Wat met een kind dat bijt in de opvang?

Bijten komt regelmatig voor bij kleine kinderen in de kinderopvang. Vooral in een groep bijten ze soms letterlijk van zich af. Bijten kan ook een manier zijn om contact te zoeken met andere kinderen. Dit gedrag heeft met de ontwikkeling van het kind te maken. Stilaan leert het wat wel en niet kan in het omgaan met andere kinderen. 

Tips voor begeleiders

  • Bied de nodige structuur en duidelijkheid. Dit geeft een kind een gevoel van veiligheid en rust: een overzichtelijke inrichting, vaste momenten, duidelijke regels, informatie over wat er gaat gebeuren.
  • Door te verwoorden wat er gebeurt, beseft een kind soms dat het zich anders moet gedragen. Een kind heeft niet altijd zicht op zichzelf, de groep en de gevolgen van zijn gedrag.
  • Soms komt ongewenst gedrag voort uit verveling en nietsdoen. Geef tijdig spelimpulsen die de kinderen uitdagen.

Goed verzorgen van de bijtwonde

  • Een goede wondzorg primeert. En dit moet samengaan met het bekijken van de vaccinatiestatus van het kind.
  • Een kind met een open, bloedende bijtwonde moet naar de huisarts of kinderarts. Bloedt het kind niet, dan kan eventueel afgewacht worden. De huisarts of kinderarts beslist over de verdere stappen. 
  • Meer informatie op Gezondheid en wetenschap/Eerste hulp bij een mensenbeet

Goed overleg met de ouders

  • Leg uit waarom bijtgedrag voorvalt: het hoort bij de ontwikkeling en een kind leert dat dit niet mag.
  • Voor een kind dat bijt:
    • een gezamenlijke aanpak thuis en in de opvang helpt. Bekijk samen wat haalbaar en wenselijk is voor het kind
  • Voor een kind dat gebeten werd:
    • Leg uit hoe het is voorgevallen, waar en wanneer.
    • Verduidelijk welke stappen je neemt om het bijtgedrag te voorkomen.