Flesvoeding maken, bewaren en meenemen

Het is heel belangrijk om hygiënisch te werk te gaan. Baby’s zijn immers erg vatbaar voor infecties. Maak er een gewoonte van om je handen vooraf te wassen. Maak een fles altijd klaar net voor het gebruik. Melk is een ideale voedingsbodem voor de groei van ziekteverwekkende bacteriën.

• Er bestaan zowel plastic, siliconen als glazen flessen. Er zijn weinig of geen wetenschappelijke studies over wat er aanbevolen wordt. De keuze hangt af van je persoonlijke voorkeur, de kostprijs en hygiëne. Let op dat de flessen glad zijn vanbinnen en dat je ze kan steriliseren. Het is een goed idee om te kiezen voor zuigflessen met een brede hals, die zijn immers makkelijk te reinigen. 
• Plastic flessen worden soms dof. Dit is normaal en je mag de fles gewoon blijven gebruiken. Koop nieuwe flessen als de andere beschadigd zijn of krassen en barsten vertonen. 
• Er bestaan siliconen spenen (wit – stevig) en natuurrubberen spenen (bruin – soepel) met heel veel varianten. Het soort speen dat je kiest hangt af van de leeftijd van je kindje, zijn voorkeur, de soort voeding en zijn drinkgedrag. Het valt moeilijk te zeggen welke speen het beste is voor je kind, dit moet je uitproberen. Vraag meer info aan je verpleegkundige.
• Vervang een speen van zodra hij tekens van slijtage vertoont. Rubberen spenen slijten sneller en moet je vaker vervangen.

1. 6 à 7 zuigflessen met bijbehorende spenen.
2. Een flessenborstel en spenenborstel. Reinig de flesjes en spenen hiermee na ieder gebruik.
3. Een flessenwarmer. Opwarmen in de microgolfoven of in een warmwaterbad (au bain-marie) kan ook.
4. Steriliseer je materiaal zeker voor het eerste gebruik. Nadien kan het ook soms nog aangewezen zijn.
5. Steriliseren kan in een sterilisator, een kookpot, in de elektrische oven, in de snelkookpan of met bruistabletten (koude of chemische sterilisatie)

Er zijn 2 manieren om melkvoeding te bereiden. De manier van bereiden hangt af van het merk/soort van melkpoeder. Volg de bereidingswijze die op de verpakking van je melkpoeder vermeld staat.

• Je warmt eerst het water op en voegt daarna het melkpoeder toe.
  of
• Je voegt eerst het melkpoeder aan het water toe en vervolgens warm je de melk op.

1. Giet het nodige water in een propere fles. Hou - afhankelijk van de bereidingswijze vermeld op de verpakking - het water op koelkasttemperatuur of warm het op tot 37 °C à 40 °C.
2. Voeg het aangewezen aantal maatschepjes toe.
3. Sluit de fles af met de ring met dekseltje of andere voorziene sluiting, zonder de speen.
4. Rol - afhankelijk van de bereidingswijze vermeld op de verpakking - de fles al dan niet eerst tussen de handen en schud tot alles is opgelost. Schud niet te hevig, anders komt er lucht in de fles.
5. Zet de ring met de speen op de zuigfles zonder de speen aan te raken.
6. Geef de fles die tot 37 °C à 40 °C werd opgewarmd (zie hieronder) aan de baby. Voel altijd op de binnenkant van de pols of de melk niet te warm is.

De normale verhouding is: 1 afgestreken maatschepje melkpoeder per 30 ml water.  

• Het maatschepje moet volledig vol zijn (afgestreken). Druk het poeder niet aan. Gebruik enkel het maatschepje dat hoort bij de gebruikte melkvoeding. Een maatschepje uit een andere voeding kan een andere dosering tot gevolg hebben.
• Meer maatschepjes maakt de melk te geconcentreerd. De baby krijgt dan minder vocht binnen. Hij kan verstopt raken en zijn spijsvertering en nieren worden zwaarder belast.
• Voeg ook geen extra maatschepjes toe tegen de honger. Geef de baby gewoon iets meer melk met de juiste concentratie.
• Minder maatschepjes maakt de melk te waterachtig. De baby krijgt dan niet voldoende voedingsstoffen binnen voor een normale groei en ontwikkeling.
• Een arts kan wel voor een korte tijd een andere verhouding poedermelk/water voorschrijven.
• Voeg geen meel of graanvlokken toe voor baby's onder de 4 maanden. Die boodschap staat trouwens (wettelijk verplicht) op de verpakking van meel en graanvlokken. Melk levert alle nodige voedingsstoffen. Het toevoegen van meel en graanvlokken verstoort het evenwicht.

1. Warm op in een warmwaterbad (au bain-marie), een elektrische flessenwarmer of een microgolfoven. Zoek bij een microgolfoven de ideale opwarmtijd, afhankelijk van het vermogen en van de hoeveelheid melk. De microgolfoven warmt de melk ongelijkmatig op.

2. Rol het flesje goed tussen de handen om de warmte te verdelen. Controleer steeds de temperatuur.

3. Warm de flesvoeding niet opnieuw op, behalve tijdens dezelfde maaltijd omdat de melk koud is geworden als de baby bijvoorbeeld langzaam drinkt.

4. Bewaar nooit restjes. Giet ze na de voeding weg.

5. Voor zuigelingenvoedingen met toevoeging van probiotica, warm best eerst het water op tot 37 °C à 40 °C alvorens het poeder toe te voegen. Probiotica zijn immers niet bestand tegen hoge temperatuur.

• Is opwarmen mogelijk, neem dan koud flessenwater mee. 
• Neem nooit bereide melkvoeding mee in een flesje, thermoskan of koelbox. Bacteriën kunnen zich ontwikkelen als het flesje lang op voorhand klaargemaakt is. Een baby kan hiervan ziek worden.
• Zelfs een koelbox kan de gewenste temperatuur tussen 4 °C en 7 °C niet garanderen en door melk warm te houden in een thermoskan is er verlies van vitaminen.
• Neem melkpoeder en een propere thermoskan met warm water apart mee. Giet net voor de voeding het warme water in een fles en voeg er het melkpoeder aan toe.
• Neem eventueel ongeopende kant-en-klare melkvoeding mee. Bewaar ze na opening koel.