Opvoedingsvaardigheden

Opvoeden is je kind ondersteunen in de ontwikkeling naar zelfstandigheid. Een liefdevolle en ondersteunende omgeving, zowel thuis als waar je kind opgevangen wordt, bevordert de ontwikkeling en groei. Dat loopt niet altijd even gemakkelijk: je groeit in je ouderrol, soms sta je er alleen voor, of je zoekt naar een nieuw evenwicht met een andere partner die misschien ook kinderen heeft … Heel wat mensen kunnen mee een belangrijke rol spelen: grootouders, begeleiders in de opvang, leerkrachten, vrienden, buren, andere kinderen … 

De ontwikkeling van je kind en de manier waarop je kind later in het leven staat, wordt beïnvloed door heel wat factoren: erfelijke aanleg, temperament, invloeden uit de omgeving en maatschappij. Dit zijn factoren waar je vaak weinig of geen invloed op hebt. Wat je wel in de hand hebt, is de manier waarop jij met je kind omgaat. Hieronder vind je een aantal handvatten die jou daarbij kunnen helpen.  

Ga snel naar

    Zoeken naar een goed evenwicht

    Ouder worden is een levensgebeurtenis die je vooraf (nog) niet helemaal kan bevatten. Je maakt keuzes om verschillende rollen te combineren: ouderschap en werk, de relatie met je partner en tijd voor jezelf, familie en vrienden. Het is een uitdaging om een evenwicht te vinden.

    Er zijn voor je kind

    Bij de geboorte is een baby hulpeloos en aangewezen op iemand die hem of haar verzorgt. Basisbehoeften als eten en drinken zijn van levensbelang, net als affectie en liefdevolle verzorging.

    Naast liefdevolle verbondenheid heeft je kind ook nood aan:  

    • autonomie, je kind wil voor bepaalde zaken zelfstandig te werk kunnen gaan en eigen keuzes maken.  

    • ondersteuning bij  de ontwikkeling van capaciteiten en vaardigheden.  

    Een baby ontwikkelt zeer snel. In het hele leven evolueert een mens nooit sneller dan in die eerste levensjaren. Je merkt vrij snel dat je jonge peuter zelf keuzes zal willen maken. Peuters zijn bijzonder trots als ze iets kunnen doen wat ze voordien nog niet konden zonder hulp van iemand anders. Het kunnen op onderzoek gaan, uitproberen, ontdekken dat ze iets zelf kunnen, … is bijzonder belangrijk voor de ontwikkeling van eenkind.  

    Maar het loopt niet altijd even makkelijk. Je kind stuit soms op grenzen omdat je kind iets nog niet kan of omdat het niet veilig is (bijvoorbeeld: niet alleen de straat oversteken maar een hand geven). Kinderen botsen op grenzen van hun ouder(s) en dat kan leiden tot driftbuien.  

    Op weg naar zelfstandigheid heeft ieder kind, in meer of mindere mate, een kader of grenzen nodig dat houvast betekent.

    Gedrag is de taal van je kind

    Baby's zijn al vroeg in staat om te tonen dat ze ergens plezier aan beleven, dat iets hen niet zint, dat ze bang of boos zijn. Ze gebruiken daarvoor gelaatsuitdrukkingen, lichaamssignalen en bewegingen en hebben een waaier aan mogelijkheden om hun stem te gebruiken: van zachtjes zeuren tot hartverscheurend huilen, van knorrend spinnen tot luidkeels schateren.  

    Via hun lichaam tonen baby's dat ze het niet goed stellen, door over- of onder actief te worden, hun lijfje op te spannen of net te slap te worden. Je kind kan met de beentjes trappelen bij plezier, de beentjes opspannen en uitstrekken kan dan weer een teken zijn van spanning of pijn.  

    Zowel huilen als wegkijken van wat onrust geeft, zijn signalen om te laten weten dat de situatie je baby niet bevalt. Lachend oogcontact maken toont dan weer dat alles goed gaat.  

    Ook eet- en slaappatronen kunnen al vroeg signalen geven over hoe je baby het stelt.

    Bouwen aan een warme en liefdevolle relatie

    Leiding geven aan een kind werkt best in een warme en liefdevolle relatie met je kind. Dat werkt in twee richtingen. 

    Basisingrediënten om leiding te geven aan je kind:

    • Op een positieve manier naar je kind kijken, met realistische verwachtingen.
    • Het gedrag van je kind proberen te begrijpen en dat laten merken aan je kind.
    • Luisteren en praten met elkaar.
    • Duidelijkheid en structuur bieden.

     

    Wist je dat?

    De zorg voor de lichamelijke ontwikkeling van een baby (groei, gewichtstoename en gezondheid) zijn een vanzelfsprekend aandachtspunt vanaf de geboorte. Voor een gezonde ontwikkeling en groei is ook aandacht voor het emotionele en relationele welbevinden van het jonge kind heel belangrijk. Psychische problemen, gedragsmoeilijkheden, gezondheid op volwassen leeftijd, hebben vaak al hun voorlopers in de eerste levensjaren. 

    Grenzen aangeven

    Grenzen aangeven en het gedrag van je kind bijsturen doe je in de eerste plaats om je kind te helpen in zijn of haar groei en ontwikkeling, niet om je kind te kwetsen.

    Grenzen aangeven is: 

    • je verwachtingen formuleren en voorspelbaarheid creëren. Ook vastleggen van de gevolgen als je kind de grenzen niet respecteert. 
    • vertrouwen in de ontwikkeling van je kind. Dat betekent uitdagingen aanbieden aan je kind, maar ook realistische verwachtingen hebben in wat je kind kan en nog niet (volledig zelfstandig) kan. 
    • toezicht houden en consequent opvolgen van je verwachtingen. Weet ook dat het niet elke dag lukt om even consequent te zijn en dat is helemaal normaal. 
    • je kind aanmoedigen en ondersteunen waardoor je kind zijn of haar vaardigheden met wat hulp kan oefenen. 

    Je kind leert:

    • zich veilig en rustig voelen bij jou, omdat je duidelijk aangeeft wat mag en niet, wat veilig is en wat niet en wat het goed doet en al kan.
    • waarom iets mag of niet (bv. een hand geven op straat omdat er auto’s in de buurt rijden)
    • zijn of haar gevoelens herkennen, benoemen en ermee omgaan (bv. boos zijn omdat iets niet mag)
    • zijn of haar gedrag in de hand te houden
    • rekening houden met anderen (bv. samen opruimen, leren delen …)

    Wat betekent dat voor jou?

    • Meer rust en een aangename sfeer in huis. Koesteren en grenzen aangeven zorgt ervoor dat je minder tussenbeide moet komen voor negatief gedrag van je kind.
    • Een fijne band met je kind.
    • Een positief gevoel als ouder als je kind zich fijn gedraagt.

    Anders in elk gezin

    Iedereen worstelt met dezelfde soort vragen over gedrag van hun kinderen (bv. niet(s) willen eten, moeilijk gaan slapen …) en zoekt naar manieren om hiermee om te gaan.

    Bovendien kan je de druk voelen om te voldoen aan bepaalde verwachtingen vanuit de maatschappij, jezelf, je ouders, je vrienden… Mensen voeden uiteindelijk op hoe ze het zelf best aanvoelen en dat verschilt dus voor elke ouder, elk kind en elk gezin.

    Je gaat als ouder op zoek naar een opvoedmethode die je ligt en die aansluit bij je persoonlijkheid, afgestemd is op je gezinssituatie en opvoedingsdoelen die je voor ogen hebt.

    Bovendien werkt een bepaalde aanpak goed bij je ene kind en bij je andere kind misschien net helemaal niet. Het ene kind is van nature uit bv. gevoeliger voor een compliment dan een ander kind (dat heeft onder andere met temperament te maken). Je aanpak en verwachtingen aanpassen aan wat voor jouw kind realistisch is, is belangrijk.

    Stem je opvoedingsaanpak ook af met je partner: waarin verschilt jullie aanpak en hoe kunnen jullie elkaar aanvullen?

    Hoe ben je zelf opgevoed?

    Hoe je zelf bent opgevoed, geeft niet altijd houvast hoe je het zelf zou willen aanpakken. Wat vond je prettig en wil je graag op dezelfde manier doen? Wat net niet? Hoe zou je het anders willen aanpakken? Was het voor jou duidelijk welk gedrag verwacht werd in welke situatie? Wie maakte je dat duidelijk en hoe?

    Iedereen heeft zijn eigen afspraken en gewoonten. Dit hangt samen met:

    • je leefomgeving
    • je opvoedingservaringen, tradities en verwachtingen van je familie, je culturele eigenheid, je geloofsovertuiging, je wensen en verwachtingen ten opzicht van je kind …
    • de opvoedingsstijl(en) die jij en je partner verkiezen en hanteren en hoe die overeenkomt met het temperament, de leeftijd of de ontwikkeling van je kind
    • de concrete situatie op een bepaald moment.

    Praktische tips

    Het gedrag van je kind heeft een betekenis. Baby's en peuters kunnen nog niet (goed) verwoorden wat ze voelen en denken. Ze tonen dit met gedrag. Via verzorgen, koesteren, grenzen stellen, spelen ... begrijp je als ouder het gedrag van je kind. Kinderen die voelen dat ze begrepen worden, worden ook rustiger in hun gedrag (bijvoorbeeld: zicht getroost voelen als ze huilen). 

    Bovendien toont onderzoek aan dat ouders die vooral aandacht hebben voor positief gedrag minder vaak moeten ingrijpen op gedrag dat ze als storend ervaren.

    Gezin wandelt in het bos hand in hand
    Hoe omgaan met bepaalde situaties en gedrag van jouw kind?

    Ouderschap is elke dag anders. Uiteraard is ieder kind anders en zijn de omgeving en situaties waarin je als ouder je kind opvoedt ook verschillend van andere ouders. Een bepaalde aanpak zal beter bij jou, je kind en situatie passen dan andere suggesties. Belangrijk hierin is dat je streeft naar ouderschap waar de noden van je kind én van jezelf centraal staan.  

    Lees onze tips

    Opvoeden verloopt niet altijd zoals verwacht

    Opvoeden verloopt niet altijd zoals verwacht. Soms is het je dag niet. Erover praten helpt. Heb je vertrouwenspersonen die het kunnen overnemen als het voor jou te moeilijk wordt? Kan je bij je ouders, buren, vrienden terecht om raad te vragen, te praten over jouw kijk op opvoeding, te vertellen hoe het soms vanzelf gaat of soms heel moeilijk is…?