Kinderopvang voor professionelen

Veelgestelde vragen en antwoorden over kinderopvang voor professionelen zoals opvang organisators en werknemers.

  • Er bestaat geen richtlijn of regelgeving hoe vaak je best bij slapende kinderen gaat kijken, voelen en luisteren. De omstandigheden kunnen dagelijks verschillen: de leeftijd van de kinderen, hun slaapgewoontes of wenperiode, de temperatuur, … De aanpak kan verschillen per leefgroep, kind of dag.

    Hoe pak je dat als organisator aan?

    • Je legt een eigen visie en aanpak vast, op basis van een risicoanalyse die rekening houdt met de context.  Je besteedt aandacht aan de risico’s en de noden van de kinderen en doet aanpassingen om de risico’s aanvaardbaar te maken.
    • Zorg ervoor dat alle medewerkers de afspraken naleven.
    • In een leefgroep met meerdere kinderbegeleiders maak je best heldere afspraken. Het kan bijvoorbeeld handig zijn om een tijd te plakken op het toezicht.

    Enkele voorbeelden

    • Een baby laat je in de nabijheid in de leefruimte slapen zodat hij nooit uit het zicht is.
    • Voor een baby die te veel last heeft van de drukte in de leefruimte maak je een rustig hoekje waarop je toch voldoende toezicht kan houden.
    • Bij een baby die net in de opvang is of terugkomt na een periode van ziekte, ben je nog alerter.
    • Op hete zomerdagen verhoog je het toezicht.
    • Bij peuters kan het toezicht minder intensief maar als de peuters op veldbedjes slapen, blijf je best in de buurt.
    • Een peuter die wakker wordt van zodra je de deur van de slaapruimte nog maar open doet,
      • heeft misschien minder slaapbehoefte of geen nood aan een dutje op dat moment?
      • slaapt misschien beter in een rustruime waar minder kinderen liggen?
  • De energiecrisis is heel actueel. Iedereen wil zijn verwarming lager zetten om energie te besparen. Kan dit in de kinderopvang? Een veel gestelde vraag waarop we hier een antwoord geven. 

    Kijk of de temperatuur voor de kinderen aangenaam en comfortabel is

    • Je kan zelf kiezen op welke temperatuur je de thermostaat instelt. Er staat in de regelgeving geen minimumtemperatuur voor de kinderopvang. 
    • In de huidige energiecrisis kan het interessant zijn om de verwarming een graadje lager te zetten. Het welbevinden van de kinderen is hierbij belangrijk.  
      • De meeste kinderen hebben een comfortabel gevoel tussen 20 °C en 22 °C, bij een normale speelactiviteit en met aangepaste kledij.
      • Voor een slaapruimte is 18 °C een ideale temperatuur.
      • De voetjes zijn de meest betrouwbare plaats om te voelen bij twijfel of je baby het voldoende warm heeft. Voelen die prettig lauw aan dan is het in orde. Koude handen zijn niet ongewoon, die liggen namelijk meestal bloot en voelen daardoor sneller fris aan. Als je baby zweet heeft hij of zij het te warm.

    Tips

    • Warme lucht stijgt. Op de speelmat op de grond zal het wat koeler zijn dan op “volwassen” hoogte. 
    • Een actieve baby of peuter heeft het sneller warm dan een kind dat stil ligt of zit.
    • Ga wat vaker buiten spelen. Als je uit de kou naar binnen komt, dan voelt het snel lekker warm.
    • Zorg voor een goed evenwicht tussen kledij, bedmateriaal en omgevingstemperatuur. (Zie tips over veilig slapen

    Let op met alternatieve verwarmingssystemen: gas- of petroleumkacheltjes, elektrische bijverwarming

    • Groepsopvang
      • De brandveiligheidsvoorschriften verbieden deze alternatieve verwarmingssystemen.
      • Enkel deze niet-verplaatsbare systemen zijn toegestaan:
        • centrale verwarming
        • elektrische verwarming zonder zichtbare weerstand
        • gesloten individuele (water)verwarmingstoestellen die aangesloten zijn als een type C met externe aanvoer van buitenlucht en externe afvoer van verbrandingsgas
    • Gezinsopvang
      • zorgt voor maatregelen om brand te voorkomen 
      • maakt een risicoanalyse en sluit de onaanvaardbare risico’s uit
      • vermijdt (verplaatsbare) kachels of toestellen met een open vlam. Ze houden heel wat risico's in:
        • Brandgevaar: vrijstaande toestellen kunnen omgestoten worden en vergroten het risico op brand.
        • Verbranding: deze toestellen worden heet.
        • CO-vergiftiging: een goede rook- of gasafvoer en voldoende verluchting zijn noodzakelijk.  
      • Op de website Is mijn woning brandveilig vind je meer info: "gebruik nooit verplaatsbare toestellen op petroleum, kerosine of gas. Ze zijn heel gevaarlijk want ze hebben geen schoorsteen of rookafvoerpijp.  Ze verbruiken zuurstof uit je kamer, waarna de verbrandingsgassen in die kamer terecht komen."
  • Ja. Voor kinderen jonger dan 18 maanden moet het aan de veiligheidsnormen voldoen. 

  • Vergunning

    • Wanneer de regelgeving over kinderopvang niet wordt nageleefd, zal Opgroeien vragen om dit in orde te brengen. Gebeurt dit niet of is er een onmiddellijk gevaar voor de kinderen, dan kan Opgroeien de vergunning van de opvang intrekken. Opgroeien kan ook boetes geven. Meer weten over opvolging

    • Naast de voorwaarden die in de regelgeving staan, geeft Opgroeien ook heel wat aanbevelingen. Deze aanbevelingen zijn gebaseerd op wetenschappelijke informatie. Omdat aanbevelingen niet letterlijk in de regelgeving opgenomen zijn, kan Opgroeien ze niet afdwingen. De opvang beslist zelf of ze de aanbevelingen volgt of niet. De opvang kan voor een goed overwogen alternatief. 

    Aansprakelijkheid

    Wanneer in de opvang een fout wordt gemaakt waardoor iemand schade lijdt, dan kan een rechter de opvang aansprakelijk stellen.

    Een fout kan bestaan uit:

    • het niet naleven van een rechtsregel, bv. wanneer de fysieke of psychische veiligheid van kinderen in het gedrang komt

    • onzorgvuldig of onverantwoord handelen. Hier gaat een rechter na of de opvang zich als ‘verantwoord handelend persoon’ heeft gedragen. De rechter kan zich hiervoor baseren op de aanbevelingen van Opgroeien. 

  • Wat moet de opvang doen als een minderjarige of een dronken ouder een kind komt ophalen?

    De opvang is verantwoordelijk voor de veiligheid van de opgevangen kinderen. Je moet handelen als elke andere voorzichtig handelende persoon. Dit betekent dat je de concrete situatie inschat: 

    • Ben je ervan overtuigd dat elke andere voorzichtige persoon het kind zou meegeven, dan doe je dat. 

    • Heb je twijfels over de veiligheid van het kind, dan ga je best samen met de ouder na of er geen andere oplossing mogelijk is. Bijvoorbeeld: 

      • Wanneer een zeer jong kind een ander kind afhaalt, nagaan of er geen andere volwassene is die het kind kan afhalen

      • Wanneer een ouder die het kind komt halen dronken is, maar nog aanspreekbaar, voorstellen om na een uurtje terug te komen of de partner verwittigen

    • Oordeel je dat er een gevaar is voor het kind, dan geef je het kind niet mee.

    Tip: Neem de aanpak op in het huishoudelijk reglement. Dit is niet verplicht.

  • Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten bij maaltijden in de kinderopvangsector voorzien door een externe leverancier?

    Aandachtspunten voor de kinderopvang 

    • Als kinderopvang zorg je dagelijks voor gezonde maaltijden aangepast aan de leeftijd van de kinderen. Jij blijft hiervoor verantwoordelijk, ook al werk je samen met een externe leverancier.
    • Maak goede afspraken voor je met een leverancier in zee gaat. Bv. over de samenstelling van het weekmenu, aangepaste maaltijden voor een kind met voedingsallergie, vegetarisme, halal, …
    • Volg de voedingsadviezen van Kind en Gezin om de best mogelijke keuzes te maken. Deze adviezen zijn gebaseerd op recente wetenschappelijke inzichten over voeding bij zeer jonge kinderen. Omdat hun lichaam nog in volle ontwikkeling is, hebben zij andere voedingsbehoeften dan grotere kinderen en volwassenen. In de adviezen is ook rekening gehouden met de adviezen van de Hoge Gezondheidsraad en van de voedingsdriehoek.
    • Maak ook duidelijke afspraken over de voedselveiligheid

    Aandachtspunten voor de traiteur

    • Kies voor verse voedingsmiddelen.
    • Vermijd het gebruik van zout. Te veel zout eten is ongezond en is belastend voor de nieren van jonge kinderen. Zonder toegevoegd zout leert de baby de natuurlijke smaak van de voeding ook beter kennen. Dit geldt ook voor bouillonblokjes die vooral uit extracten bestaan. 
      • De bereidingswijze heeft invloed op de smaak. Stoom, pocheer of rooster de producten of bereid ze in eigen nat om de natuurlijke smaak te behouden. Voeg een beetje vetstof toe.
      • Je kan zachte kruiden toevoegen aan de maaltijd.
      • Afhankelijk van de leeftijd kan je het assortiment kruiden uitbreiden met sterker smakende kruiden en pikante specerijen. 
    • Kies best voor weinig of niet bewerkte producten, want bewerkte producten bevatten vaak veel zout en additieven.
    • Vermijd het gebruik van ongezonde vetten.
      • Vette sauzen zijn niet geschikt voor jonge kinderen, omdat ze vaak bereid worden met vette ingrediënten en zout.  
    • Hou bij de samenstelling van het weekmenu en de textuur van de maaltijden rekening met de leeftijd van de kinderen.
    • Bouw de hoeveelheid vlees/vis/eiwitvervangers stapsgewijs op. 
    • Elk kind kiest hoeveel het eet. Sommigen hebben een grotere eetlust dan anderen, en de eetlust van één kindje kan variëren naargelang de periode.
    • Maak het menu duurzamer.
  • Bijten komt regelmatig voor bij kleine kinderen in de kinderopvang. Vooral in een groep bijten ze soms letterlijk van zich af. Bijten kan ook een manier zijn om contact te zoeken met andere kinderen. Dit gedrag heeft met de ontwikkeling van het kind te maken. Stilaan leert het wat wel en niet kan in het omgaan met andere kinderen. 

    Tips voor begeleiders

    • Bied de nodige structuur en duidelijkheid. Dit geeft een kind een gevoel van veiligheid en rust: een overzichtelijke inrichting, vaste momenten, duidelijke regels, informatie over wat er gaat gebeuren.
    • Door te verwoorden wat er gebeurt, beseft een kind soms dat het zich anders moet gedragen. Een kind heeft niet altijd zicht op zichzelf, de groep en de gevolgen van zijn gedrag.
    • Soms komt ongewenst gedrag voort uit verveling en nietsdoen. Geef tijdig spelimpulsen die de kinderen uitdagen.

    Goed verzorgen van de bijtwonde

    • Een goede wondzorg primeert. En dit moet samengaan met het bekijken van de vaccinatiestatus van het kind.
    • Een kind met een open, bloedende bijtwonde moet naar de huisarts of kinderarts. Bloedt het kind niet, dan kan eventueel afgewacht worden. De huisarts of kinderarts beslist over de verdere stappen. 
    • Meer informatie op Gezondheid en wetenschap/Eerste hulp bij een mensenbeet

    Goed overleg met de ouders

    • Leg uit waarom bijtgedrag voorvalt: het hoort bij de ontwikkeling en een kind leert dat dit niet mag.
    • Voor een kind dat bijt:
      • een gezamenlijke aanpak thuis en in de opvang helpt. Bekijk samen wat haalbaar en wenselijk is voor het kind
    • Voor een kind dat gebeten werd:
      • Leg uit hoe het is voorgevallen, waar en wanneer.
      • Verduidelijk welke stappen je neemt om het bijtgedrag te voorkomen.
  • Om wiegendood te voorkomen, moet de kinderopvang alle kinderen jonger dan 1 jaar op de rug te slapen leggen, tenzij er een medische reden is om dit niet te doen. Ouders die een kind hebben dat gewoon is om op de buik of zij te slapen bespreken dit best met de opvang. Met een gezamenlijke aanpak kan je het kind leren op de rug slapen. 

    • Als ouders de rugligging willen aanleren, dan kan dit geleidelijk aan gebeuren. Een gezamenlijke aanpak thuis en in de opvang heeft het meeste kans op succes. 
    • Bij sommige kinderen vraagt deze aanpassing heel wat geduld en doorzettingsvermogen, maar uiteindelijk leren de meeste kinderen op de rug slapen. 
    • Zolang het kind in de overgangsperiode op de buik slaapt, raden we verhoogd toezicht aan. Laat de baby dicht in de buurt slapen en ga regelmatig kijken, luisteren en voelen. 
    • Blijven de ouders ondanks de inspanning toch kiezen voor buik- of zijligging of het lukt niet om het kindje op de rug te leren slapen, dan is er het attest slaaphouding. De opvang is niet verplicht om deze uitzondering toe te staan. 

    Tip: Je kan het attest ook gebruiken voor de beperkte overgangsperiode waarin je stap voor stap het kind op de rug leert slapen. Vul het attest dan aan met de termijn van deze overgangsperiode.

  • Voor het geven van geneesmiddelen, werkt de kinderopvang niet langer met doktersattesten. Voor geneesmiddelen die in de opvang moeten toegediend worden, is het etiket van de apotheker op de originele verpakking van het geneesmiddel met vermelding van de naam van de voorschrijvende arts de sleutel voor toediening in de opvang.

    Is toediening van het geneesmiddel in de opvang noodzakelijk en ontbreekt de naam van de voorschrijvende arts op het etiket? Verwijs de ouders naar de apotheek om de ontbrekende info op het etiket te vervolledigen.

  • Een organisator van kinderopvang moet elke crisis, klacht over een crisis en grensoverschrijdend gedrag zo snel mogelijk aan Opgroeien melden. Ook als er anderen betrokken zijn (politie, arts, …) moet de situatie aan Opgroeien gemeld worden. 

    • Wel melden
      • Ernstige feiten en ernstige ongevallen. De fysieke of psychische integriteit van een kind of de kinderen tijdens de kinderopvang is in gevaar. 
      • Voorbeelden: een ernstig lichamelijk letsel (bijvoorbeeld een breuk bij een baby), een overlijden, een grootschalige voedselvergiftiging, overmacht zoals brand, ontploffingsgevaar of een gifwolk, een ontvoering, een situatie van foutief pedagogisch handelen, een kind dat ongezien wegloopt uit de opvang, een (vermoeden van) kindermishandeling of seksueel misbruik,…
    • Niet melden
      • Kleine, alledaagse ongelukjes waarbij een kind een minimaal letsel oploopt en waarvoor je een verklaring kan geven. De fysieke of psychische integriteit van een kind of de kinderen tijdens de kinderopvang is niet in gevaar.
      • Voorbeelden: een schaafwond, een buil, een blauwe plek van het spelen, een pijnlijke enkel, een gekwetste vinger, ... 
    • Twijfel of iets wel of niet gemeld moet worden? 
      • Contacteer je klantenbeheerder. 
    •  Hoe melden? 
      • Van maandag tot vrijdag tijdens de kantooruren bij je klantenbeheerder
      • In nood van maandag tot vrijdag tussen 8 en 9 uur en van 16 tot 20 uur bij de Kind en Gezin-Lijn (078 150 100). 
  • Hoe word ik kinderbegeleider gezinsopvang? Hoe start ik een gezinsopvang? Ik wil kinderen opvangen bij mij thuis.

    Er zijn twee mogelijkheden:

    1. Je kan je aansluiten bij een organisator kinderopvang (een dienst voor onthaalouders). Jij vangt de kinderen op, veelal bij je thuis, maar het kan ook op een andere locatie. De organisator betaalt jouw kostenvergoeding, regelt je sociale zekerheid en neemt het meeste van de administratie op zich.

    2. Je kan zelf organisator gezinsopvang worden. Je werkt dan als zelfstandige en staat in voor de volledige organisatie en administratie van je eigen gezinsopvang.

    Lees er meer over op onze website.

  • Ik wil een crèche, kinderdagverblijf of groepsopvang starten. Ik wil onthaalouder worden. Ik wil kinderen opvangen.

    Zin om je eigen kinderopvang voor baby’s en peuters te starten? Dan kan je organisator van een gezinsopvang of een groepsopvang worden. Je kan je ook als onthaalouder aansluiten bij een dienst voor onthaalouders of bij een organisator gaan werken. Ontdek er meer over op onze website.