
Bespreek je vragen gerust met je verpleegkundige of andere zorgverleners. Sommige ouders durven niet te vertellen dat ze soms samen slapen met hun baby, maar het is belangrijk om het wél te bespreken. Je krijgt zo informatie en steun die past bij jouw situatie.
Veilig slapenEen kind ten laste is een kind waarvoor je financieel verantwoordelijk bent.
Je krijgt kindkorting vanaf het tweede kind ten laste:
- tot en met de leeftijd van 30 maanden als de opvang is gestart vanaf 2026
- tot en met het jaar waarin ze 12 worden als de opvang is gestart vóór 2026
- 29/12/2025 - 01:06
Je kan met een peuter zeker al afspraken maken. Dat helpt niet alleen jou, maar ook je kind. Duidelijkheid en voorspelbaarheid zorgen voor rust.
Je kan duidelijke grenzen afspreken zoals:
- Tijd en plaats: enkel nog borstvoeding thuis, bijvoorbeeld in een specifieke zetel of stoel.
- Duur: je kan een kookwekker gebruiken of de duur van een liedje.
Soms wil je kind drinken uit gewoonte, troost of verveling. Dan kan je voorstellen:
- een knuffelmomentje in plaats van borstvoeding
- een slokje water
- even op de bank met een fopspeen, troostdoekje of een gedragen T-shirt van mama
- samen een verhaaltje lezen of zingen
Spreek eenvoudige en herkenbare zinnetjes af ('melkje is op', 'borst is leeg'). Zo weet je kind wat het betekent, zonder dat je telkens in discussie moet gaan.
Vang het afbouwen van borstvoeding op met extra knuffels, contact en verbondenheid. Dat geeft veiligheid. Experimenteer met wat werkt en wees vooral mild voor jezelf en je kind in dit proces.Elke peuter is anders. Jij kent je kind het best.
Borstvoeding