Medicatie

Geneesmiddelen zijn enkel nuttig en veilig als ze op een correcte manier worden gegeven. Volg altijd het advies van je arts of apotheker. De arts en de apotheker kennen de antwoorden op al je vragen over geneesmiddelen. 

Je arts evalueert gezondheidsproblemen en schrijft een juiste behandeling voor. Je apotheker geeft bij de aflevering van geneesmiddelen de persoonlijke info die nodig is voor een goed gebruik ervan. 

Ga snel naar

    Geef nooit geneesmiddelen op eigen initiatief.

    • Geef enkel geneesmiddelen op advies van een arts of apotheker. Behalve bij koorts, dan volg je de flowchart.
    • Op eigen initiatief geneesmiddelen geven houdt risico’s in:
      • ernstige nevenwerkingen door foutieve keuze van geneesmiddel
      • overdosering door foutieve dosering
      • tijdelijk verdoezelen van de ziekte. Dat kan een tijdige of juiste diagnose bemoeilijken.

    Geneesmiddelen bewaren en toedienen

    Bewaren

    • Kijk op de bijsluiter hoe je een geneesmiddel moet bewaren.
    • Bewaar geneesmiddelen op een droge en koele plaats, onbereikbaar voor kinderen.
    • Geneesmiddelen die in de koelkast bewaard moeten worden, houd je gescheiden van de voedingswaren en in een gedeelte met een constant lage temperatuur (niet in de deur).
    • Hou de geneesmiddelen in hun oorspronkelijke verpakking met bijsluiter
    • Let altijd op de vervaldatum en breng vervallen producten terug naar de apotheek.
    • Gooi restjes van neusdruppels, siropen en opgeloste producten weg, want ze zijn doorgaans beperkt houdbaar.

    Toedienen

    • Volg altijd de instructies vermeld op het etiket van de apotheker op.
    • Respecteer altijd de voorgeschreven dosis.
    • Geef nooit geneesmiddelen voor volwassenen aan een kind.
    • Geef voorgeschreven geneesmiddelen aan het kind waarvoor het voorschrift is opgemaakt en niet aan andere kinderen.

    In de opvang

    • In de opvang worden liever geen geneesmiddelen of homeopatische middelen gegeven.
    • Uitzonderingen
      • Bij een kind met een chronische aandoening of als een kind terugkeert na een recente ziekte waarbij de behandeling nog afgewerkt moet worden. De opvang kan dan een geneesmiddel toedienen wanneer de toediening tijdens de uren van de opvang noodzakelijk is. De meeste geneesmiddelen moeten echter maar 1 tot 2 keer per dag gegeven worden, wat perfect buiten de opvanguren kan. 
      • Als een kind ouder dan 3 maanden koorts heeft, tekens van ongemak vertoont en er geen alarmsignalen zijn, dan kan de opvang  een eenmalige dosis paracetamol siroop toedienen na overleg met de ouders.

    Geen geneesmiddelen

    Fysiologische zoutoplossing (serum) en verzorgende luierzalven zijn geen geneesmiddelen . De opvang kan ze op vraag van ouders gebruiken. 

    (Genees)middelen die niet thuishoren in de kinderopvang

    Alle andere (genees)middelen horen niet thuis in de kinderopvang, zoals verzachtende zalf na een insectenbeet, wondhelende gel bij een schaafwonde, verzachtende gel bij het doorbreken van de tandjes, producten op basis van arnica bij kneuzingen ...  

    Er zijn meerdere redenen : 

    • Bij valpartijen en andere ongevallen staat het toepassen van de EHBO richtlijnen voorop. Daar komen geen geneesmiddelen aan te pas.
    • De effectiviteit van de middelen is niet altijd aangetoond. 
    • Vaak is er een alternatief beschikbaar, zoals het gebruik van een bijtring bij het doorbreken van de tandjes.