Veelgestelde vragen

Overzicht veelgestelde vragen en antwoorden per thema.

Starten met kinderopvang (4)

    • Mentes biedt gratis ondersteuning aan de prioritaire doelgroep en aan bepaalde opvanginitiatieven in handhaving. Samen met Opgroeien werd bepaald wie recht heeft op onze gratis ondersteuning. Meer informatie over de doelgroep vind je op de website van Mentes 
    • Naast deze doelgroepen heeft Mentes ook een aanbod voor iedereen met vragen over het organiseren van kinderopvang. Hiervoor kan je terecht bij het infopunt van Mentes 
    • Voor gezinsopvang volstaat het om eenvoudige hygiëneregels toe te passen. Om je werkwijze na te kijken of te verbeteren kan je de checklist hygiëne voor gezinsopvang gebruiken.  
    • Groepsopvang moet voldoen aan de wettelijke verplichtingen van het FAVV. Je vindt ze terug in de autocontrolegids.  
  • Ik wil kinderen opvangen bij mij thuis. Hoe word ik onthaalouder (ook kinderbegeleider gezinsopvang genoemd)? Of hoe start ik een gezinsopvang? 

    Er zijn twee mogelijkheden:

    1. Je kan je aansluiten bij een organisator kinderopvang (een dienst voor onthaalouders). Jij vangt de kinderen op, veelal bij je thuis, maar het kan ook op een andere locatie. De organisator betaalt jouw kostenvergoeding, regelt je sociale zekerheid en neemt het meeste van de administratie op zich.
    2. Je kan zelf organisator gezinsopvang worden. Je werkt dan als zelfstandige en staat in voor de volledige organisatie en administratie van je eigen gezinsopvang.

    Lees er meer over op onze website.

  • Ik wil zelf een crèche, kinderdagverblijf, groepsopvang of gezinsopvang opstarten. 

    Je kan organisator van een gezinsopvang of een groepsopvang worden. Je kan je ook als onthaalouder aansluiten bij een dienst voor onthaalouders of bij een organisator gaan werken. Ontdek er meer over op onze website.

Aanvraag vergunning (3)

  • In je arbeidsovereenkomst staat of je al dan niet een geheimhoudingsovereenkomst hebt. Opgroeien komt hier niet in tussen.  

    • Ja, dit houdt in beide gevallen een wijziging van opvangvorm in waardoor de organisator het starterstraject zal moeten volgen.  
    • De documenten die verplicht bijgevoegd moeten worden bij de aanvraag vergunning verschilt naargelang het type opvang. De beslissingstermijnen voor beide aanvragen blijven dezelfde. 
    • Meer informatie over de procedure en het formulier aanvraag vergunning vind je terug op onze website.  
  • Een organisator met minstens 12 vergunningen voor gezins- of groepsopvang die een aanvraag indient voor hetzelfde type, komt in aanmerking voor vrijstelling van alle onderdelen van het starterstraject.  Deze organisator mag een vereenvoudigde procedure voor de aanvraag van een vergunning volgen. 

    De organisator organiseert wel een traject gezinsopvang voor nieuwe aangesloten onthaalouders

Beleidsvoerend vermogen (2)

  • Ja, dat kan. Je zal uiteraard moeten aantonen hoe je dit als organisator zal inzetten in je kinderopvang. 

    Hoe zorg je als organisator voor een kwalitatieve en duurzame kinderopvang, gebaseerd op de 6 dragers van beleidsvoerend bermogen: 

    1. Duidelijk leiderschap 
    2. Geïntegreerde aanpak 
    3. Reflectieve, proactieve en reactieve houding 
    4. Innovatieve houding 
    5. Doeltreffende communicatie en transparantie 
    6. Samenwerking 
  • Duurzame opvang betekent een opvang met een lange termijnvisie die flexibel is. Je vertrekt vanuit een duidelijke missie en visie waarbij je nadenkt over je beleid, in lijn met de regelgeving. Hoe zie je jezelf als ondernemer? Hoe blijf je up-to-date en innovatief? Inzetten op je beleidsvoerend vermogen is hierbij van cruciaal belang.  

Diploma (8)

    • Door het IKA kan je medewerkers aantrekken die gemotiveerd zijn om in de kinderopvang te werken, maar nog niet het juiste diploma hebben.  
    • Zij kunnen een opleiding volgen terwijl ze als werknemer aan de slag gaan. De werknemer krijgt een tussenkomst in de schoolkosten en de werkgever kan bij VIVO een subsidie aanvragen voor de coaching en begeleiding op de werkvloer. Meer info en aanvraag op de website van VIVO.  
    • Vrijwilligerswerk valt onder de wetgeving over de vrijwilligers. Het Vlaams Welzijnsverbond maakte samen met vzw Present een brochure met meer info over vrijwilligerswerk in de kinderopvang. 
    • Voor specifieke vragen over het werken met vrijwilligers in jouw kinderopvang, neem je best contact op met je sociaal secretariaat of met het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw. 
    • Ja, je moet aan alle startvoorwaarden voldoen bij de start. Zo heb je op voorhand de verplichte documenten nodig, zoals kwalificaties, uittreksel uit strafregister, brandweerattest A of B, verslag infrastructuur. 
    • Hierop bestaat 1 uitzondering: Een kinderbegeleider groepsopvang kan zonder kwalificatie starten als:  
      • De kinderbegeleider een bewijs van een actief kwalificerend traject heeft: 
        • Ofwel een inschrijvingsbewijs voor een opleiding die leidt tot het vereiste kwalificatiebewijs.   
        • Ofwel een bewijs van een beroepskwalificerend EVC-traject. Dit is een traject waarbij je ‘eerder verworven competenties’ laat erkennen in een EVC-testcentrum. 
      • De kinderbegeleider ondersteund wordt op de werkplek.  
      • Per kinderbegeleider (1 VTE) in een kwalificerend traject er 3 voltijds equivalent kinderbegeleiders met een kwalificatiebewijs of afwijking kwalificatie zijn, op niveau van de organisator (dus niet noodzakelijk in dezelfde locatie)  
      • Er altijd een kinderbegeleider met een kwalificatiebewijs of afwijking kwalificatie aanwezig in de kinderopvanglocatie. 
  • Welke certificaten zijn geldig?

    •  Let op voor misleidende reclame voor erkende diploma’s. Sommige organisaties beweren dat hun opleiding tot een erkend diploma leidt en vermelden dat ze erkend zijn door de Vlaamse overheid. Dit klopt vaak niet: hun afgeleverde documenten zijn geen erkende studiebewijzen door het Ministerie van Onderwijs en Vorming en hebben geen formele waarde.  
    • Twijfel je of een opleiding voldoet? Contacteer dan Kind en Gezin | Opgroeien. 
  • Ja, dat kan. Je moet wel in de registratie opnemen onder welke rol je op welke uren werkt. Deze informatie is belangrijk om na te gaan of er voldoende begeleiding is voor het aantal aanwezige kinderen.  

    •  Het attest van kennis van organisatorisch beheer is niet meer verplicht vanaf 1 juli 2024.  Een organisator die een vergunning aanvraagt, moet wel een starterstraject doorlopen.   
    • Heb je al een attest van kennis van organisatorisch beheer en neem je een locatie over, start je een nieuwe locatie of wijzig je van opvangtype? Dan moet je toch een starterstraject doorlopen.  
    • Een organisator moet geen specifiek diploma hebben. Wel moet je als organisator voldoende beleidsvoerend vermogen hebben om kwaliteitsvolle en duurzame kinderopvang te realiseren. 
    • Als je nog een rol opneemt naast de rol van organisator, als verantwoordelijke of kinderbegeleider dan moet je wel over de kwalificatie beschikken die bij die rol hoort. 

Infrastructuur (2)

Ondernemingsnummer (4)

  • Ja, dat kan, Bij elke nieuwe vergunningsaanvraag moet je het starterstraject doorlopen waarin je beleidsvoerend vermogen wordt beoordeeld. 

  • Ja, dat kan. Meer informatie over een ondernemingsnummer vind je terug op de website van VLAIO . 

  • Neen, dit hoeft niet. Je kan hetzelfde ondernemingsnummer gebruiken. 

    • Ja. Wanneer je het intentieformulier indient moet je een ondernemingsnummer hebben. Dit ondernemingsnummer hoeft nog niet actief te zijn. Je betaalt hiervoor een eenmalige opstartkost, maar je hoeft nog geen sociale kosten te betalen.
    • Een ondernemingsnummer aanvragen kan via een erkend ondernemingsloket of via de boekhouder. Ook UNIZO of ondersteuningsorganisatie Mentes kunnen je hierbij verder wegwijs maken. 
    • Meer informatie over een ondernemingsnummer vind je terug op de website van VLAIO.  

Organisatiestructuur (6)

  • Voor vragen over je belastingen neem je best contact op met je boekhouder, je plaatselijk belastingkantoor of het contactcenter van de FOD Financiën. 

    • Via de website van UNIZO kan je een financieel kompas, specifiek voor kinderopvang, raadplegen. Hiermee kan je een simulatie maken. Financieel kompas kinderopvang 
    • Het financieel beleid komt aan bod tijdens het begeleidingstraject.  
  • Je stelt deze vraag best aan de concullega’s in jouw buurt. Ook kan je enkele boekhouders contacteren om te vragen of zij andere kinderdagverblijven in hun klantenbestand hebben. Zowel Mentes als Opgroeien kunnen hierover geen advies geven.  

  • Ja, dat kan. Denk er wel aan om een oplossing te voorzien wanneer je collega afwezig is.   

    • Ja, dat kan. Bekijk dan zeker onder welke ondernemingsvorm je een opvang wil starten. Je kan samen als vennoot of als bestuurder een kinderopvang organiseren. 
    • We vragen wel om aan Opgroeien één verantwoordelijke door te geven die de juiste kwalificaties heeft. De andere persoon kan wel als medeverantwoordelijke worden tewerkgesteld.  

Overname (3)

    • Neen. Voor een overname of wijziging rechtsvorm van een bestaande locatie is een opportuniteitsadvies niet nodig. 
    • Een opportuniteitsadvies van het lokaal bestuur is sinds 1 januari 2022 voor groepsopvang wel nodig als je: 

      • Een nieuwe vergunning locatie groepsopvang wil aanvragen.  
      • Een nieuwe vergunning locatie groepsopvang wil aanvragen na een weigering of opheffing vergunning. 
      • De opvanglocatie wil verhuizen binnen of buiten de gemeente. 
      • Het aantal vergunde plaatsen wil verhogen met minstens 9 plaatsen. 
      • een uitbreiding van gezinsopvang naar groepsopvang wil realiseren. 

       

  • De overlater die recht heeft op subsidie kan bij een overname of wijziging rechtsvorm afstand doen van zijn recht op voorbehoud van de subsidie. Zo krijgt de organisator-overnemer de mogelijkheid om subsidies aan te vragen. Meer informatie vind je op onze website.  

    • Neem je een locatie over en ben je zelf organisator, dan dien je een aanvraag vergunning wegens overname in en bezorg je alle nodige documenten om de aanvraag te vervolledigen. 
    • Meer informatie over de procedure voor overname vind je op de website van Kind en Gezin.  

Ratio (2)

  • De kindratio is het maximaal aantal kinderen dat een kinderbegeleider tegelijkertijd mag opvangen.

    • Voor groepsopvang en samenwerkende onthaalouders
      • Baby’s, peuters en schoolkinderen tot en met de lagere school   
    • Voor alleenwerkende onthaalouders
      • Baby’s, peuters en schoolkinderen tot en met de lagere school   
      • Kinderen die deel uitmaken van het gezin tellen mee tot en met de kleuterklas, als ze in de opvang aanwezig zijn. Met kinderen die deel uitmaken van het gezin, bedoelen we de inwonende kinderen (eigen kinderen, kinderen van de partner, pleegkinderen, …)    
      • Kleinkinderen tellen mee tot het einde van de lagere school. Wonen ze bij de grootouders, dan tellen ze mee tot het einde van de kleuterschool.  
      • Vriendjes tot en met de lagere school tellen mee. Als een andere volwassen persoon aanwezig is en voor hen zorgt, tellen ze niet mee. 
  • De kindratio is het maximaal aantal kinderen dat een kinderbegeleider tegelijkertijd mag opvangen.

    Neen. Je hebt net zoals de andere organisatoren tijd tot 31 december 2026 om de nieuwe ratio te behalen. Bij je inschrijvingsbeleid moet je er wel rekening mee houden dat deze ratio vanaf 1 januari 2027 toegepast wordt. 

Starterstraject (21)

  • In je arbeidsovereenkomst staat of je al dan niet een geheimhoudingsovereenkomst hebt. Opgroeien komt hier niet in tussen.  

  • Neen dit hoeft niet. Het advies van Mentes blijft 24 maanden geldig. Als je attest niet meer geldig is, zal je het starterstraject opnieuw moeten doorlopen. 

  • Of doorlopen wij dit zelf?

     De organisator moet het starterstraject doorlopen. 

  • Per organisator wordt er een administratieve kost van 350 euro aangerekend. 

    • Neen, één iemand van de organisatie is voldoende
    • Dit betekent dat er één aangewezen persoon binnen de organisatie kan zijn, die het intentieformulier invult, op kennismakingsgesprek komt en het begeleidingstraject bij Mentes volgt. De aangewezen persoon moet gemachtigd zijn om te handelen in naam van de organisator. 
    • Het is ook mogelijk dat jullie met meerdere personen het kennismakingsgesprek of het begeleidingstraject bij Mentes volgen.
    • Dat is moeilijk te bepalen omdat dit ook afhangt van het traject dat je bij Mentes kiest en de noden die je hebt.  
    • Voor het traject bij Mentes moet je ook stappen bij Opgroeien doorlopen. Meer informatie vind je terug in de procedure van het starterstraject. 
    • Hou voor je planning rekening met de data van de infosessies, doorlooptijd van het traject en inschrijvingsperiode voor het begeleidingstraject bij Mentes. Meer informatie over de data van de infosessies en data begeleidingstraject vind je terug op de website. 
  • Je begint best op tijd met de voorbereiding van je plannen. Het attest van het afronden van het starterstraject is 24 maanden geldig. Meer informatie vind je terug in de procedure van het starterstraject

  • Neen, dit kan niet. Je moet alle stappen achtereenvolgend doorlopen. 

  • Ja, dat kan. Het attest van Mentes is 24 maanden geldig na het afronden van het starterstraject. 

    • Neen, dat is niet nodig. Organisatoren en kandidaat-organisatoren die vanaf 1 juli 2024 een vergunning indienen moeten het starterstraject volgen. 
    • Indien je later een nieuwe vergunning aanvraagt, moet je wel het starterstraject doorlopen. 
  • Neen, de infosessie die je hebt gevolgd, blijft maximum 24 maanden geldig. Opgroeien houdt deelnemerslijsten bij. Opgroeien kan jouw deelname dus controleren.  

  • Ja, tenzij je van Opgroeien een vrijstelling krijgt. Opgroeien kan een (kandidaat-) organisator vrijstellen voor het kennismakingsgesprek en/of het begeleidingstraject.  

  • Neen. Er wordt niet enkel naar het aantal jaren werkervaring gekeken. Je moet ook kunnen aantonen dat je vanuit je specifieke ervaring in de kinderopvang of een gelijkaardige activiteit voldoende beleidsvoerend vermogen hebt om kinderopvang te organiseren. 

    • Bij een verhuis naar een andere locatie moet je geen starterstraject afronden. 
    • Opgroeien kan een (kandidaat-)organisator vrijstellen voor het kennismakingsgesprek en het begeleidingstraject. Je moet dan aantonen dat je vanuit je specifieke ervaring in de kinderopvang of een gelijkaardige activiteit voldoende beleidsvoerend vermogen hebt.
    • Je bent vrijgesteld voor alle onderdelen:
      • als je in aanmerking komt voor een vereenvoudigde vergunningsprocedure
        • als je op het moment van de aanvraag van een vergunning minstens 12 vergunningen hebt voor gezinsopvang of groepsopvang en een aanvraag indient voor dezelfde opvangvorm
      • als je minstens 2 jaar organisator bent én één van deze attesten van max. 24 maanden oud hebt: 
        • het traject is afgerond met een gunstig advies van Mentes
        • het traject is afgerond nadat je van Opgroeien een vrijstelling kreeg voor het interactief begeleidingstraject en eventueel het kennismakingsgesprek. 
  •  Zoals een bachelordiploma voorleggen?

    • Voor het kennismakingsgesprek moet je de voorafgaande stappen in het starterstraject doorlopen:
      • Kandidaten die nog geen (andere) vergunning hebben, volgen eerst een extra informatieve sessie van Opgroeien. Hierin krijg je onder meer info over het kinderopvanglandschap, het organiseren van kinderopvang, beleidsvoerend vermogen, de rol van Opgroeien, Zorginspectie, ondersteuners, lokale besturen, …  
      • De kandidaat-organisator bezorgt een intentieformulier aan Opgroeien. Hierin toon je aan in welke mate de competenties van beleidsvoerend vermogen aanwezig zijn.
    • Op het moment dat je de vergunning aanvraagt moet je voldoen aan de startvoorwaarden. Het kwalificatiebewijs van de verantwoordelijke is een startvoorwaarde en moet in orde zijn bij de vergunningsaanvraag.  
    • Op het moment dat je effectief start moet je ook aan de werkingsvoorwaarden voldoen.  
  • Dit waren toen een paar lessen. 

    Opgroeien zal, na het indienen van je intentieformulier, oordelen of je voldoende beleidsvoerend vermogen hebt om vrijgesteld te worden voor het kennismakingsgesprek of voor het begeleidingstraject bij Mentes, of voor beide onderdelen. 

  • Doorheen het begeleidingstraject van Mentes wordt er gewerkt met ‘het Startkompas Kinderopvang’.

    • Het Startkompas kinderopvang is een werkinstrument waarmee je je beleidsvoerend vermogen en de financiële en organisatorische haalbaarheid van je project kan inschatten.  
    • Het omvat alle stappen die je moet zetten om een ondernemings- en financieel plan op te stellen. 
    • Op basis van dit instrument, je deelname aan het regulier starterstraject bij de startersorganisatie en de sectorspecifieke sessies bij Mentes, formuleert Mentes een gemotiveerd advies op het einde van het traject. 
  • Alleen binnen het traject met UNIZO kan hier tot op zekere hoogte rekening mee worden gehouden. Dit gebeurt altijd in samenspraak met Mentes.  

  • Neen. Je moet dit geen tweede keer volgen. Mentes linkt jouw traject bij UNIZO aan het starterstraject.  

  • De inschrijvingsmodule vind je terug op de website van Mentes, onder het tabblad 'Academie’

  • De sessies van Mentes in het starterstraject vinden online en in groepsverband plaats. Als de hele groep akkoord is, kan er ook een live sessie worden georganiseerd.

    • Er zijn drie sessies van Mentes die ongeveer 2,5 uur per sessie duren. Deze vinden plaats ‘s avonds vanaf 19.30 uur. De inschrijvingsdata vind je terug op de website van Mentes. 
    • De sessie van Starterslabo, de START!workshops, vind je terug via agenda – Starterslabo. Dit zijn sessies die overdag plaatsvinden.
    • De sessies bij UNIZO leg je zelf vast in samenspraak met je starterscoach. 
    • Er zijn twee workshops: 
      • 1. Een webinar die je op eigen tempo bekijkt.  
      • 2. Een live workshop die op vaste tijdstippen wordt georganiseerd, afhankelijk van jouw regio.  

Subsidies (6)

  • Dit kan Opgroeien niet voorspellen. Wanneer de Vlaamse Regering budget voor bijkomende gesubsidieerde plaatsen vrijgeeft zal Opgroeien een oproep doen. De plaatsen zullen dan verdeeld worden op basis van programmatieregels die op voorhand bekend zullen zijn. Deze programmatie bepaalt waar, wanneer en hoeveel middelen er kunnen worden vrijgemaakt. 

     

  • Je moet een ondernemingsnummer hebben bij de aanvraag. Dit ondernemingsnummer hoeft nog niet actief te zijn. Je betaalt hiervoor een éénmalige opstartkost, maar je hoeft nog geen sociale kosten te betalen. 

  • De Vlaamse Regering voorziet een subsidieverhoging voor iedere plaats met minstens de basissubsidie (trap 1). Dit wordt dus meegenomen in een verhoogde basissubsidie, voor bestaande en voor nieuwe plaatsen met basissubsidie. 

  • De regelgeving stelt dat subsidies voor tien jaar worden toegekend. De subsidie wordt na tien jaar automatisch verlengd als een organisator voldoet aan alle subsidievoorwaarden.  

  • Je kan de basissubsidie aanvragen zolang het budget van de Vlaamse overheid dit toelaat.  

    • Je kan de basissubsidie aanvragen, zolang het budget van de Vlaamse overheid dit toelaat en als je voldoet aan een aantal voorwaarden. Meer info over de procedure voor nieuwe plaatsen vind je op de website. 
    • Nieuwe subsidies inkomenstarief en plussubsidies zijn enkel mogelijk wanneer de Vlaamse Regering hiervoor budget vrijgeeft. Dan doet Opgroeien een oproep op de website en de nieuwsbrief Kinderopvang. Hou er rekening mee dat niet iedere aanvrager de subsidie krijgt. Opgroeien kent de subsidies toe volgens programmatieregels en beslissingstermijnen die we op voorhand bekend maken. We gebruiken objectieve criteria die bepalen waar, wanneer en hoeveel subsidies we kunnen toekennen.  

AARON voor professionelen (23)

  • Als je de gegevens niet tijdig bezorgt, dan krijg je een aanmaning. Als het doorgeven van de uren een probleem blijft, dan krijg je een boete. Ouders hebben recht op de kinderopvangtoeslag en moeten dit op tijd krijgen.

  • Ja. Ouders hebben recht op de kinderopvangtoeslag. Als jij je aanwezigheden niet doorgeeft, dan krijgen de ouders geen toeslag. Je krijgt dan een aanmaning en eventueel een boete.

  • Controle is altijd mogelijk, bijvoorbeeld om na te gaan of de opvang niet structureel overbezet is.

  • Neen.

    • Je kan de basissubsidie aanvragen, zolang het budget van de Vlaamse overheid dit toelaat.
    • Om de administratieve last te beperken, kan je gratis Aaron gebruiken. 
    • De kinderopvangtoeslag geeft de ouders een financiële duw in de rug. Dit maakt de kinderopvang met vrije prijs aantrekkelijker
  • Via hun uitbetaler van het Groeipakket.

  • De ouders krijgen de kinderopvangtoeslag van hun uitbetaler van het Groeipakket.

    Er is 1 publieke (FONS) en 4 private uitbetalers (Infino, My Family, Kids Life en Parentia).

    Iedere uitbetaler betaalt dezelfde bedragen uit. De bedragen verschillen dus niet, maar de uitbetalers kunnen wel eigen accenten leggen in dienstverlening.

  • Een dag die geen zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is.

  • Ja. Dit kan bijvoorbeeld bij correcties of wanneer een buitenlands gezin moet wachten op het bisnummer van hun kind.

  • Opgroeien heeft de gegevens op tijd nodig omdat we nog controles doen:

    • Heeft de opvang een geldige vergunning?
    • Werkt de locatie zonder inkomenstarief?
    • Gaat het kind nog niet naar school?

    Na de controles geeft Opgroeien de aanwezigheden door aan de uitbetaler. De uitbetaler berekent hoeveel de ouders krijgen en betaalt de toeslag de twintigste van de maand.

  • Het gebruik van het rijksregisternummer is gebonden aan strikte privacyregels. Om de organisatoren niet te verplichten aan deze regels te voldoen, kozen we ervoor om het rijksregisternummer niet op te vragen.

  • Neen

    • Ouders die in Vlaanderen wonen en al een Groeipakket ontvangen, moeten geen rekeningnummer doorgeven. De kinderopvangtoeslag wordt door dezelfde uitbetaler betaald.
    • Ouders die in Brussel of Wallonië wonen, zijn niet gekend in het Groeipakket. De uitbetalers zullen met hen contact opnemen om het rekeningnummer te krijgen. Deze ouders kunnen ook zelf contact opnemen met een uitbetaler naar keuze.
  • Neen. Opgroeien vraagt alleen dat je de gegevens op tijd en correct bezorgt, ofwel via Aaron ofwel via je eigen IT-systeem

  • Er is geen automatische controle op het aantal dagen of uren. 

    • Er worden nooit meer dagen betaald dan het aantal dagen in de maand
    • Opgroeien zal wel steekproeven doen op de juistheid van de gegevens
  • Ja. Je mag de gegevens doorgeven vanaf de eerste van de maand die volgt op de opvangmaand. 

    Wijzigingen aan de gegevens mag je doorgeven tot en met de zevende dag van de maand. Opgroeien bezorgt de wijzigingen dan nog aan de uitbetaler.

  • Als het gaat om het kind van de onthaalouder, dan heb je geen recht op de kinderopvangtoeslag.

    • Als het gaat om de kinderen van de organisator niet. Je kan niet aan jezelf betalen.
    • Als het kinderen van de kinderbegeleiders zijn en zij betalen voor de opvang, dan kan het wel.
  • Voorbeelden

    • wendagen waarvoor geen inkomenstarief wordt betaald
    • kinderen van de onthaalouder, want deze kinderen mogen niet worden opgevangen aan het inkomenstarief
    • kinderen van familieleden tot de vierde graad waarvoor de opvang een ander tarief vraagt dan het inkomenstarief

    Neen. De ouder heeft geen recht op de kinderopvangtoeslag. De regelgeving Groeipakket bepaalt dat een ouder recht heeft op een kinderopvangtoeslag als het kind gebruik maakt van een vergunde opvangplaats waarbij de organisator niet werkt met inkomenstarief. De ouder betaalt voor dit kind geen inkomenstarief maar het kind wordt wel opgevangen op een plaats waar gewerkt wordt met inkomenstarief. Deze opvang is bovendien goedkoop of gratis, dus is het niet verantwoord om een kinderopvangtoeslag te krijgen.

  • Ja. De ouder heeft recht op de kinderopvangtoeslag. Dat is bijvoorbeeld zo in Antwerpen en Oostende.

  • Neen. Het kind moet aanwezig zijn om de kinderopvangtoeslag te krijgen.

  • Ja. De betaling van de kinderopvangtoeslag staat los van het betalen van de facturen.

  • Ja. De ouder behoudt zijn recht op de kinderopvangtoeslag.

  • Dit kan, maar gebeurt niet automatisch. De ouder moet dit aantonen bij zijn uitbetaler. De uitbetaler doet hiervoor een manuele aanpassing.

  • Het kind is schoolgaand zodra het is ingeschreven in een school, er gaat wennen of een halve dag of dag naar school gaat. Dan krijgen de ouders geen kinderopvangtoeslag meer.

    Als het kind voldoende aanwezig is in school, krijgen ze wel de kleutertoeslag tot en met het kind 4 jaar is. De school moet erkend zijn door de Vlaamse of de Franse Gemeenschap ofwel een buitenlandse school zijn.

Artsennet (3)

  • Om de 2 weken wordt een overzicht van de nieuwsberichten op Artsennet naar je mailbox gestuurd. Krijg je dit niet, controleer dan je mailadres op het portaal.

    1. Log in op het portaal ‘Mijn Kind en Gezin’ (als consultatiebureauarts of evaluerend arts). 
    2. Klik op de pulldownknop in de blauwe balk naast ‘Ingelogd als ‘CB Arts’ (of evaluerend arts).
    gegevens aanpassen voor Arstennet
    1. Klik op ‘Gegevens aanpassen’.
      Check of je mailadres correct is. Wijzig, indien nodig.
    mailadres invullen
    1. Bij wijziging mailadres krijg je onderstaande melding.
    melding aanpassen mailadres
    1. Ga naar je mail en klik op de activatielink. De wijziging wordt bevestigd.
  • Je hebt geen toegang omdat je nog niet bent ingelogd.

    Probeerde je het Artsennet te bereiken via de oude url van Extranet Artsen? Vanaf december 2021 log je in op het nieuwe Artsennet via Artsennet.opgroeien.be

  • Je bereikt het nieuwe Artsennet via Artsennet.opgroeien.be. Je logt in op de beveiligde omgeving via mijn.kindengezin.be.

    Ga naar Professionals Artsennet.

    Selecteer je functie om toegang te krijgen:

    • consultatiebureau-arts
    • evaluerend arts
    • adviserend arts
    • Opgroeien medewerker

Mijn Kind en Gezin voor professionelen (7)

  • Je hebt geen toegang omdat je nog niet bent ingelogd.

    Probeerde je het Artsennet te bereiken via de oude url van Extranet Artsen? Vanaf december 2021 log je in op het nieuwe Artsennet via Artsennet.opgroeien.be

  • Je bereikt het nieuwe Artsennet via Artsennet.opgroeien.be. Je logt in op de beveiligde omgeving via mijn.kindengezin.be.

    Ga naar Professionals Artsennet.

    Selecteer je functie om toegang te krijgen:

    • consultatiebureau-arts
    • evaluerend arts
    • adviserend arts
    • Opgroeien medewerker
  • Sinds april 2021 hebben alle nieuwe elektronische identiteitskaarten een beter beveiligde contactchip.  Heb je problemen met inloggen op Mijn Kind en Gezin met een recente eID? Doe dan een update van je software op het toestel dat je hiervoor gebruikt. Meer info op de website van eID.

  • Wil je vanuit een andere rol een attest inkomenstarief aanvragen, zet dan deze stappen:

    1. Klik op het pijltje naast je rol in de rechterbovenhoek van het scherm
    2. Klik op ‘Kies andere hoedanigheid’
    3. Klik op de tegel met de rol die je wil gebruiken

    Ben je geregistreerd en ingelogd, maar zie je foute rollen of enkel de rol 'ouder'? Contacteer je klantenbeheerder. Vermeld je naam, rijksregisternummer en e-mailadres waarop de registratie is gebeurd. 

  • Je ziet de rol waarmee je bent ingelogd in de rechterbovenhoek van het scherm.

  • Als je je eigen e-mailadres gebruikte bij de registratie van een ouder voor het aanvragen van een attest inkomenstarief op Mijn Kind en Gezin, dan kan je je niet meer registreren met hetzelfde e-mailadres. Een e-mailadres is uniek gekoppeld aan één profiel.

    Je kan dit op de volgende manieren oplossen:

    • Log in met de digitale sleutel van de ouder. Wijzig je eigen e-mailadres dat nu gekoppeld is aan het profiel van de ouder naar het juiste e-mailadres van de ouder. Bekijk hiervoor het stappenplan om je e-mailadres te wijzigen.
    • Of registreer je met je eigen digitale sleutel. Geef een eigen e-mailadres in dat anders is dan het e-mailadres dat je gebruikte voor het profiel van de ouder.
    • Lukt het nog niet? Contacteer de Kind en Gezin-Lijn.
  • Om toegang te krijgen tot de toepassingen voor inkomenstarief heb je als organisator één of meerdere gemachtigde personen nodig. Die personen geef je als organisator door aan Opgroeien. Hoe je dit doet, vind je in onze procedure.

Artsen (2)

  • Je hebt geen toegang omdat je nog niet bent ingelogd.

    Probeerde je het Artsennet te bereiken via de oude url van Extranet Artsen? Vanaf december 2021 log je in op het nieuwe Artsennet via Artsennet.opgroeien.be

  • Je bereikt het nieuwe Artsennet via Artsennet.opgroeien.be. Je logt in op de beveiligde omgeving via mijn.kindengezin.be.

    Ga naar Professionals Artsennet.

    Selecteer je functie om toegang te krijgen:

    • consultatiebureau-arts
    • evaluerend arts
    • adviserend arts
    • Opgroeien medewerker

Pedagogische ondersteuning voor professionelen (10)

  • Het is niet de bedoeling dat de pedagogische coach structureel meegeteld wordt als kinderbegeleider voor de ratio. Als door overmacht te weinig kinderbegeleiders beschikbaar zijn, kan de aanwezige pedagogisch coach uitzonderlijk wel meetellen om aan de vereiste ratio te kunnen voldoen.

    De pedagogische coaches ondersteunen de kinderbegeleiders in het versterken van hun beroepscompetenties terwijl ze samen met de kinderbegeleider instaan voor verzorgende en pedagogische taken bij de kinderen. Het VIA6 akkoord wil hiermee ook meer handen op de werkvloer van de kinderopvang. De pedagogische coaches zijn dus bedoeld als extra medewerkers bovenop het aantal kinderbegeleiders die aanwezig moeten zijn voor het aantal aanwezige kinderen.

  • Bijvoorbeeld: een vormingsreeks die doorloopt in het najaar 2022

    Ja, als je kan aantonen dat:

    1. de (contractuele) afspraken voor deze besteding ten laatste op 30 juni 2022 zijn vastgelegd;
    2. de factuur en de betaling uiterlijk op 30 juni 2022 zijn ontvangen én betaald.
  • Er is geen kwalificatielijst die de mogelijke diploma’s opsomt. Wel moet de pedagogische coach:

    • minstens een bachelordiploma hebben;
    • aantoonbare competenties of voldoende relevante ervaring hebben op pedagogisch vlak rond kinderopvang.

    De ondersteuning moet uitgaan van:

    Daarom moet de coach deze goed kennen en toepassen.

    De organisator of de samenwerking die de pedagogische coach aanstelt, maakt deze beoordeling en stelt de meest geschikte kandidaat aan.

  • Kan een organisator die tot nu zelf een pedagogisch ondersteuner heeft aangesteld, deze nieuwe subsidie gebruiken voor deze pedagogische ondersteuner?

    Ja. Je kan deze subsidie gebruiken voor (een deel van) de werkuren van de aanwezige pedagogische ondersteuner, als hij of zij aan de voorwaarden voldoet.

    Als er daardoor eigen middelen vrijkomen, zet je deze in voor:

    • ofwel extra uren kinderbegeleiders op de werkvloer;
    • ofwel extra pedagogische ondersteuning op de werkvloer.

    Zo maak je met deze nieuwe subsidies extra joburen op de werkvloer mogelijk. Je maakt hier zelf de meest aangewezen en onderbouwde keuzes voor jouw opvang.

  •  Opgroeien betaalt de éénmalige projectsubsidie 2021 voor einde 2021.

    Je ontvangt de structurele subsidie vanaf 2022 zoals de gewone subsidies: vier kwartaalvoorschotten en een saldo na afloop van het jaar. Dit kan pas opstarten wanneer de Vlaamse Regering de subsidie principieel goedkeurt. Dit staat gepland in januari 2022.

  • Er zijn verschillende mogelijkheden. Opvangorganisaties kunnen bijvoorbeeld:

    • onderling een samenwerking afspreken;
    • aansluiten bij een lokaal samenwerkingsverband, bv. vanuit het Lokaal Overleg Kinderopvang;
    • de vraag stellen aan een vormingsorganisatie;
    • aankloppen bij een ondersteunend netwerk dat al bestaat;
      • Ook Mentes en de pools gezinsopvang kunnen daarvoor aangesproken worden. Zij beslissen zelf of ze hun aanbod ruimer maken dan hun eigenlijke doelgroep.

    Je vindt alvast een aantal suggesties en tips op onze website.


  •  

    De inzet van een pedagogische coach moet voldoende betekenisvol zijn om effect te kunnen hebben. In overleg met de sociale partners is daarom bepaald dat een organisator die zelf een pedagogische coach aanstelt, deze minstens voor een minimale tijd a rato van 0,2 VTE moet kunnen inzetten. De 0,2 VTE kan op verschillende manieren worden ingevuld. Bijvoorbeeld 1 dag per week, 2 dagen per 14 dagen of een ganse week om de 5 weken, ...

    Waar dit niet lukt, wordt van de organisator verwacht om samen te werken met partners die samen minstens 0,5 VTE ondersteuner kunnen inzetten over alle deelnemers heen.

  • Het gaat hier over organisatoren gezinsopvang en groepsopvang:

    • zonder enige subsidie (Trap 0);
    • met enkel basissubsidie (Trap 1);
    • met maximum 18 plaatsen met subsidie voor inkomenstarief (Trap 2).
      • Let op: Organisatoren met onthaalouders in het sui generisstatuut of werknemersstatuut doen beroep op de pools gezinsopvang.

    We willen de middelen en het aanbod voor ondersteuning niet versnipperen.

    Deze organisatoren worden al door Mentes ondersteund in hun beleidsvoerend vermogen. Door de subsidie aan Mentes toe te vertrouwen, kunnen deze organisatoren ook voor pedagogische coaching op de werkvloer rekenen op de expertise van Mentes. Deze ondersteuning is gratis en Mentes neemt alle praktische organisatie van deze ondersteuning op de werkvoer op zich.

  • Het gaat hier over onthaalouders die bij een organisator zijn aangesloten:

    • sui generis onthaalouders;
    • onthaalouders in het proefproject werknemers.

    We willen de middelen en het aanbod voor ondersteuning niet versnipperen.

    Deze organisatoren zijn al verbonden aan één van de pools gezinsopvang die hen ondersteunt. Door de subsidie aan de pools gezinsopvang toe te vertrouwen, kunnen deze organisatoren ook voor pedagogische coaching op de werkvloer rekenen op de expertise van de pools.

    Deze ondersteuning is gratis.

  •  

    De pedagogische kwaliteit is in elke formele opvang essentieel. Het VIA6 akkoord voorziet daarom de subsidie voor pedagogische ondersteuning zowel voor de gesubsidieerde kinderopvang als voor de niet gesubsidieerde. Door deze subsidie toe te kennen op basis van het aantal vergunde plaatsen, is de berekeningsbasis voor elke opvang gelijk.

    De subsidie baseren op het aantal gesubsidieerde plaatsen zou een sterke ongelijkheid veroorzaken tussen:

    • organisatoren met en zonder subsidie;
    • opvang die voor al zijn plaatsen subsidie krijgt en opvang waar dat niet zo is. 

Inkomenstarief voor professionelen (3)

  • Een attest opzoeken voor een ouder kan op 3 manieren:

    1. Via 'Mijn Kind en Gezin'. Hiervoor heb je als organisator één of meerdere gemachtigde personen doorgegeven die gemachtigd zijn om deze toepassing te gebruiken. 
    2. Via het doorsturen van een Excel-lijst die Opgroeien aanvult met het inkomenstarief. 
    3. Via een webservice.

    STAP 1: Surf naar 'Mijn Kind en Gezin', klik op de tegel 'Inkomenstarief aanvragen of simuleren' en log in met je digitale sleutel.

    STAP 2: Kies de rol van 'Medewerker kinderopvang - Zoek attest inkomenstarief'. Rol wijzigen? Log uit, log opnieuw in en kies de juiste rol.

    STAP 3: Je bent ingelogd als 'Medewerker' kinderopvang'. Klik op de tegel 'Zoek attest inkomenstarief'.

    STAP 4: Vul de gegevens in om het attest op te zoeken voor een ouder

    Vul deze velden in:

    • naam kind, voornaam kind, geslacht kind, geboortedatum kind
    • postcode van de gemeente waar gezin is gedomicilieerd. Buitenlandse postcodes die meer dan 4 cijfers bevatten of letters, kunnen niet worden ingegeven. In deze situaties laat je het veld blanco. 
    • naam van de ouder
    • als er een partner is, wordt ook de naam van de partner opgevraagd

    STAP 5: Klik na het invoeren van alle gevraagde velden op 'Attest opvragen'. Wanneer alle gegevens correct werden ingevoerd, zie je als medewerker een lijst van de attesten van het kind. Via het icoontje in de kolom 'Download' kan je als medewerker het attest openen, opslaan en afprinten.

  • Wil je vanuit een andere rol een attest inkomenstarief aanvragen, zet dan deze stappen:

    1. Klik op het pijltje naast je rol in de rechterbovenhoek van het scherm
    2. Klik op ‘Kies andere hoedanigheid’
    3. Klik op de tegel met de rol die je wil gebruiken

    Ben je geregistreerd en ingelogd, maar zie je foute rollen of enkel de rol 'ouder'? Contacteer je klantenbeheerder. Vermeld je naam, rijksregisternummer en e-mailadres waarop de registratie is gebeurd. 

  • Je ziet de rol waarmee je bent ingelogd in de rechterbovenhoek van het scherm.

Berekening (1)

Problemen (5)

Subsidie inkomenstarief (2)

Attesten aanvragen voor een ouder (5)

  • Als organisator kinderopvang ben je verplicht de ouder te informeren en te ondersteunen bij het aanvragen van een attest inkomenstarief. Wanneer je hierbij problemen ondervindt, kan je contact opnemen met de Kind en Gezin-lijn op het nummer 078 150 100.

    OCMW’s en Lokale Loketten Kinderopvang kunnen ouders ondersteunen bij de aanvraag van een attest, maar dit is niet verplicht. Neemt er binnen je gemeente een OCMW en/of een Lokaal Loket Kinderopvang deze ondersteuning op, maak dan onderling afspraken over hoe en wanneer je eventueel ouders naar hen kan doorverwijzen.

  • Hoe vraag je als opvang, OCMW of Lokaal Loket Kinderopvang een attest inkomenstarief aan voor een ouder?

    Erg belangrijk

    Volg als organisator deze 4 trappen. Ze zijn een subsidievoorwaarde voor inkomenstarief en cruciaal om iedereen op tijd zijn attest te bezorgen. 

    Leg alvast dit klaar!

    1. de namen en geboortedata van de andere kinderen in het gezin
    2. het recent Belgisch aanslagbiljet: 
    • is er geen aanslagbiljet: een loonfiche of inkomensbewijs van de maand voor de aanvraag 
    • is er geen aanslagbiljet + start de opvang na moederschapsrust: een loonfiche of inkomensbewijs van de maand voor de moederschapsrust
       
    • aanslagbiljet, loonfiche of inkomensbewijs: van wie?
      • de ouder
      • ook van de partner waarmee de ouder getrouwd is of op hetzelfde adres samenwoont
      • niet getrouwd of geen partner: ook van één van de personen ouder dan 18 waarmee de ouder samenwoont (inkomen van kinderen + 18 jaar telt niet mee)
         

    Dit gaat over trap 3 uit bovenstaand stappenplan, namelijk 'Opvang (of OCMW of Lokaal Loket) vraagt attest aan in plaats van ouder'.

    STAP 1: Surf naar 'Mijn Kind en Gezin', klik op de tegel 'Inkomenstarief aanvragen of simuleren' en log in met je digitale sleutel.

    STAP 2: Kies één van deze rollen:

    • Medewerker kinderopvang - Attest inkomenstarief aanvragen 
    • Medewerker ocmw - Attest inkomenstarief aanvragen
    • Medewerker Lokaal Loket Kinderopvang - Attest inkomenstarief aanvragen 
    • Rol wijzigen? 
      • Klik op het pijltje naast  je rol in de rechterbovenhoek van het scherm
      • Kies ‘Kies andere hoedanigheid’
      • Klik op de tegel met de rol die je wil gebruiken

    STAP 4: Klik op de knop 'Attest inkomenstarief aanvragen'

    STAP 5: Aanmaken van een nieuwe aanvraag

    • Kies of de ouder zijn inkomen bekend wil maken of niet:
      • Als je klikt op 'ja', dan betaalt de ouder volgens zijn inkomen.
      • Als je klikt op 'nee', dan betaalt de ouder voor de opvang het maximumtarief.
    • Duid aan of het een eerste aanvraag is of niet. Kies de optie 'Nee' voor een eerste aanvraag.

    STAP 6: Vul de gegevens van de ouder in. Vul alle velden in voor een correcte aanvraag.

    • Vul in of de ouder alleenstaand is of niet (= samenwoont).
      • Met samenwonen bedoelen we alle situaties waarbij er minstens 2 volwassen personen gedomicilieerd zijn op hetzelfde adres: partner, vriend(in), familielid.
      • Naast het inkomen van de ouder wordt er ook rekening gehouden met het inkomen van de andere volwassene die gedomicilieerd is op hetzelfde adres.
      • Het inkomen van een meerderjarig kind van de ouder wordt niet gebruikt voor de berekening van het inkomenstarief.
    • Vul het inkomen in, als de ouder ervoor koos om zijn inkomen bekend te maken.
      • Heeft de ouder een Belgisch aanslagbiljet?
        • Vul in het veld 'Jaarinkomen' het bedrag in van de rubriek 'gezamenlijk belastbaar inkomen' op het recentste Belgische aanslagbiljet.
        • Vind je dit niet op het recentste aanslagbiljet? Vul dan het bedrag in van de rubriek 'gezamenlijk belastbaar inkomen'.
        • Aanslagbiljet kwijt? De ouder kan een duplicaat aanvragen bij FOD Financiën (02 572 57 57)
      • Heeft de ouder geen Belgisch aanslagbiljet?
        • Vul in het veld 'Bruto maandinkomen' het loon in van de maand vóór de maand van de aanvraag van het attest inkomenstarief.
        • Start de opvang direct na het moederschapsverlof? Dan neem je de laatste maand voor de start van het moederschapsverlof.
        • Als de ouder met een formeel document aantoont dat hij geen inkomen heeft, vul '0' in.
    • Vul de naam, voornaam en adresgegevens van de ouders in.

    STAP 7: Vul de gegevens van alle kinderen ten laste in, tot en met de leeftijd van 12 jaar.

    • Op deze lijn(en) wordt alle info opgenomen over het kind dat een attest nodig heeft en eventuele kinderen die in aanmerking komen voor de korting voor kinderlast. Deze kinderen kunnen gedomicilieerd zijn op het adres van de ouder of op een ander adres (bv. bij een echtscheiding). 
    • Duid aan of er een meerling is in het gezin.
    • Vermeld bij elk kind:
      • de geboortedatum;
      • of het kind ten laste is van de ouder;
      • of het kind een pleegkind is;
      • of er een attest inkomenstarief wordt gevraagd;
      • de gevraagde startdatum van het attest bij het kind waarvoor een attest nodig is.

    STAP 8: Vul in of er een specifieke situatie is. De lijst van specifieke situaties verschilt naargelang het inkomen. Als de ouder zijn inkomen bekend maakt en zich in één van specifieke situaties bevindt, dan kan je dit aanvinken. Zo krijgt hij een individueel verminderd tarief. 

    • Het OCMW-tarief kan je hier niet kiezen, dit kan enkel aangevraagd worden via Kind en Gezin en op basis van een beslissingsdocument. Meer info.
    • Als de ouder niet onder één van de situaties valt, kies je 'geen van onderstaande uitzonderingen'.
    • Meer info over de individueel verminderde tarieven en het OCMW-tarief vind je in de brochure inkomenstarief.

    STAP 9: Klik op de knop 'Verder' en je krijgt een overzicht van de aanvraag en het inkomenstarief.

    STAP 10

    • Je kan vrijblijvend je eigen e-mailadres invullen. 
    • Ga akkoord met de voorwaarden en klik op de knop 'Maak mijn attest aan'. 

    STAP 11: Je kan nu een samenvatting van de aanvraag en het attest downloaden en printen.

  • Ja. 

    Als een medewerker van het Huis van het Kind taken uitvoert voor het Lokaal Loket Kinderopvang, dan kan die persoon opgegeven worden als gemachtigd gebruiker voor de attesten inkomenstarief.  Dat is ook mogelijk als die medewerker geen personeelslid is van de organisator van het loket.

    De organisator van het Lokaal Loket Kinderopvang is wel verantwoordelijk voor het correct gebruik van de machtiging in de verklaring op eer onderaan het aanvraagformulier voor de machtiging.

    Opgroeien raadt aan om de wederzijdse rechten en plichten van de samenwerking met personen die niet in het Lokaal Loket tewerkgesteld zijn vast te leggen in een schriftelijke overeenkomst.

  • Kan de ouder zelf geen attest inkomenstarief aanvragen en heeft de ouder een digitale sleutel (eID, itsme), dan kan de ouder bij de opvang ook ter plaatse een attest aanvragen. 

    Samen met de ouder doorloop je de volledige aanvraagprocedure op de computer van de opvangvoorziening. Log je in met de digitale sleutel (eID of itsme) van de ouder. Respecteer hierbij de privacy en laat de ouder zelf zijn pincode ingeven. 

    STAP 1

    Je registreert de ouder met zijn of haar digitale sleutel op Mijn Kind en Gezin via de computer van de opvangvoorziening. Bij de registratie wordt het e-mailadres van de ouder gevraagd. Meer informatie zie het volledige stappenplan voor registreren met een digitale sleutel

    STAP 2

    Er wordt een bevestigingsmail naar het e-mailadres van de ouder gestuurd.

    STAP 3

    Klik op de link in de bevestigingsmail om de registratie te vervolledigen. Hierna moet de ouder opnieuw inloggen met zijn of haar digitale sleutel op Mijn Kind en Gezin.

    • Beschikt de ouder over een mobiele telefoon zonder Itsme en kan de ouder zijn of haar mailbox bij de opvangvoorziening ter plaatse raadplegen:
      • De ouder opent de e-mail op zijn of haar mobiele telefoon.
      • De ouder stuurt de bevestigingsmail van Mijn Kind en Gezin door naar het e-mailadres van de opvangvoorziening.
      • Open deze e-mail op de computer van de opvangvoorziening (waaraan de kaartlezer met e-ID van de ouder is gekoppeld) en klik op de bevestigingslink.
    • Heeft de ouder geen mobiele telefoon bij de hand:
      • Laat de de ouder via de computer van de opvang (waaraan de kaartlezer met e-ID van de ouder is gekoppeld) zijn of haar mailbox openen. 
      • De ouder kan van hieruit de link in de bevestigingsmail aanklikken.
      • Tip: Is de ouder het wachtwoord van zijn of haar mailbox vergeten? Laat de ouder een nieuw persoonlijk wachtwoord aanmaken.

    STAP 4

    Je komt terug op het portaal van Mijn Kind en Gezin met de boodschap: 'Je bent er bijna! Daarna kan je gebruikmaken van alle toepassingen van Kind en Gezin. Gelieve nogmaals in te loggen.' 

    Om de registratie af te ronden, moet de ouder opnieuw inloggen met zijn of haar digitale sleutel op Mijn Kind en Gezin. Klik hiervoor op de knop “inloggen” in het bericht. Opgelet: Pas na het opnieuw inloggen is de registratie voltooid! Daarna kan je samen met de ouder het attest inkomenstarief aanvragen.

  • Om toegang te krijgen tot de toepassingen voor inkomenstarief heb je als organisator één of meerdere gemachtigde personen nodig. Die personen geef je als organisator door aan Opgroeien. Hoe je dit doet, vind je in onze procedure.

Consultatiebureau-arts (11)

  • Ik ben een militaire huisarts in opleiding en val niet onder het sui generis statuut. Onder welk statuut kan ik een vergoeding krijgen?

    Je kan bij Opgroeien een vergoeding krijgen onder het statuut van zelfstandige (niet als HAIO).

  • Je verklaart bij je erkenningsaanvraag dat je voldoende actieve kennis van het Nederlands hebt. Opgroeien kan je vragen een studiebewijs (master geneeskunde behaald in het Nederlands) of een attest ERK C1 niveau voor te leggen. 

  • Kan ik mijn prestaties als consultatiebureau-arts met 1 onderneming die meerdere rekeningnummers heeft laten uitbetalen op meerdere rekeningnummers van deze onderneming?

    Neen, dit kan niet. Opgroeien kan je prestaties enkel uitbetalen op 1 rekeningnummer.

  • Kan ik als consultatiebureau-arts en zorgtoeslagarts verbonden aan 2 ondernemingen ook laten uitbetalen aan 2 ondernemingen?

    Lever je prestaties als erkende zorgtoeslagarts en als erkende consultatiebureau-arts, dan kan Opgroeien deze prestaties slechts uitbetalen aan 1 onderneming. Voor je prestaties als consultatiebureau-arts en als zorgtoeslagarts moet je dus hetzelfde rekeningnummer doorgeven.

  • Kan ik een deel van mijn prestaties aan een onderneming laten uitbetalen en een ander deel aan een andere onderneming?

    Neen. Opgroeien kan maar op 1 rekeningnummer vergoedingen betalen. Als je zowel op een regulier consultatiebureau als op een prenataal consultatiebureau prestaties levert, dan kan Opgroeien de prestaties slechts vergoeden aan 1 onderneming.

  • Zowel de burgerlijke als de beroepsaansprakelijkheidsverzekering zijn verplicht in de regelgeving. 

    • De beroepsaansprakelijkheidsverzekering (contractuele aansprakelijkheid) gaat om schade die je door een beroepsfout zou kunnen veroorzaken.
    • De burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering (buitencontractuele aansprakelijkheid) gaat om schade die je aan een derde (bv. een verpleegkundige, vrijwilliger, ouder, ...) zou kunnen veroorzaken die niet gedekt is door je beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Sommige verzekeraars bieden deze verzekering in pakket aan of als een uitgebreide beroepsaansprakelijkheidsverzekering. 

    Je bent als consultatiebureau-arts niet verantwoordelijk voor de verpleegkundige of de gebouwen waarin je je opdrachten uitvoert. Deze zaken dienen dan ook niet gevat te zijn door de verzekering die je afsluit. Ben je Huisarts in Opleiding bekijk dan zeker of er een polis is die zowel de beroeps- als burgerlijke aansprakelijkheid dekt.

  • Als je jouw kennis van het Nederlands niet kan aantonen op basis van een studiebewijs (master in de geneeskunde in het Nederlands), dan kan Opgroeien je vragen een attest voor te leggen waaruit blijkt dat je het behaalde taalvaardigheidsniveau ERK C1 niveau behaalt voor luisteren, gesprekken voeren, lezen en schrijven.

    Waar kan je dit attest bekomen?

  • Ja. Voor je zittingen op het consultatiebureau kan opnemen, bezorg je een uittreksel uit het strafregister ‘Model Artikel 596.2 minderjarigenmodel’ aan Opgroeien. Dit uittreksel mag niet ouder zijn dan een maand.    

  • Neen. Bij je erkenningsaanvraag verklaar je dat een goede algemene gezondheid hebt. 

    Bij twijfel kan Opgroeien je vragen een attest bij je behandeld arts (een andere arts dan jezelf) op te vragen. Deze arts verklaart dat je in goede gezondheid bent voor het uitvoeren van je opdracht als consultatiebureau-arts.

  • Ja. Elke persoon die in België als zelfstandige werkt, heeft een ondernemingsnummer nodig, ook wie een vrij beroep heeft. 

    • Als arts kun je een accreditering aanvragen bij het RIZIV. Accreditering is de erkenning van je deelname aan navormingsactiviteiten en ‘peer review’-sessies. Je kan dit aanvragen bij het RIZIV als je aan de voorwaarden voldoet. Deze accreditering is 3 jaar geldig. 
    • Voor bepaalde opleidingen vraagt Opgroeien accreditering aan bij het RIZIV. Als je geaccrediteerd bent bij het RIZIV, ontvang je voor deze opleiding geen vergoeding van Opgroeien. 
    • Als je geen accrediteringsdossier hebt bij het RIZIV, krijg je voor bepaalde niet geaccrediteerde opleidingen van Opgroeien een vergoeding. 
    • Breng Opgroeien altijd zo snel mogelijk op de hoogte als er iets wijzigt in je accrediteringsdossier. 
    • Voor meer info kan je terecht op de website van het RIZIV

Evaluerend arts (17)

  • Het is als HAIO niet mogelijk om een erkenning als evaluerend arts te krijgen en als evaluerend arts aan de slag te gaan.

    De huisartsen-in-opleiding beperken hun medische werkzaamheden tot de opleidingstaken in uitvoering van het stageplan. Betaalde medische nevenactiviteiten zijn wettelijk niet mogelijk (MB 17/07/2020) en kunnen in elk geval geen andere of bijkomende inkomsten genereren voor de huisartsen-in-opleiding. Aanvullende stages, die georganiseerd worden vanuit de opleidingspraktijk, behoren bij de eigenlijke praktijkstage en maken dus deel uit van het stageplan. Voor de aanvullende stages is geen extra of bijkomende vergoeding voorzien.

    Voorbeeld: een HAIO kan gerust (binnen de uren van het werk- en opleidingsplan) consultaties doen bij Kind en Gezin op voorwaarde dat de praktijkopleider een contract afsloot met Kind en Gezin waarbij dan de HAIO en/of de praktijkopleider diensten leveren voor Kind en Gezin en de betaling ervoor naar de praktijkopleider gaat. 

    Het is wel mogelijk om het sui generis statuut als huisarts-in-opleiding te combineren in een samengesteld statuut voor niet-medische activiteiten naast de stages. Indien de huisartsen-in-opleiding een niet-medische beroep uitoefent als zelfstandige (met volledige sociale bijdrage) of als werknemer (buiten de uren die voorzien zijn voor stages en studieactiviteiten) kunnen zij dit combineren met dit sui generis statuut.

  • Kan ik als arts kiezen om een deel van mijn prestaties aan 1 onderneming te laten uitbetalen en een ander deel van mijn prestaties aan een andere onderneming?

    Neen. Opgroeien betaalt maar aan 1 onderneming.

  •  

     

    Neen, we betalen als Opgroeien maar aan 1 onderneming.

  • Kan ik mijn prestaties als evaluerend arts met 1 onderneming die meerdere rekeningnummers heeft laten uitbetalen op meerdere rekeningnummers van deze onderneming?

    Neen, dit kan niet. Opgroeien kan je prestaties enkel uitbetalen op 1 rekeningnummer.

  • Je kan op deze werkplekken van Opgroeien terecht:  

    • VAC Leuven
    • VAC Gent
    • VAC Brugge
    • Office-Center Hasselt
    • Regiohuis Wilrijk 
    • We zoeken samen naar een geschikte locatie die aansluit bij de vraag.

    Je kan ook evaluaties uitvoeren in je eigen privépraktijk. Privépraktijken komen in aanmerking als ze aan deze voorwaarden voldoen:

    • Rolstoeltoegankelijkheid van de praktijk- en wachtruimte, sanitair en parking
    • Onderzoekstafel met opstap
    • PC, Notebook en internetconnectie

    Let op! ! Je kan geen evaluaties opnemen voor patiënten uit je privépraktijk.

  • De medewerkers van het team zorgtoeslagevaluatie nemen een aantal administratieve zaken op zoals het inplannen van consulten, patiënten oproepen, post verwerken … 

    Je klantenbeheerder beheert jouw dossier en staat in voor de betalingen van de vergoedingen. 

  • Neen. Je moet zelf een notebook hebben. 

     

  • Hoe ga ik om met pediatrische vragen die ouders stellen tijdens de evaluatie? Kan ik hiervoor een bijkomend consult aanrekenen?

    Voor bijkomende vragen verwijs je ouders door naar de behandelende arts. Je kan tijdens je consult enkel de evaluatie opnemen. 

    Je kan niet tegelijk behandelend arts en evaluerend arts zijn. Je kan dus geen dossiers evalueren van kinderen die je zelf in je praktijk ziet

  • Ja, als de praktijk aan deze voorwaarden voldoet:

    • Rolstoel toegankelijke praktijk- en wachtruimte, sanitair en parking
    • Onderzoekstafel met opstap
    • Schrijfmateriaal, papier, kleurplaten, leesmateriaal aangepast aan de leeftijd, stapelblokken, schoenveter, aangepast materiaal om vaardigheden te evalueren
    • PC, Notebook en internetconnectie. 
  • Een evaluatie neem ongeveer een half uur in beslag. De voorbereidingstijd is afhankelijk van het inhoudelijke dossier en ervaring.

  • Moet ik de evaluaties voltijds opnemen of kan ik dit combineren met een privé praktijk?

    Je kan deze evaluaties combineren met een privé praktijk, maar je moet minimum 1 dagdeel per week evaluaties met ouders doen. Reken ook wat tijd om de evaluaties voor te bereiden. 

    • Als arts kun je een accreditering aanvragen bij het RIZIV als je aan bepaalde voorwaarden voldoet. Accreditering is de erkenning van je deelname aan navormingsactiviteiten en ‘peer review’-sessies. Deze accreditering is 3 jaar geldig. 
    • Voor bepaalde opleidingen vraagt Opgroeien accreditering aan bij het RIZIV. Als je geaccrediteerd bent bij het RIZIV, ontvang je voor deze opleiding geen vergoeding van Opgroeien. 
    • Als je geen accrediteringsdossier hebt bij het RIZIV, krijg je voor bepaalde niet geaccrediteerde opleidingen van Opgroeien een vergoeding. 
    • Breng Opgroeien altijd zo snel mogelijk op de hoogte als er iets wijzigt in je accrediteringsdossier. 
    • Voor meer info kan je terecht op de website van het RIZIV
  • Neen. Je verklaart bij je erkenningsaanvraag dat je dit kan voorleggen wanneer Opgroeien dit vraagt. 

     

  • Moet ik een attest voorleggen aan Opgroeien waaruit een goede algemene gezondheid blijkt? 

     Neen. Opgroeien vraagt je bij je erkenningsaanvraag om te verklaren dat je over een goede algemene gezondheid beschikt.  

    Opgroeien kan je vragen om een attest van je behandeld arts (andere dan jezelf) voor te leggen. Deze arts verklaart dan dat je in goede gezondheid bent voor het uitvoeren van je opdracht als evaluerend arts.  

  • Je verklaart bij je erkenningsaanvraag dat je voldoende actieve kennis van het Nederlands hebt. Opgroeien kan je vragen een studiebewijs (master geneeskunde behaald in het Nederlands) of een attest ERK C1 niveau voor te leggen. 

  • Ja, je kan enkel als evaluerend arts optreden op zelfstandige basis. Elke persoon die in België als zelfstandige aan de slag gaat heeft een ondernemingsnummer nodig. Dit is ook het geval voor vrije beroepen. 

  • Als je jouw kennis van het Nederlands niet kan aantonen op basis van een studiebewijs (master in de geneeskunde in het Nederlands), dan kan Opgroeien je vragen een attest voor te leggen waaruit blijkt dat je het behaalde taalvaardigheidsniveau ERK C1 niveau behaalt voor luisteren, gesprekken voeren, lezen en schrijven.

    Waar kan je dit attest bekomen?

Kinderopvang voor professionelen (22)

    • Mentes biedt gratis ondersteuning aan de prioritaire doelgroep en aan bepaalde opvanginitiatieven in handhaving. Samen met Opgroeien werd bepaald wie recht heeft op onze gratis ondersteuning. Meer informatie over de doelgroep vind je op de website van Mentes 
    • Naast deze doelgroepen heeft Mentes ook een aanbod voor iedereen met vragen over het organiseren van kinderopvang. Hiervoor kan je terecht bij het infopunt van Mentes 
  • De kindratio is het maximaal aantal kinderen dat een kinderbegeleider tegelijkertijd mag opvangen.

    • Voor groepsopvang en samenwerkende onthaalouders
      • Baby’s, peuters en schoolkinderen tot en met de lagere school   
    • Voor alleenwerkende onthaalouders
      • Baby’s, peuters en schoolkinderen tot en met de lagere school   
      • Kinderen die deel uitmaken van het gezin tellen mee tot en met de kleuterklas, als ze in de opvang aanwezig zijn. Met kinderen die deel uitmaken van het gezin, bedoelen we de inwonende kinderen (eigen kinderen, kinderen van de partner, pleegkinderen, …)    
      • Kleinkinderen tellen mee tot het einde van de lagere school. Wonen ze bij de grootouders, dan tellen ze mee tot het einde van de kleuterschool.  
      • Vriendjes tot en met de lagere school tellen mee. Als een andere volwassen persoon aanwezig is en voor hen zorgt, tellen ze niet mee. 
  • De kindratio is het maximaal aantal kinderen dat een kinderbegeleider tegelijkertijd mag opvangen.

    Neen. Je hebt net zoals de andere organisatoren tijd tot 31 december 2026 om de nieuwe ratio te behalen. Bij je inschrijvingsbeleid moet je er wel rekening mee houden dat deze ratio vanaf 1 januari 2027 toegepast wordt. 

    • Neen. Voor een overname of wijziging rechtsvorm van een bestaande locatie is een opportuniteitsadvies niet nodig. 
    • Een opportuniteitsadvies van het lokaal bestuur is sinds 1 januari 2022 voor groepsopvang wel nodig als je: 

      • Een nieuwe vergunning locatie groepsopvang wil aanvragen.  
      • Een nieuwe vergunning locatie groepsopvang wil aanvragen na een weigering of opheffing vergunning. 
      • De opvanglocatie wil verhuizen binnen of buiten de gemeente. 
      • Het aantal vergunde plaatsen wil verhogen met minstens 9 plaatsen. 
      • een uitbreiding van gezinsopvang naar groepsopvang wil realiseren. 

       

  • De overlater die recht heeft op subsidie kan bij een overname of wijziging rechtsvorm afstand doen van zijn recht op voorbehoud van de subsidie. Zo krijgt de organisator-overnemer de mogelijkheid om subsidies aan te vragen. Meer informatie vind je op onze website.  

    • Neem je een locatie over en ben je zelf organisator, dan dien je een aanvraag vergunning wegens overname in en bezorg je alle nodige documenten om de aanvraag te vervolledigen. 
    • Meer informatie over de procedure voor overname vind je op de website van Kind en Gezin.  
    • Door het IKA kan je medewerkers aantrekken die gemotiveerd zijn om in de kinderopvang te werken, maar nog niet het juiste diploma hebben.  
    • Zij kunnen een opleiding volgen terwijl ze als werknemer aan de slag gaan. De werknemer krijgt een tussenkomst in de schoolkosten en de werkgever kan bij VIVO een subsidie aanvragen voor de coaching en begeleiding op de werkvloer. Meer info en aanvraag op de website van VIVO.  
    • Vrijwilligerswerk valt onder de wetgeving over de vrijwilligers. Het Vlaams Welzijnsverbond maakte samen met vzw Present een brochure met meer info over vrijwilligerswerk in de kinderopvang. 
    • Voor specifieke vragen over het werken met vrijwilligers in jouw kinderopvang, neem je best contact op met je sociaal secretariaat of met het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw. 
    1. Meld onmiddellijk aan Opgroeien de zaken die je verplicht moet melden
    2. Zorg voor een goede klachtenprocedure en neem een open houding aan zodat ouders weten dat ze met hun bezorgdheden bij jou terecht kunnen. 
    3. Neem in het huishoudelijk reglement op dat ouders in tweede instantie terecht kunnen bij Opgroeipunt. Geef de contactgegevens van Opgroeipunt mee. 
  • Opgroeien registreert alle meldingen in één registratiesysteem, zowel de meldingen die de opvang zelf doet als meldingen die anderen over een opvanglocatie doen. 

    De opvang doet een melding of dient klacht in

    De klantenbeheerder bespreekt in een intern overleg of er verdere opvolgingsstappen nodig zijn. Opgroeien brengt de opvang op de hoogte van wat er met de melding gebeurt. 

    Een ouder of burger doet een melding of dient klacht in over de opvang

    Een klantenbeheerder ‘Meldingen en communicatie’ volgt dit op. Deze persoon heeft contacten met de melder en met de klantenbeheerder. Zo wordt de melding vanuit beide perspectieven bekeken. 

    De klantenbeheerders bekijken samen of verdere opvolgingsstappen nodig zijn, bv. informatie opvragen, vragen aan Zorginspectie om een bezoek te brengen aan de opvang.

  • Opgroeien spoort ouders aan om hun bezorgdheden of klachten eerst bij de kinderopvang zelf te melden De kinderopvang kan dan volgens zijn klachtenprocedure nagaan wat er is gebeurd en of de opvang iets kan ondernemen om de bezorgdheden van ouders weg te nemen. 

    Vindt de ouder geen oplossing of is de drempel te groot om dit de jouw opvang te melden, dan kan deze persoon dit melden bij Opgroeipunt. Ook lokale besturen, Lokale Loketten burgers en andere organisaties kunnen met hun bezorgdheden en klachten bij Opgroeipunt terecht. 

  • De wettelijk verplichte meldingen, bijvoorbeeld bij een crisis, moet je aan je klantenbeheerder kinderopvang doen. Opgroeipunt staat voor je klaar wanneer je klantenbeheerder niet bereikbaar is

    Heb je zelf meldingen of klachten over de werking van Opgroeien of de werking van het Lokaal Loket Kinderopvang, dat kan je als organisator Kinderopvang bij Opgroeipunt terecht. 

  • Er bestaat geen richtlijn of regelgeving hoe vaak je best bij slapende kinderen gaat kijken, voelen en luisteren. De omstandigheden kunnen dagelijks verschillen: de leeftijd van de kinderen, hun slaapgewoontes of wenperiode, de temperatuur, … De aanpak kan verschillen per leefgroep, kind of dag.

    Hoe pak je dat als organisator aan?

    • Je legt een eigen visie en aanpak vast, op basis van een risicoanalyse die rekening houdt met de context.  Je besteedt aandacht aan de risico’s en de noden van de kinderen en doet aanpassingen om de risico’s aanvaardbaar te maken.
    • Zorg ervoor dat alle medewerkers de afspraken naleven.
    • In een leefgroep met meerdere kinderbegeleiders maak je best heldere afspraken. Het kan bijvoorbeeld handig zijn om een tijd te plakken op het toezicht.

    Enkele voorbeelden

    • Een baby laat je in de nabijheid in de leefruimte slapen zodat hij nooit uit het zicht is.
    • Voor een baby die te veel last heeft van de drukte in de leefruimte maak je een rustig hoekje waarop je toch voldoende toezicht kan houden.
    • Bij een baby die net in de opvang is of terugkomt na een periode van ziekte, ben je nog alerter.
    • Op hete zomerdagen verhoog je het toezicht.
    • Bij peuters kan het toezicht minder intensief maar als de peuters op veldbedjes slapen, blijf je best in de buurt.
    • Een peuter die wakker wordt van zodra je de deur van de slaapruimte nog maar open doet,
      • heeft misschien minder slaapbehoefte of geen nood aan een dutje op dat moment?
      • slaapt misschien beter in een rustruime waar minder kinderen liggen?
  • De verwarming lager zetten om energie te besparen, kan dit in de kinderopvang? Een veel gestelde vraag waarop we hier een antwoord geven. 

    Kijk of de temperatuur voor de kinderen aangenaam en comfortabel is

    • Je kan zelf kiezen op welke temperatuur je de thermostaat instelt. Er staat in de regelgeving geen minimumtemperatuur voor de kinderopvang. 
    • Bij hoge energiekosten kan het interessant zijn om de verwarming een graadje lager te zetten. Het welbevinden van de kinderen is hierbij belangrijk.  
      • De meeste kinderen hebben een comfortabel gevoel tussen 20 °C en 22 °C, bij een normale speelactiviteit en met aangepaste kledij.
      • Voor een slaapruimte is 18 °C een ideale temperatuur.
      • De voetjes zijn de meest betrouwbare plaats om te voelen wanneer je twijfelt of een baby het voldoende warm heeft. Voelen die prettig lauw aan dan is het in orde. Koude handen zijn niet ongewoon, die liggen namelijk meestal bloot en voelen daardoor sneller fris aan. Als je baby zweet, heeft hij of zij het te warm.

    Tips

    • Warme lucht stijgt. Op de speelmat op de grond zal het wat koeler zijn dan op “volwassen” hoogte. 
    • Een actieve baby of peuter heeft het sneller warm dan een kind dat stil ligt of zit.
    • Ga wat vaker buiten spelen. Als je uit de kou naar binnen komt, dan voelt het snel lekker warm.
    • Zorg voor een goed evenwicht tussen kledij, bedmateriaal en omgevingstemperatuur. (Zie tips over veilig slapen

    Let op met alternatieve verwarmingssystemen: gas- of petroleumkacheltjes, elektrische bijverwarming

    • Groepsopvang
      • De brandveiligheidsvoorschriften verbieden deze alternatieve verwarmingssystemen.
      • Enkel deze niet-verplaatsbare systemen zijn toegestaan:
        • centrale verwarming
        • elektrische verwarming zonder zichtbare weerstand
        • gesloten individuele (water)verwarmingstoestellen die aangesloten zijn als een type C met externe aanvoer van buitenlucht en externe afvoer van verbrandingsgas
    • Gezinsopvang
      • zorgt voor maatregelen om brand te voorkomen 
      • maakt een risicoanalyse en sluit de onaanvaardbare risico’s uit
      • vermijdt (verplaatsbare) kachels of toestellen met een open vlam. Ze houden heel wat risico's in:
        • Brandgevaar: vrijstaande toestellen kunnen omgestoten worden en vergroten het risico op brand.
        • Verbranding: deze toestellen worden heet.
        • CO-vergiftiging: een goede rook- of gasafvoer en voldoende verluchting zijn noodzakelijk.  
      • Op de website Is mijn woning brandveilig vind je meer info: "gebruik nooit verplaatsbare toestellen op petroleum, kerosine of gas. Ze zijn heel gevaarlijk want ze hebben geen schoorsteen of rookafvoerpijp.  Ze verbruiken zuurstof uit je kamer, waarna de verbrandingsgassen in die kamer terecht komen."
  • Ja. 

    • Voor kinderen jonger dan 18 maanden moet het aan de veiligheidsnormen voldoen. 
    • Neem extra veiligheidsmaatregelen bij stapelbedden.

     

  • Vergunning

    • Wanneer de regelgeving over kinderopvang niet wordt nageleefd, zal Opgroeien vragen om dit in orde te brengen. Gebeurt dit niet of is er een onmiddellijk gevaar voor de kinderen, dan kan Opgroeien de vergunning van de opvang intrekken. Opgroeien kan ook boetes geven. 
    • Naast de voorwaarden die in de regelgeving staan, geeft Opgroeien ook heel wat aanbevelingen. Deze aanbevelingen zijn gebaseerd op wetenschappelijke informatie. Omdat aanbevelingen niet letterlijk in de regelgeving opgenomen zijn, kan Opgroeien ze niet afdwingen. De opvang beslist zelf of ze de aanbevelingen volgt of niet. De opvang kan voor een goed overwogen alternatief. 

    Aansprakelijkheid

    Hou rekening met je aansprakelijkheid. Wanneer in de opvang een fout wordt gemaakt waardoor iemand schade lijdt, dan kan een rechter de opvang aansprakelijk stellen.

    Een fout kan bestaan uit:

    • het niet naleven van een rechtsregel, bv. wanneer de fysieke of psychische veiligheid van kinderen in het gedrang komt
    • onzorgvuldig of onverantwoord handelen. Hier gaat een rechter na of de opvang zich als ‘verantwoord handelend persoon’ heeft gedragen. De rechter kan zich hiervoor baseren op de aanbevelingen van Opgroeien. 
  • Wat moet de opvang doen als een minderjarige of een dronken ouder een kind komt ophalen?

    De opvang is verantwoordelijk voor de veiligheid van de opgevangen kinderen. Je moet handelen als elke andere voorzichtig handelende persoon. Dit betekent dat je de concrete situatie inschat: 

    • Ben je ervan overtuigd dat elke andere voorzichtige persoon het kind zou meegeven, dan doe je dat. 

    • Heb je twijfels over de veiligheid van het kind, dan ga je best samen met de ouder na of er geen andere oplossing mogelijk is. Bijvoorbeeld: 

      • Wanneer een zeer jong kind een ander kind afhaalt, nagaan of er geen andere volwassene is die het kind kan afhalen

      • Wanneer een ouder die het kind komt halen dronken is, maar nog aanspreekbaar, voorstellen om na een uurtje terug te komen of de partner verwittigen

    • Oordeel je dat er een gevaar is voor het kind, dan geef je het kind niet mee.

    Tip: Neem de aanpak op in het huishoudelijk reglement. Dit is niet verplicht.

  • Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten bij maaltijden in de kinderopvangsector voorzien door een externe leverancier?

    Aandachtspunten voor de kinderopvang 

    • Als kinderopvang zorg je dagelijks voor gezonde maaltijden aangepast aan de leeftijd van de kinderen. Jij blijft hiervoor verantwoordelijk, ook al werk je samen met een externe leverancier.
    • Maak goede afspraken voor je met een leverancier in zee gaat. Bv. over de samenstelling van het weekmenu, aangepaste maaltijden voor een kind met voedingsallergie, vegetarisme, halal, …
    • Volg de voedingsadviezen van Kind en Gezin om de best mogelijke keuzes te maken. Deze adviezen zijn gebaseerd op recente wetenschappelijke inzichten over voeding bij zeer jonge kinderen. Omdat hun lichaam nog in volle ontwikkeling is, hebben zij andere voedingsbehoeften dan grotere kinderen en volwassenen. In de adviezen is ook rekening gehouden met de adviezen van de Hoge Gezondheidsraad en van de voedingsdriehoek.
    • Maak ook duidelijke afspraken over de voedselveiligheid
    • Elk kind kiest hoeveel het eet. Sommigen hebben een grotere eetlust dan anderen, en de eetlust van één kindje kan variëren naargelang de periode.

    Aandachtspunten voor de traiteur

    • Kies voor verse voedingsmiddelen.
    • Vermijd het gebruik van zout. Te veel zout eten is ongezond en belast de nieren van jonge kinderen. Zonder toegevoegd zout leert de baby de natuurlijke smaak van de voeding ook beter kennen. Dit geldt ook voor bouillonblokjes die vooral uit extracten bestaan. 
      • De bereidingswijze heeft invloed op de smaak. Stoom, pocheer of rooster de producten of bereid ze in eigen nat om de natuurlijke smaak te behouden. Voeg een beetje vetstof toe.
      • Je kan zachte kruiden toevoegen aan de maaltijd.
      • Afhankelijk van de leeftijd kan je het assortiment kruiden uitbreiden met sterker smakende kruiden en pikante specerijen. 
    • Kies best voor weinig of niet bewerkte producten, want bewerkte producten bevatten vaak veel zout en additieven.
    • Vermijd het gebruik van ongezonde vetten.
      • Vette sauzen zijn niet geschikt voor jonge kinderen, omdat ze vaak bereid worden met vette ingrediënten en zout.  
    • Hou bij de samenstelling van het weekmenu en de textuur van de maaltijden rekening met de leeftijd van de kinderen.
    • Bouw de hoeveelheid vlees/vis/eiwitvervangers stapsgewijs op. 
    • Maak het menu duurzamer.
  • Bijten komt regelmatig voor bij kleine kinderen in de kinderopvang. Vooral in een groep bijten ze soms letterlijk van zich af. Bijten kan ook een manier zijn om contact te zoeken met andere kinderen. Dit gedrag heeft met de ontwikkeling van het kind te maken. Stilaan leert het wat wel en niet kan in het omgaan met andere kinderen. 

    Tips voor begeleiders

    • Bied de nodige structuur en duidelijkheid. Dit geeft een kind een gevoel van veiligheid en rust: een overzichtelijke inrichting, vaste momenten, duidelijke regels, informatie over wat er gaat gebeuren.
    • Door te verwoorden wat er gebeurt, beseft een kind soms dat het zich anders moet gedragen. Een kind heeft niet altijd zicht op zichzelf, de groep en de gevolgen van zijn gedrag.
    • Soms komt ongewenst gedrag voort uit verveling en nietsdoen. Geef tijdig spelimpulsen die de kinderen uitdagen.

    Goed verzorgen van de bijtwonde

    • Een goede wondzorg primeert. En dit moet samengaan met het bekijken van de vaccinatiestatus van het kind.
    • Een kind met een open, bloedende bijtwonde moet naar de huisarts of kinderarts. Bloedt het kind niet, dan kan eventueel afgewacht worden. De huisarts of kinderarts beslist over de verdere stappen. 
    • Meer informatie op Gezondheid en wetenschap/Eerste hulp bij een mensenbeet

    Goed overleg met de ouders

    • Leg uit waarom bijtgedrag voorvalt: het hoort bij de ontwikkeling en een kind leert dat dit niet mag.
    • Voor een kind dat bijt:
      • een gezamenlijke aanpak thuis en in de opvang helpt. Bekijk samen wat haalbaar en wenselijk is voor het kind
    • Voor een kind dat gebeten werd:
      • Leg uit hoe het is voorgevallen, waar en wanneer.
      • Verduidelijk welke stappen je neemt om het bijtgedrag te voorkomen.
  • De kinderopvang moet alle kinderen jonger dan 1 jaar op de rug te slapen leggen. Bij een medische reden kan daarvan afgeweken worden. Dit is een van de maatregelen om wiegendood te voorkomen.

    Ouders die een kind hebben dat gewoon is om op de buik of zij te slapen bespreken dit best met de opvang. Met een gezamenlijke aanpak kan je het kind leren op de rug slapen. 

    • Als ouders de rugligging willen aanleren, dan kan dit geleidelijk aan gebeuren. Een gezamenlijke aanpak thuis en in de opvang heeft het meeste kans op succes. 
    • Bij sommige kinderen vraagt deze aanpassing heel wat geduld en doorzettingsvermogen, maar uiteindelijk leren de meeste kinderen op de rug slapen. 
    • Zolang het kind in de overgangsperiode op de buik slaapt, raden we verhoogd toezicht aan. Laat de baby dicht in de buurt slapen en ga regelmatig kijken, luisteren en voelen. 
    • Blijven de ouders ondanks de inspanning toch kiezen voor buik- of zijligging of het lukt niet om het kindje op de rug te leren slapen, dan is er het attest slaaphouding. De opvang is niet verplicht om deze uitzondering toe te staan

    Tip: Je kan het attest ook gebruiken voor de beperkte overgangsperiode waarin je stap voor stap het kind op de rug leert slapen. Vul het attest dan aan met de termijn van deze overgangsperiode.

  • De kinderopvang gebruikt het etiket van de apotheker op de originele verpakking van het geneesmiddel met vermelding van de naam van de voorschrijvende arts. Dit is essentieel voor een correcte toediening.

    Is toediening van het geneesmiddel in de opvang noodzakelijk en ontbreekt de naam van de voorschrijvende arts op het etiket? Verwijs de ouders naar de apotheek om de ontbrekende info op het etiket te vervolledigen. 

  • De organisator is wettelijk verplicht om een aantal situaties aan zijn klantenbeheerder melden. Op onze webpagina vind je wat je moet melden en hoe je dat doet.

Voorrangsregels (6)

  • Hoe kan ik de voorrangsregels voor inkomenstarief verzoenen met de voorwaarden van een Centrum voor Inclusieve opvang (CIK)?

    Als je een subsidie ontvangt als CIK, ben je verplicht om een pro-actief opnamebeleid hebben voor kinderen met een specifieke zorgbehoefte. Deze subsidie vereist dat je op jaarbasis minimaal 7 kinderen met een specifieke zorgbehoefte opvangt en dat je minimaal 750  kinderopvangprestaties van kinderen met een specifieke zorgbehoefte realiseert. Dit is niet verzoenbaar met de voorrangsregels voor inkomenstarief.

    Dit betekent dat je als CIK vrijgesteld bent van de toepassing van de 'gewone' voorrangsregels voor alle locaties waarvoor je subsidie inkomenstarief ontvangt. 

    Locaties waarvoor je plussubsidie ontvangt passen de voorrangsregels voor plussubsidie toe.

  • Hoe kan ik de voorrangsregels voor inkomenstarief verzoenen met de voorwaarden voor dringende opvangplaatsen (DOP) en structurele plaatsen inclusie?

    Als je een subsidie hebt voor DOP of structurele plaatsen inclusie, dan moet je daarvoor voldoen aan specifieke voorwaarden. Zo moet de opvang toegankelijk zijn voor bepaalde gezinnen en moet er een minimale bezetting behaald worden.  Deze voorwaarden zijn niet verzoenbaar met de voorrangsregels voor inkomenstarief.

    Dit betekent dat je de voorrangsregels voor inkomenstarief enkel moet toepassen op de overige opvangplaatsen en niet op de plaatsen waarvoor deze specifieke subsidies gelden.

  • Geldt de afwijking van 10% ook voor gezinnen met kinderen met een specifieke zorgbehoefte?

    Ja. Door hun specifieke gezins- en zorgsituatie werken deze gezinnen meestal niet voltijds of 4/5de. 

    Je kan voor dit gezin de 10% afwijking toepassen

    Je kan het advies om gebruik te maken van kinderopvang doen attesteren door elke organisatie die het gezin ondersteunt. Dit hoeft dus geen gespecialiseerde dienst te zijn. Het kan bijvoorbeeld ook een medewerker van het lokaal team van Kind en Gezin of van een Lokaal Loket Kinderopvang zijn.  

  • Goed om weten:

    • Voorrangsregels gelden enkel als er meerdere aanvragen zijn voor één plaats. Als je enkel een vraag krijgt van een gezin dat niet voldoet aan de voorrangscriteria,  dan kan je deze plaats toekennen zonder dat je beroep moet doen op de afwijking. Op die manier is het dus mogelijk dat op jaarbasis meer dan 10% van de gezinnen niet voldoen aan de criteria voor voorrang.
    • Doe je beroep op de afwijking, dan kan je dit enkel doen als er op dat moment geen 10% van de op dat moment opgevangen kinderen niet voldoen aan de criteria voor voorrang. 
    • Je bepaalt in je opnamebeleid of je gebruik maakt van deze afwijking en hoe je de afwijking van de voorrang toepast.
  • Neen, dat kan niet. Dan heb je geen voorrangsbeleid. Je bepaalt op welk tijdstip je vragen bekijkt en plaatsen toekent. Bijvoorbeeld: één keer per week of één keer per maand of enkel als er een plaats vrijkomt.

    In sommige steden of gemeenten worden hier afspraken over gemaakt in samenwerking met het Lokaal Loket Kinderopvang.

    Werk een opnamebeleid uit waarin de voorrangsregels concreet worden gemaakt voor jouw opvanglocatie. Bepaal hierbij wanneer je plaatsen toewijst. Neem je opnamebeleid op in je huishoudelijk reglement zodat je ouders correct kan informeren over hoe jij de wettelijke regels toepast.

  • Een gelijktijdige vraag is wanneer je meerdere aanvragen hebt voor eenzelfde plaats. Dan ben je verplicht bent om die plaats toe te kennen aan het gezin met de voorrangskenmerken. Op het moment dat verschillende vragen moeten worden afgewogen voor een zelfde plaats, pas je dus het voorrangsbeleid toe.