Kan ik een overschot aan moedermelk doneren?

Er bestaat een grote solidariteit tussen moeders die borstvoeding geven. Als een moeder te weinig moedermelk produceert, is moedermelk van een andere moeder (donormoedermelk) wetenschappelijk gezien te verkiezen boven kunstvoeding. Toch raadt de Hoge Gezondheidsraad en de FOD Volksgezondheid af om onderling moedermelk uit te wisselen (Advies moedermelk voor prematuren). Het gebrek aan controle op donormoedermelk houdt een risico in voor de gezondheid van de jonge kinderen. Er is geen garantie dat de melk volgens de regels werd afgekolfd, bewaard en vervoerd. Bovendien kan donormoedermelk resten van geneesmiddelen of ander middelengebruik bevatten. 

Er bestaan officiële moedermelkbanken in België die verbonden zijn aan een ziekenhuis. Deze moedermelkbanken verzamelen melk voor te vroeg geboren baby’s en garanderen de veiligheid van de melk door controle van de kwaliteit en eventuele behandeling van deze donormoedermelk. Deze melk wordt enkel gebruikt voor kinderen die gehospitaliseerd zijn en kan niet officieel aangekocht worden door particulieren.  

Om moedermelk te doneren, vragen moedermelkbanken dat je aan bepaalde voorwaarden voldoet. Bovendien zal de moedermelkbank vragen om een bloedcontrole te laten uitvoeren en leggen ze strikte voorwaarden op betreffende het afkolven, bewaren en vervoeren van de donormoedermelk. Sommige moedermelkbanken, zoals die van Leuven, aanvaarden enkel donormoedermelk van moeders die zelf, of de baby, opgenomen was in het verbonden ziekenhuis.