Aangifte

Na de geboorte moet je je kindje aangeven bij de gemeente waar het geboren is. De kennisgeving van de geboorte word niet door de ouders gedaan maar door het ziekenhuis of vroedvrouw die bij de geboorte was.

Ga snel naar

    Kennisgeving

    De kennisgeving moet mondeling of schriftelijk gebeuren op de eerste werkdag volgend op de bevalling. Dat is niet de taak van de ouders.

    Van elke geboorte moet de ambtenaar van de Burgerlijke Stand worden ingelicht door:

    • in geval van bevalling in een kraamkliniek, het ziekenhuis
    • in andere gevallen: de arts, vroedvrouw of andere personen die bij de bevalling aanwezig waren of bij wie de bevalling plaats had.

    Aangifte

    Na de bevalling ontvangen de ouders een attest van de arts of vroedvrouw. Aan de hand van dit attest geeft één of beide ouders de geboorte binnen de 15 dagen na de geboorte aan bij de Burgerlijke Stand van de geboorteplaats.

    Voor de aangifte worden volgende documenten meegenomen:

    • identiteitskaarten
    • medisch geboorteattest
    • trouwboekje of akte van erkenning (indien van toepassing)

    Bij aangifte ontvangt men uittreksels uit de geboorteakte om:

    • het kind als persoon ten laste te laten inschrijven bij het ziekenfonds
    • kinderbijslag aan te vragen 
    • eventueel een geboortepremie te ontvangen, bv. bij sommige vakverenigingen
    • te bezorgen aan de ambassade of het consulaat van het land van herkomst als de partner geen Belgische nationaliteit heeft
    • Ook bij verlies van een kind geldt aangifteplicht vanaf een zwangerschapsduur van 180 dagen.

    Contacteer de dienst Burgerlijke Stand voor meer informatie.

    In steeds meer ziekenhuizen is het mogelijk de geboorteaangifte in het ziekenhuis te doen. Vraag hiernaar in de kraamafdeling.


    Voornaam

    De keuze van de voornaam is in principe vrij. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan toch weigeren een voornaam te aanvaarden wanneer deze aanleiding geeft tot verwarring of het kind en/of derden schaadt. Voorbeelden hiervan zijn een typische meisjesnaam voor een jongen (of omgekeerd), een te groot aantal voornamen, een lachwekkende, absurde of aanstootgevende naam of een bestaande familienaam als voornaam geven als dit niet gebruikelijk is.

    Familienaam

    Als ouder kan je vrij de familienaam kiezen voor pasgeborenen en adoptiekinderen. Je kan kiezen tussen:

    • de familienaam van de vader;
    • de familienaam van de moeder;
    • of een combinatie van beide namen (in de volgorde die je zelf wenst).

    De vrije keuze geldt echter niet als je samen een meerderjarig kind hebt. Alle gemeenschappelijke kinderen moeten dezelfde familienaam dragen. Je kan enkel de familienaam van minderjarigen aanpassen.
    In geval van onenigheid, draagt het kind de familienamen van beide ouders in alfabetische volgorde. 
    De naamsoverdracht wordt vastgelegd in de gemeente waar het kind geboren is. Bij het eerste gemeenschappelijk kind moeten beide ouders een verklaring van naamkeuze ondertekenen en indienen bij de burgerlijke stand.
    De gemaakte keuze geldt voor alle gemeenschappelijke kinderen die nadien worden geboren. Die keuze is onherroepelijk.

    Voor meer informatie over familienamen kan je terecht bij de burgerlijke stand van je gemeente of op http://justitie.belgium.be/nl/.

    Afstamming

    De afstamming van moederszijde wordt vastgesteld door de vermelding van de naam van de moeder in de geboorteakte. Dat is verplicht omdat anoniem bevallen in België onmogelijk is. Hierdoor staat in principe de afstamming van moederszijde voor alle kinderen vast. Ontbreekt de naam van de moeder op de geboorteakte of is de akte zelf zoek, kan de moeder alsnog haar kind erkennen.

    Met de erkenning van je kind verklaar je dat er een band van vaderschap, moederschap of meemoederschap bestaat tussen jezelf en je kind. Door je kind te erkennen heb je dezelfde rechten en plichten ten opzichte van je kind als je partner. Een erkenning is niet altijd nodig. Een kind geboren tijdens het huwelijk heeft automatisch de partner van de moeder als vader of meemoeder.

    Voorwaarden

    Wie toestemming moet geven ter erkenning, hangt af van de leeftijd van het kind. Als het kind jonger is dan 12 jaar, moet de moeder toestemming geven. Het is niet zinvol deze toestemming te weigeren, behalve als de aanvraag niet van de biologische vader komt. Na een zware procedure voor de rechtbank zal de rechter meestal de biologische vader machtiging geven om te erkennen.

    Procedure

    Een kind erkennen is gratis en kan:

    • vóór de geboorte met een attest van de vermoedelijke bevallingsdatum. Je arts kan dit attest afleveren;
    • bij de geboorteaangifte zelf;
    • na de geboorte, zonder tijdslimiet.
    • Voor een erkenning moeten beide ouders samen naar de ambtenaar van de burgerlijke stand gaan om een aanvraag tot erkenning in te dienen. Dit kan in het gemeentehuis van je woonplaats of in de gemeente waar het kind geboren is.

    Als je de erkenning voor de geboorte doet in een andere gemeente dan waar het kind geboren wordt, moet je bij de geboorteaangifte van het kind een afschrift van de erkenningsakte meenemen. 

    In principe kan erkenning vanaf het prille begin van een zwangerschap, maar in de meeste gemeenten kan dit pas vanaf de zesde zwangerschapsmaand. We raden aan te informeren bij de burgerlijke stand van je woonplaats. De partner kan na erkenning tijdens de zwangerschap na de geboorte het kind alleen aangeven. Je kan de geboortepremie al via de werkgever van de partner aanvragen en, bij overlijden van de partner vóór de geboorte, kan dankzij de erkenning het kind toch als erfgenaam worden beschouwd.

    Als de vader getrouwd is met een andere partner dan de moeder, moet de echtgenote of echtgenoot van de vader op de hoogte gebracht worden van de erkenning.

    Wat meebrengen?

    • Identiteitskaarten;
    • Uittreksel of afschrift van je geboorteaktes. Voor personen die in België geboren zijn of van wie de geboorteakte in België overgeschreven is, vraagt de ambtenaar van de burgerlijke stand het afschrift zelf op;
    • Recente geboorteakte van het kind (max 1 jaar oud), bij erkenning na geboorte;
    • Doktersattest, bij erkenning vóór de geboorte, met daarin de bevestiging dat de moeder zwanger is en waarin de vermoedelijke bevallingsdatum is vermeld. In het Zwangerschapsboekje vind je een blanco attest.

    Als je niet bent ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister, moet je mogelijk ook de volgende stukken voorleggen:

    • bewijs van ongehuwde staat. Dit is enkel nodig als volgens de wetgeving van het land van herkomst een gehuwd persoon geen kind kan erkennen bij een ander persoon dan zijn echtgeno(o)t(e);
    • bewijs van nationaliteit;
    • bewijs van woonst.

    Deze stukken moeten voorzien zijn van de nodige legalisatie en, indien nodig, van een vertaling door een beëdigd vertaler van de rechtbank in België.