Een baby op zijn of haar rug laten slapen past binnen de adviezen voor wiegendoodpreventie. Wiegendood is het plots en onverwacht overlijden van een kind dat gezond leek en bij wie geen lichamelijke afwijking kon worden vastgesteld die het overlijden verklaart.

Als baby’s op hun buik slapen, raken ze snel oververhit, hun ademhaling stokt vaker en ze ademen meer uitgeademde lucht in die minder zuurstof bevat. Allemaal dingen die je vermijdt door baby’s op hun rug te laten slapen.

In 1994 stierven in Vlaanderen nog zo’n 104 kindjes aan wiegendood. Toen werd de rugligging ingevoerd en zakte het cijfer spectaculair, tot zo'n 15 overlijdens per jaar vandaag. 

Draait je kind zich telkens op de buik? Als je kind zich vlot kan draaien, hoef je hem of haar niet telkens op de rug te slapen leggen als hij of zij zich op de buik gedraaid heeft. Je kind is dan sterk genoeg om te reageren als zijn of haar gezicht in het matras terecht komt. Leg je kind wel op zijn of haar rug om in te slapen.

Slapen
  1. Te veel drukte
    De ene baby is gevoeliger voor geluid- en lichtprikkels dan de andere. Bekijk of je het bedje beter in een rustig hoekje van de woonkamer zet, afgeschermd van het licht en de drukte in de woonkamer. Kijk hoe je baby reageert: wanneer valt hij of zij makkelijk in slaap en wanneer niet? Kleine aanpassingen maken vaak een groot verschil. Leg het bed niet vol knuffels (of speelgoed). Dit is niet veilig en het geeft te veel prikkels aan een baby die in slaap wil vallen.
  2. Te weinig voorspelbaarheid
    Het is niet nodig een heel slaapritueel te volgen voor elk dutje. Wat wel belangrijk is, is voorspelbaarheid. Een vast dagritme zorgt ervoor dat je baby weet wat er komt: slapen, eten, samen spelen, alleen spelen en opnieuw slapen… Het brengt rust en neemt stress weg. Je baby zal rustiger slapen. Niet elke dag hoeft precies hetzelfde te verlopen, maar elke dag een totaal ander ritme is erg stressvol voor je baby.
  3. Te moe
    Een baby die moe is en niet rustig in bed wordt gelegd, wordt opnieuw klaarwakker. Als je baby daarna weer moe wordt, is hij of zij vaak te moe om zelf in slaap te vallen én een vermoeide baby wordt ook vaak snel weer wakker. Leg je baby dus meteen in bed als je ziet dat hij of zij moe wordt.
  4. Honger
    Soms kan het eenvoudig zijn. Niet elk voedingsmoment verloopt perfect volgens de klok. Misschien heeft je baby vandaag wat sneller honger? Volg het ritme van je baby, zo zorg je ervoor dat je baby zijn of haar verzadigingsgevoel leert vertrouwen.
  5. Iets anders
    Een te warme of koude kamer, pijn, een ongemakkelijke ligging, tandjes die doorkomen… Het is niet altijd makkelijk om te ontdekken waarom je baby moeilijk in slaap valt. Neem de tijd om je baby en zijn of haar signalen te leren kennen.

Lees meer over slapen

Slapen

Doorslapen betekent dat je baby 6 uur aan een stuk slaapt, niet ‘de klok rond’.

Tot ongeveer 6 maanden worden sommige baby’s nog wakker voor een nachtvoeding, omdat hun hersenen in groei die voedingstoffen nog nodig hebben. Dat is normaal.

Of je baby doorslaapt, heeft verder vooral te maken met het opbouwen van een goed slaappatroon. Baby's maken om de 30 à 45 minuten een overgang naar lichte slaap. Ze worden dan een beetje wakker, wriemelen even, kreunen en slapen weer verder. Je baby slaapt door als hij of zij bij zo’n overgang zonder jouw hulp opnieuw kan inslapen.

Slapen

Het best leg je je baby wakker in bed als je baby het signaal geeft dat hij of zij moe is. Je baby leert zo zijn of haar bed als vaste slaapplaats te herkennen en zelfstandig in slaap te vallen. Je geeft je baby de kans om iets heel belangrijks te leren.

Weent je baby als je hem of haar in bed legt? Laat je baby voelen dat je er bent, zonder je baby uit bed op te pakken of in slaap te wiegen. Als je jouw baby altijd op je schoot of in je armen in slaap laat vallen, dan wordt je baby dit gewend. En dan moet je baby altijd geholpen worden om in te slapen, ook als je baby ’s nachts even wakker wordt.

Lees meer over slapen

Slapen

Niet alle baby’s hebben evenveel slaap nodig. De gemiddelde slaaptijden zijn richtlijnen, dus geen zorgen als je kind meer of minder dan het gemiddelde slaapt. De boodschap is: leer je kind en zijn of haar signalen kennen. Wat doet je baby als hij of zij moe is? Geeuwen, wegkijken, onrustig worden, friemelen aan de oren, in de ogen wrijven? Dan is het tijd om te slapen.

Lees meer over slapen

Slapen

Er kunnen inderdaad bepaalde stoffen ontstaan die voor de mens mogelijk schadelijk kunnen zijn. Bij het frituren van aardappelproducten zoals frieten (als ze bruin worden) en chips gaat het dan over acrylamide. Als je eten laat aanbranden ontstaan polycyclische aromatische koolwaterstoffen.

Acrylamide is een stof die in kleine hoeveelheden kan ontstaan wanneer zetmeelrijke producten zoals aardappelen en granen aan hoge temperaturen worden verhit. Het is het gevolg van een normaal bakproces. Het is onmogelijk om acrylamide uit je voeding weg te laten aangezien het in zoveel producten aanwezig is. Gefrituurde aardappelproducten leveren de belangrijkste bijdrage, maar ook koffie, brood, ontbijtgranen, koekjes, chips ... dragen er aan bij.

Je kan wel bepaalde stoffen zoveel mogelijk proberen te vermijden door gevarieerd te eten en niet te veel van deze producten te eten. 

Enkele tips

  • Eet gevarieerd
  • Bak aardappelproducten niet te bruin
  • Zorg dat er geen zwarte randjes of korstjes ontstaan of snij ze weg
  • Frituur op 175°C en niet te lang
  • Volg de aanwijzingen op de verpakkingen van de aardappelproducten
Vaste voeding

Het is best mogelijk dat er eens een periode komt dat je baby fruitpap weigert. Vaak is dit van voorbijgaande aard. Fruit is wel een noodzakelijk voedingsmiddel en daarom komt het er dan op aan als ouder of opvoeder wat creatief te zijn.

Varieer zoveel mogelijk in de soorten fruit, maak verrassende combinaties, probeer eens een potje fruit, één fruitsoort apart, fruit lichtjes stoven, ... Afhankelijk van de leeftijd van de baby kan je ook eens een stukje zacht fruit geven waarop kan gesabbeld worden of een fruitpap maken zonder koek.

Voeg beter geen yoghurt of platte kaas toe aan een fruitpap, want die zijn niet geschikt voor jonge kinderen wegens de vaak hoge eiwitaanbreng.

Vaste voeding

Het is belangrijk om eerst en vooral uit te zoeken wat je kind niet leuk vindt aan haren wassen: is het uit angst? is het door het water? is het omwille van het gevoel van de schuim? ... Heel wat kinderen vinden de sproeier niet leuk, omdat die op de een of andere manier een bepaalde angst oproept. Een peuter is vaak ook bang doordat hij of zij niet helemaal begrijpt wat er allemaal gebeurt.

Toon begrip voor de angsten van je kind, maar leer het er ook stapsgewijs mee om te gaan. Kinderen moeten weten dat de angst voorbij gaat, maar ook dat ze soms zelf oplossingen kunnen vinden om hun angst te overwinnen. Rond de leeftijd van 5 à 6 jaar kan een kind ook begrijpen dat haren wassen om een rationele reden gebeurt (om het gezond te houden).

Tips

  1. Kondig duidelijk aan je peuter aan dat het badtijd is en dat vandaag de haartjes zullen gewassen worden. 
  2. Beschrijf en overloop alle stappen die er bij dit haren wassen zullen gebeuren. Dat geeft duidelijkheid aan je kind, hij of zij weet waaraan zich te verwachten.
  3. Als je kind in bad zit, beschrijf dan nog elke handeling.
  4. Hou het wassen zo kort mogelijk en gebruik niet-prikkende shampoo.
  5. Je kan je kind eventueel de keuze laten: aan het begin van de badtijd de haren wassen of eerst spelen en dan haren wassen.
  6. Misschien vindt je kind het minder erg als je samen in bad of onder de douche gaat?
  7. Je kind kan de haren eventueel zelf nat maken.
  8. Als het vooral een probleem van shampoo in de ogen blijkt te zijn, kan een duikbrilletje de oplossing zijn.
  9. Beloon je kind op het einde, als het (redelijk) vlot gegaan is door samen een leuk spelletje te spelen.

Meer informatie bij dagelijkse verzorging en gedrag en opvoeding

Opvoeding Dagelijkse verzorging
Abonneer op