De eerste keer naar de opvang of school is altijd spannend, zowel voor je kind als voor jou. Ook de kinderbegeleiders zijn benieuwd naar jullie. Geleidelijk aan wennen aan de nieuwe situatie maakt dat de overgang heel wat vlotter en veilig kan verlopen!
Ga snel naar
Leren omgaan met verandering
Wanneer je kind voor het eerst naar de opvang gaat, verandert er heel wat. Het ruilt de vertrouwde thuisomgeving in voor een nieuwe plek, met onbekende gezichten en andere routines. Van één-op-één aandacht thuis, naar samen leven en spelen met andere kinderen in een groep: dat is best een grote aanpassing.
Je kind heeft dan ook tijd nodig om te wennen. Die overgang verloopt vaak het vlotst wanneer er een veilige hechting is met jou als ouder. Die band geeft je kind het vertrouwen om op ontdekking te gaan, nieuwe mensen te leren kennen en zich stap voor stap thuis te voelen in de opvang of op school.
De kinderbegeleiders zorgen er natuurlijk voor dat je kind in de kinderopvang alles krijgt wat het nodig heeft om zich goed te voelen. Dat zorgt ervoor dat je kind daar veilige gehechtheidsrelaties met een of enkele kinderbegeleiders kan opbouwen.
Wennen in de opvang

Wanneer je baby of peuter in de kinderopvang start, komt hij eerst samen met jou wennen. Jouw kind kan op die manier in aanwezigheid van zijn vertrouwde ouder of verzorgingspersoon gewoon worden aan de nieuwe omgeving en kan bij jou terecht als het wat te veel wordt. Je kind leert via jou dat deze nieuwe plek een goede plek is waarin jij vertrouwen hebt.
Jij kan informatie uitwisselen met de kinderbegeleiders. Zo leren jullie elkaar beter kennen.
Wanneer wennen
Wennen is geen eenmalige gebeurtenis. Bij elke overgang is het belangrijk om hier ruimte voor te maken. Zo kan je kind vertrouwen leren hebben in een nieuwe situatie met anderen mensen.
- Je kind gaat voor het eerst naar de opvang.
- Wanneer je kind na een langere ziekteperiode of vakantie terug naar de opvang gaat.
- Als je kind van groep verandert, bv. van de baby- naar peutergroep.
- Je kind gaat naar school of de buitenschoolse opvang.
Een baby van 6 à 8 maanden gaat op een duidelijke manier zijn gehechtheid tonen aan één of meer personen. De angst voor vreemden en de angst om van de ouder gescheiden te worden kan vanaf nu duidelijker aanwezig zijn. Hij klampt zich vast aan de bekenden en gedraagt zich angstig bij onbekende personen. Dit is een belangrijke fase in de ontwikkeling van kinderen. De intensiteit van deze fase verschilt sterk tussen kinderen. In deze periode kan de overstap naar een kinderdagverblijf met extra uitdagingen gepaard gaan en is het belangrijk om voldoende tijd te nemen voor het wennen.
Waarom wennen?
De eerste dagen in de opvang zijn stresserend voor je kind: andere mensen, onbekende geluiden, nieuwe geuren ... Voor jou is het een hele stap om de zorg voor je kind aan anderen toe te vertrouwen. Dit is volkomen normaal. En ook voor de kinderopvang is het aanpassen: een nieuw kindje in de groep dat ze graag beter leren kennen. Het is belangrijk dat de overgang van thuis naar de opvang op een gepast tempo verloopt voor het kind, de ouder en de kinderopvang.
Voor je kind
Je kind kan de vele nieuwe indrukken op zijn eigen tempo verwerken en raakt zo vertrouwd met de nieuwe omgeving en mensen. Je kind krijgt ruimte om te tonen wat het nodig heeft (eten, slapen, een knuffel,...) en de kinderbegeleider leert je kind en zijn signalen kennen en erop inspelen. Je kind krijgt vertrouwen in zijn kinderbegeleider en leert dat hij op hem of haar kan rekenen. Daardoor voelt je kind voelt zich sneller goed in zijn vel.
De stap naar de opvang kan impact hebben op het slaapgedrag van je baby. Daarom is het van belang om informatie uit te wisselen over rituelen en slaapgewoontes. Tijdens de eerste dagen zal de opvang je kindje extra opvolgen tijdens zijn dutje om te zorgen voor een goede ondersteuning en een veilige slaap.
Voor jezelf
- Je kan info geven over de gewoontes van je kind. Zo kan de opvang er rekening mee houden. Wat is zijn slaapritueel? Hoe troost je je kind? Welke liedjes of speelgoed vindt je kind leuk? Zijn er speciale aandachtspunten bij de verzorging?
- Je leert hoe de opvang werkt. Hoe delen zij de dag in? Hoe krijg je info? Waar kan je terecht met je vragen? Wat verwachten zij van jou?
- De vertrouwensrelatie tussen jou en de begeleiders kan groeien. Je weet dat je kind in goede handen is.
- Jij en je kind krijgen de kans om te wennen aan afscheid nemen en te ontdekken welke manier van afscheid nemen het best bij jullie past.
Voor de opvang
Jij kent je kind het beste. Door het wennen, krijgen de kinderbegeleiders de informatie uit de eerste hand. Door hier rekening mee te houden, voelt je kind zich sneller op zijn gemak. De eerste weken worden daardoor vaak gemakkelijker voor je kind maar ook voor de kinderbegeleiders
De kinderbegeleiders krijgen de kans om jou samen met je kind beter te leren kennen. Je kan je verwachtingen, twijfels en onzekerheden met hen bespreken en zij kunnen hun manier van werken met jou delen. Zo krijg je vertrouwen in elkaar en bouw je een band op. In de kinderopvang maakt je kind deel uit van een groep, niet alles kan op dezelfde manier als thuis. Je kind zal samen met de kinderbegeleiders nieuwe gewoontes ontwikkelen. Door samen met je kind het reilen en zeilen van de opvang mee te maken, kan je je een goed beeld vormen. Het helpt om haalbare verwachtingen te hebben naar elkaar.
Ook de andere kinderen in de opvang zijn nieuwsgierig naar een nieuw kindje in de groep. Tijdens de wenperiode leren ze jou en hun nieuwe speelkameraad kennen.
Hoe wennen?
- Er bestaat geen vaste formule die voor elk kind, elke ouder of elke kinderopvang werkt.
- Bekijk of je voorafgaand aan de start van de opvang je baby al eens kan laten wennen aan verzorgd worden door iemand anders uit je omgeving die je vertrouwt. Vraag bijvoorbeeld iemand uit je omgeving om een paar uurtjes te komen oppassen.
- Laat je baby wennen aan andere plekken dan thuis. Bijvoorbeeld door met je baby te gaan wandelen of mee te nemen naar een andere speelplek of winkel. Zo kan je baby wennen aan andere geluiden en indrukken, wat de overgang naar de kinderopvang minder overweldigend kan maken.
- Bespreek de speel-, verzorgings-, eet- en slaaprituelen van thuis en de opvang op voorhand met elkaar. Bekijk samen welke gewoontes haalbaar zijn of met welke routines je je baby ook thuis al vertrouwd kan maken.
- Neem iets van thuis mee naar de opvang. Denk bijvoorbeeld aan een knuffeldoekje of een slaapzak. Dit kan voor je baby rust brengen tijdens het slapen in de kinderopvang.
- Laat je baby voor de start van de opvang wennen. Start met wennen aan de nieuwe omgeving met jou erbij zodat je baby op een rustige en veilig manier de kinderbegeleiders, de drukte van de groep, de slaapplek,… kan leren kennen.
- Bouw wenmomenten stap voor stap op, en blijf goed kijken naar de signalen van je baby. Het kan zoeken zijn wat hierin voor je baby, jou en de opvang werkt.
- Help tijdens het samen wennen je baby door de spanning eigen aan nieuwe ervaringen mee op te vangen. Kalmeer je baby door nabij te blijven en hem toe te spreken. Je kan je baby helpen tijdens nieuwe ervaringen door te vertellen over wat je denkt dat de baby ervaart en voelt. Zeg bijvoorbeeld ‘Hoor je dat andere kindje roepen? Was je geschrokken ? Het is ok, ik ben hier, rustig maar.
- Tijdens de eerste dagen in de opvang zullen de kinderbegeleiders je baby extra opvolgen en toezicht houden, ook tijdens het slapen.
- De overgang naar de opvang is ook voor jou als ouder spannend. Deel je zorgen of vragen. Als je zelf rustig bent, dan zal je baby zich ook meer op zijn gemak voelen.
- Laat de start van de opvang niet samenvallen met de start van je werk. Zo kan je je kind na een wenmoment ook rustig thuis opvangen en geef je je baby de kans om tot rust te komen.
- Als je baby op meerdere plekken wordt opgevangen (kinderopvang, grootouders,…) laat het dan ook aan die opvangplaatsen wennen. Bouw het opvangplan langzaam op en zorg voor een zekere regelmaat.