Naar zee, de bergen of op de camping

Ga je op reis naar de zee of de bergen? Verblijf je met de kinderen op een camping? Lees onze tips om te genieten van een aangename vakantie.

Ga snel naar

    Naar de bergen

    Berglucht is heel gezond voor jonge kinderen. Op reis naar de bergen met kinderen is een prachtig avontuur.

    Vanaf de leeftijd van 6 weken kunnen ze mee naar grote hoogte ( > 2.000 meter) als je rekening houdt met enkele adviezen.

    Wist je dat?

    Er is weinig wetenschappelijke informatie over hoogteziekte voorkomen bij jonge kinderen. Over het algemeen wordt ervan uitgegaan dat hoogteziekte bij kinderen even vaak voorkomt als bij volwassenen. Het verschil is vooral dat de diagnose stellen bij kinderen moeilijker is dan bij volwassenen. Zeker bij jonge kinderen die nog niet kunnen communiceren en hun klachten nog niet kunnen omschrijven. Daarom raden sommige experten aan om een reis naar grote hoogte te vermijden zolang je kind niet kan praten. Wil je toch vroeger op reis gaan met je baby, hou dan zeker rekening met onderstaande adviezen.

    Wees voorzichtig op grote hoogte

    Door een lagere zuurstofspanning op grote hoogte, moet je sowieso voorzichtig zijn: 

    • Ga niet op reis naar de bergen met een baby jonger dan 6 weken.
    • Vanaf 2800 meter is de kans op hoogteziekte voor jonge kinderen groter. Blijf, indien mogelijk, onder 2.800 meter.
    • Ga je toch hoger dan 2800 meter, dan is geleidelijk stijgen heel belangrijk: ga niet meteen hoger dan 2.800 meter, maar verblijf eerst minstens 2 nachten op 1.600-2.200 meter. Stijg pas daarna verder en stijg niet meer dan 500 meter per dag.
    • Doe de eerste dag geen inspanningen met je kinderen. Laat hen eerst acclimatiseren en begin pas te skiën of wandelen na 1 of 2 dagen.
    • Voorzie je plotse hoogteverschillen, bv. met de kabellift, neem dan iets mee om de baby te laten drinken. Slikken vermindert de druk en de pijn in de oren.

    Hoe kan je hoogteziekte herkennen?

    • baby’s of jonge kinderen: de symptomen zijn vaak aspecifiek en hoogteziekte is een uitsluitingsdiagnose. Wordt je baby zeer prikkelbaar en huilt hij of zij veel? Denk dan aan hoogteziekte.
    • kinderen, adolescenten en volwassenen: hoofdpijn, kortademigheid, duizeligheid, minder goed slapen, vermoeidheid, verminderde eetlust, misselijkheid, braken.

    Heb je een vermoeden dat je kind hoogteziekte heeft, daal dan opnieuw af en contacteer indien nodig een plaatselijke arts.

    Bij klachten die wijzen op hoogteziekte, is dalen de eerste behandeling. Reis dus niet naar een plaats waar je niet gemakkelijk kan dalen.

    Wanneer moet je een reis met kinderen naar grote hoogte vermijden?

    Kinderen die een reis naar grote hoogte (> 2.000 meter) moeten vermijden:

    • voldragen baby’s jonger dan 6 weken of prematuur geboren baby’s jonger dan 46 weken postconceptuele leeftijd
    • voldragen baby’s jonger dan 1 jaar met een voorgeschiedenis van pulmonale hypertensie of zuurstofnood
    • te vroeg geboren baby’s met een voorgeschiedenis van zuurstofnood, bronchopulmonaire dysplasie of pulmonaire hypertensie
    • kinderen met volgende aandoeningen: aangeboren hartaandoeningen met pulmonaire hypertensie, cyanose of intracardiale shunts, sikkelcelziekte, downsyndroom met cardiale shunts of pulmonaire hypertensie, actieve longziekte (zoals longontsteking, bronchiolitis (bv. RSV) of cystische fibrose met exacerbatie)
    Vraag raad aan je arts

    Heeft je kind een bepaalde aandoening, vraag dan steeds raad aan je behandelend arts indien je een reis naar grote hoogte overweegt.

    Ben je zwanger?

    Zwangere vrouwen met een normaal verloop van de zwangerschap kunnen reizen tot 2.500 meter.

    Net zoals bij vliegreizen wordt afgeraden om vanaf 36 weken zwangerschap boven 2.500 meter hoogte te gaan.

    Tips voor een fijne reis in de bergen

    1. Schaf voor kinderen die kunnen stappen degelijke stapschoenen aan.
    2. Raadpleeg altijd het weerbericht voor een wandeltocht. Het weer in de bergen kan snel omslaan. Neem voldoende kleding mee.
    3. Plan tochten van beperkte duur, met voldoende eet- en drinkpauzes.
    4. Bescherm het hoofd van je kind met een pet of hoedje en de ogen met een goede zonnebril.
    5. Bescherm de huid tegen de zon met een goede zonnecrème (min. factor 30). 

    Lees meer over bescherming tegen zon en warmte

    Naar zee

    Voor een kind is een dagje of een vakantie aan zee een fantastisch avontuur! Er zijn een heleboel dingen die je er samen kan doen: schelpen rapen, pootje baden, kastelen bouwen ...

    Hou rekening met:

    • de zon. Door de fellere wind en de lagere temperatuur van het zeewater voel je de zon minder branden. Maar de zon op de zandkorrels en het water weerkaatst fel en zorgt ervoor dat je net snel verbrandtBescherm je kind ook aan zee tegen zon en warmte.
    • het zand. Opwaaiende zandkorrels irriteren de ogen. Vermijd dat je kind zand in zijn of haar mond steekt. Doe je kind geschikte schoenen aan tegen scherpe voorwerpen op het strand (gebroken schelpen, glasscherven, blikjes en ander afval). Hou toezicht als je kind in het zand speelt. Let op voor instortende zandkuilen.
    • het water. Laat kinderen nooit alleen naar het water gaan. Lees meer over veilig in en aan het water en hoe je ongevallen kunt voorkomen.

    Hoe vermijden dat je kind verdwaalt?

    Het strand is een fantastische plek om op ontdekking te gaan: schelpen zoeken, water halen, naar een ander kindje toe lopen, ... Kinderen gaan daarbij helemaal in hun spel op. Ze verliezen hun ouders al gauw uit het oog.

    Het is moeilijk voor kinderen om zich te oriënteren, zeker middenin een grote groep mensen en op het strand, waar alles op elkaar lijkt.

    Kinderen lopen op het strand meestal mee met de wind, waardoor ze afwijken van de plaats waar hun ouders zijn.

    Hoe kan je je kind helpen?

    • Uiteraard is het belangrijk om toezicht te houden. Zorg ervoor dat je een goed overzicht hebt. Maak als volwassenen onderling duidelijke afspraken wie toezicht houdt.
    • Je kan leuke dingen doen met de kinderen en voor voldoende afwisseling zorgen. Kinderen vinden het leuk als je interesse toont en blijven daardoor makkelijker in de buurt.
    • Maak duidelijke afspraken tot waar je kind mag gaan.
    • Gaat hij of zij toch te ver uit de buurt? Reageer dan onmiddellijk. Een complimentje geven als je kind terugkomt, is leuker dan een berisping als hij of zij wegloopt. Soms is het ook nodig om in te grijpen als het kind niet luistert. Je legt uit dat weglopen echt gevaarlijk is. Laat je kind dan bv. een minuutje stil naast jou zitten. Zodra de minuut voorbij is, laat je je kind opnieuw spelen.
    • Vertel je kind dat hij of zij beter niet blijft rondlopen als hij of zij verdwaald is, zodat je hem of haar makkelijker kan vinden.
    • Aan zee zijn er ook een aantal hulpmiddelen voorzien om ouders en kinderen te helpen. Op het strand van enkele Belgische badsteden (en ook soms in het buitenland) staan oriëntatiepalen. Hierop staat een trein, huis, boot, bal, vis of banaan. Deze maken het makkelijker om de weg terug te vinden. 
    Gebruik een verdwaalarmbandje

    Noteer een gsm-nummer op de arm of armbandje van je kind om verwittigd te kunnen worden als je kind toch verdwaalt. In sommige badsteden kan je bij de kustwacht ‘verdwaalarmbandjes’ verkrijgen.

    Op de camping

    • Hou bij kinderen rekening met de wisselende temperatuur in een tent en vochtigheid van de bodem.
    • Gebruik stevige matrassen en kampeerbedjes met een degelijke isolatie. Volg de aanbevelingen voor veilig slapen. 
    • Zorg dat de maaltijden hygiënisch bereid zijn.
    • Pas op met kampvuren, gasbranders, kaarsen ..

    Bescherming tegen zon en warmte

    Wees alert voor de gevaren van zon en extreem hoge temperaturen. Zorg voor een goede bescherming met zonneproducten, een zonnebril en volg onze tips om voor de nodige afkoeling te zorgen. 

    Bescherming tegen koude

    • Zonnestralen zorgen voor de aanmaak van vitamine D en stevige botten, geniet dus regelmatig van de buitenlucht.
    • Is je baby goed aangekleed (muts, sjaal, handschoenen), ga dan gerust naar buiten. Dit kan al op de leeftijd van 2 weken.
    • Katoenen hemdjes en katoenen of wollen bovenkleding helpen je kindje warm te houden.
    • Bescherm rug, handen, voeten en hoofd goed tegen de kou.
    • Bij heel koud weer hou je de tijd buiten best beperkt tot een korte wandeling.
    • Is je baby te vroeg geboren of is zijn of haar gewicht erg laag, vraag dan raad aan je arts.
    • Zelf beweeg je tijdens een winterse wandeling, maar je baby in de wandelwagen of draagzak niet. Controleer dus op tijd of je kind het niet te koud krijgt.
    • De voetjes zijn de meest betrouwbare plaats om te voelen bij twijfel of je baby het voldoende warm heeft. Voelen die prettig lauw aan dan is het in orde. Koude handen zijn niet ongewoon, die liggen namelijk meestal bloot en voelen daardoor sneller fris aan. Als je baby zweet heeft hij of zij het te warm.
    • Binnen of in een warme auto doe je de warme kleding wat uit.

    Bekijk ook binnen reizen met kinderen