Een goed slaappatroon

Hoe ontwikkel je een goed slaappatroon?

Je kan je kind niet dwingen om te slapen. Maar je kan je kind wel ondersteunen om tot een goed slaappatroon te komen. Ook hier geldt de regel: voorkomen is gemakkelijker dan genezen. 

Ga snel naar

    Tips voor kinderen van 0-1 jaar

    1. Kies voor een vaste slaapplek. Een kind leert het verband tussen dat bedje en het slapen.
    2. Kies voor een heel stille slaapplek of net een plaats met nog wat geluiden, een plek waar het helemaal donker is of waar nog een beetje licht te zien is, ... Dit is voor elk kind anders.
    3. Zorg voor een goede slaapplek zonder speelgoed (bv. niet slapen in een park vol speelgoed).
    4. Zorg overdag voor een veilige sfeer in huis. Dat geeft een kind zelfvertrouwen en helpt om zelfstandig te slapen.
    5. Geef je kind de kans om overdag al kleine momentjes zelfstandig bezig te zijn. Als dit niet gebeurt overdag, wordt het 's nachts ook heel moeilijk.
    6. Werk aan een vaste structuur in de dag. Een vaste opeenvolging van momenten helpt een dag voorspelbaar te maken voor je kind, bv. opstaan, eten, wassen, spelen, slapen, eten ...
    7. Zorg voor een rustig einde van de dag.
    8. Een slaapritueel kan een goed hulpmiddel zijn. 
    9. Kijk goed naar je kind. Leer herkennen hoe je kind toont dat hij of zij moe is. Dit verschilt voor kinderen: gapen, met het hoofdje heen en weer bewegen, onrustig bewegen met de armpjes en beentjes, bleek worden, in de ogen wrijven ...
    10. Leg je kind in bed als hij of zij moe wordt.
    11. Leg je kind in bed als hij of zij nog wakker is, praat op een rustige toon en verlaat de kamer. Zo leert je kind vanzelf in slaap te vallen.
    12. Jonge kinderen worden soms na een kwartier 'wakker'. Even rustig naast het bed staan en je kind rustig aanraken zodat hij of zij weer in slaap valt, kan helpen.
    13. Het is niet nodig je kind uit bed te halen als hij of zij even 'zeurt'. Vaak vallen kinderen vanzelf weer in slaap.
    14. Huilt je kind 's nachts en heeft hij of zij geen voeding nodig? Het is niet nodig om bij de eerste kreet te gaan kijken. Na een minuutje moet je wel even gaan kijken of alles in orde is. Stel je kind gerust. Geef niet te veel aandacht. Praat zacht en laat het licht bijvoorbeeld uit.

    Tips voor kinderen van 1-3 jaar

    1. Kies voor een heel stille slaapplek of net een plaats met nog wat geluiden, een plek waar het helemaal donker is of waar nog een beetje licht te zien is, ... Dit is voor elk kind anders.
    2. Zorg voor een slaapplek zonder speelgoed of televisie.
    3. Zorg overdag voor een veilige sfeer in huis en de nodige aandacht. Dat geeft je kind zelfvertrouwen en helpt om zelfstandig te slapen.
    4. Geef je kind de kans om overdag al kleine momentjes zelfstandig bezig te zijn. Als dit niet gebeurt overdag, wordt het ’s nachts ook heel moeilijk om alleen in bed te liggen.
    5. Zorg voor een rustig einde van de dag.
    6. Een slaapritueel kan een goed hulpmiddel zijn. 
    7. Als je kind merkt dat treuzeltechnieken (nog wat drinken, even plassen, nog een extra zoen …) geen invloed hebben op het uur van slapengaan, zal je kind na een tijdje wel ophouden er nog meer te verzinnen.
    8. Als je om een bepaalde reden anders reageert (bv. omdat je kind ziek is), leg dat dan uit aan je kind en geef aan wanneer je terug overgaat tot de orde van de dag.
    9. Als je kind bang is, zoek dan hoe je hem of haar kan geruststellen (bv. een lampje in de gang laten branden, samen iets leuks bedenken om aan te denken in bed, een vaste knuffelbeer …). Soms helpt het om bij het inslapen in de buurt te blijven, met de deur op een kier hoort je kind dan dat hij of zij niet alleen is.
    10. Gebruik naar bed sturen, het bed of de slaapkamer niet als straf. Op die manier denkt je kind bij slapen aan iets negatiefs.
    11. Als je kind 's nachts uit bed wil, is niet reageren soms moeilijk. Reageer kort, consequent en zo neutraal mogelijk. Als je 's nachts altijd op dezelfde neutrale manier reageert, leer  je je kind dat hij of zij geen extra aandacht moet verwachten, maar zal je kind ook gerustgesteld zijn dat je in de buurt bent.

    Hoe werkt een slaapritueel?

    Een slaapritueel bestaat uit een aantal vaste gewoonten voor het slapengaan. Het kan van kind tot kind verschillen, ook naargelang de leeftijd van het kind.

    Een slaapritueel helpt je kind de overgang maken van wakker zijn naar slapen, van de dag naar de nacht. Ook veel volwassenen hebben vaste gewoonten voor het slapengaan.

    Een slaapritueel start als je vertelt dat het bedtijd is. Daarna hou je een vaste volgorde van gewoonten aan.

    Tips voor een slaapritueel

    • Sommige kinderen zijn meer gevoelig voor vaste gewoonten dan andere kinderen. Wat is belangrijk voor jouw kind?
    • Een slaapritueel dat lang duurt is moeilijk vol te houden. Het mist ook de betekenis van overgang van dag naar nacht. Het wordt dan een activiteit op zich.
    • Een eenvoudig slaapritueel is makkelijk als een kind wordt opgevangen door bv. de grootouders. Ook de kinderopvang kan er rekening mee houden.

    Voorbeelden van een slaapritueel

    • Voor een baby van 9 maanden
      Luier veranderen en pyjama aantrekken, knus op schoot samen een liedje zingen en nog even drinken. Dan in bed, de gordijnen dicht en zachtjes de deur sluiten.
    • Voor een kind van 14 maanden
      Een kleine wasbeurt, pyjama aantrekken. Dan knus op schoot en samen in een boekje kijken. Samen dag zeggen aan de anderen in huis en naar de slaapkamer. In bed komt de knuffel aangevlogen. Dan het nachtlampje aan en zachtjes de deur sluiten.
    • Voor een kind van 2 jaar
      Tanden poetsen en pyjama aan. Samen een filmpje van Bumba kijken en zelf de TV uitzetten met de afstandsbediening. Een dikke kus geven aan grote broer of zus en dan naar de slaapkamer. Zelf het licht aansteken en de pantoffels onder het bed zetten.

    Wat met de overgang tussen winteruur en zomeruur?

    De biologische klok van kinderen functioneert volgens wetenschappers nog beter dan bij volwassenen. Daarom is de overgang tussen winteruur en zomeruur voor ouders van baby's en peuters altijd spannend: gaat je kind zich makkelijk aanpassen of vraagt het wat tijd? Sommige kinderen stappen zonder moeite mee in het nieuwe dagritme. Andere kinderen hebben meer tijd nodig om zich aan te passen.

    Je kan het moment van bedtijd een aantal dagen vooraf elke dag een kwartier opschuiven. Zo vermijd je dat je kind in één keer aan een uur tijdsverschil moet wennen. Schuif ook het uur van het avondeten elke dag mee op.

    Wintertijd

    Als de wintertijd ingaat, zetten we de klok één uur achteruit: 3 uur wordt 2 uur. Je kind is ’s avonds al moe, maar het is nog geen bedtijd. De kans bestaat dan dat je kind over zijn of haar slaap heen is als het wel bedtijd is. ’s Ochtends kan je kind voor dag en dauw wakker zijn.

    1. Hou vast aan je gewone slaapritueel
    2. Pas de tijd van dutjes overdag ook wat aan.  

    Zomertijd

    Als de zomertijd ingaat, zetten we de klok één uur vooruit: 2 uur wordt 3 uur. 

    Je kind gewoon vroeger naar bed sturen, biedt geen oplossing. In de uren voor de normale bedtijd maken de hersenen een stof aan waardoor je actiever wordt, om te voorkomen dat je voortijdig in slaap valt. Je kan dus wel vroeger in bed gaan liggen, maar dat heeft weinig zin. Niet alleen het slapen gaan, maar ook het opstaan is moeilijk in de eerste dagen na het ingaan van de zomertijd. 

    3 tips om je kind in het nieuwe ritme te brengen: 

    1. Zorg 's ochtends bij het opstaan meteen voor veel licht en lichamelijke activiteit
    2. Zorg er 's avonds voor dat het vroeger donker is. Doe bijvoorbeeld de gordijnen dicht en de schemerlamp aan.
    3. Maak het niet te wild de laatste paar uur voor het naar bed. Rustige spelletjes, een verhaaltje, een liedje, rustig tanden poetsen en de pyjama aandoen is het ideale slaapritueel.