Geef je borstvoeding na een keizersnede of aan je baby die te vroeg geboren is? Heeft je baby fysiologische geelzucht en valt hij in slaap aan de borst? Wat met een tweeling of meerdere kinderen tegelijk? Ook in bijzondere situaties kan je borstvoeding geven.
Ga snel naar
Keizersnede
Hoewel een keizersnede enige uitdagingen met zich meebrengt, is het met de juiste zorg en begeleiding zeker mogelijk om succesvol borstvoeding te geven. De melkproductie komt mogelijk iets later op gang door de narcose, de ingreep en uitgestelde eerste borstvoeding. Door pijn aan de wonde is het even zoeken naar een goede houding om borstvoeding te geven.
Zodra de toestand van moeder en kind het toelaten, wordt je kind bloot op je borst gelegd. Dit huid-op-huidcontact is belangrijk bij de hechting en voor het starten met borstvoeding.
- Als huid-op-huidcontact niet meteen mogelijk is, wordt zodra de gezondheid van de moeder het toelaat, gestart met afkolven. Hoe sneller, hoe beter, ook voor de melkproductie op langere termijn.
- Geneesmiddelen die na een keizersnede voorgeschreven worden, zoals pijnstillers en ontstekingsremmers, zijn meestal veilig te gebruiken bij borstvoeding.
Informeer je al tijdens de zwangerschap over borstvoeding. Je kan met je vragen terecht bij je verpleegkundige en je vroedvrouw. Vraag ook steun aan je partner, je omgeving en lotgenoten. Zij kunnen je op moeilijke momenten bemoedigen en bijstaan met praktische hulp.
Te vroeg geboren
Ook voor een te vroeg geboren kind is borstvoeding belangrijk omwille van de vele gezondheidsvoordelen.
- De samenstelling van moedermelk is optimaal afgestemd op de specifieke behoeften van je kind en zorgt voor een optimale opname van voedingsstoffen.
- De antistoffen en de specifieke samenstelling van moedermelk ondersteunen het nog onrijpe immuunsysteem en beschermen tegen infecties waar te vroeg geboren kinderen extra gevoelig voor zijn.
- Moedermelk stimuleert de ontwikkeling en een goede werking van de spijsvertering, de longen, het zicht en de hersenen.
In het begin kan je kind mogelijk niet zelf drinken aan de borst, waardoor je moet afkolven om de melkproductie te stimuleren en de moedermelk aan je kind te geven.
Zodra het mogelijk is, wordt gestart met huid-op-huidcontact. Je kind wordt met alleen een luier aan op de blote borst gelegd en daarna warm toegedekt. Dit is erg waardevol bij de hechting. Wanneer je kind signalen geeft dat het er klaar voor is, kan je starten met borstvoeding.
Borstvoeding geven aan een te vroeg geboren kind kan een uitdaging zijn. De combinatie van kolven, de zorg voor je gezin en pendelen naar het ziekenhuis is pittig. Naast jouw vastberadenheid en motivatie zijn de steun van je partner en je omgeving essentieel om borstvoeding te doen slagen.
Kinderen van verschillende leeftijd (tandemvoeden)
Borstvoeding geven aan een ouder kind en een pasgeborene tegelijk is zeker mogelijk. Alhoewel de ene moeder ernaar uitkijkt om een groter kind en een baby tegelijkertijd borstvoeding te geven, schrikt het de andere moeder net af. Volg vooral je eigen gevoel.
Tijdens de zwangerschap
Tijdens een nieuwe zwangerschap kunnen hormonale veranderingen invloed hebben op de borstvoeding:
- Meer gevoeligheid in tepels of borsten
- Verminderde melkproductie, vooral in het begin van de zwangerschap.
- De melk smaakt zouter.
Je kan soms samentrekkingen van de baarmoeder voelen tijdens het voeden. Als er geen risico op vroeggeboorte is, kan dit meestal geen kwaad. Vraag advies aan je arts als je twijfelt.
Na de bevalling
Na de geboorte, past de melkproductie zich aan. Dankzij het vraag en aanbod-principe, zal je voldoende melk produceren voor beide kinderen. Bovendien past de samenstelling van de moedermelk zich aan aan de behoeften van de pasgeborene. De kwaliteit blijft voldoende voor de peuter of kleuter.
Er is veel kans dat je pasgeboren kind genoeg heeft met 1 borst per voeding. Twijfel je toch over je melkproductie, geef dan altijd eerst je pasgeboren kind borstvoeding en biedt de tweede borst aan als de eerste borst goed soepel gedronken is. Reserveer niet één borst per kind maar wissel regelmatig van borst. Dit is goed voor de ontwikkeling.
Misschien was je gestopt met borstvoeding bij je oudste kind, maar toont die, bij het zien van de baby aan de borst, opnieuw interesse in borstvoeding. Vaak is die interesse van korte duur. Door te weigeren kan je kind zich uitgesloten voelen en negatief gedrag gaan stellen.
De zorg voor meerdere kleine kindjes en daarbij borstvoeding geven kan best vermoeiend zijn. Je kan als mama het gevoel hebben dat je niets anders doet dan borstvoeding geven. Accepteren dat je kinderen voeden en verzorgen een dagtaak is en de lat wat lager leggen kan de druk verminderen. Proberen ervoor zorgen dat elke borstvoeding een rustmoment is, helpt ook. Zet op voorhand een glas water en een gezonde snack binnen handbereik en kies een comfortabele houding om borstvoeding te geven.
Om borstvoeding te geven aan meerdere kinderen tegelijk kan je alle steun gebruiken. Spreek erover met je partner en je omgeving, zo voel je snel bij wie je terecht kan op moeilijke momenten. Via social media kan je gemakkelijk contacten leggen met andere moeders die ervaring hebben met tandemvoeden en je tips kunnen geven en je extra motiveren.
Tweeling
- De melkproductie is afgestemd op de vraag: een tweeling zuigt vaker, zodat er meer melk wordt aangemaakt.
- Vraag hulp aan je omgeving. De mama moet het ritme van elk kind kunnen volgen en zelf ook voldoende rusten.
- Een tweeling wil in het begin niet altijd op hetzelfde tijdstip drinken. Zo krijgt de mama wel de tijd om rustig aan de borstvoeding te wennen en het verschil in drinkgedrag van elk kindje te leren kennen.
- Na wat oefening kunnen beide kinderen wel tegelijk gevoed worden. Dit spaart tijd uit en is makkelijker als beide kinderen tegelijk wakker zijn.
- Het is verstandig om de baby's per voeding van borst te wisselen. Dat stimuleert een symmetrische ontwikkeling.
- De baby's vinden snel een eigen voedingsritme. Sommige mama's voeden hun tweeling op verzoek, andere op regelmatige tijdstippen. Het is belangrijk om in de mate van het mogelijke het ritme van elk kind te volgen.
- Is het niet haalbaar om de tweeling volledig borstvoeding te geven, kan borstvoeding en kunstvoeding ook gecombineerd worden.
Zo leg je je baby's samen aan
Rugbyhouding
Elk kind ligt langs één zijde van de mama, lichaam en beentjes naar achteren.
Parallelhouding
Één baby ligt in normale zithouding en de tweede baby ligt naast de mama onder haar arm (in rugbyhouding).
Kruishouding
De eerste baby ligt in een normale zithouding en de tweede ligt kruiselings over de eerste baby.
Lipspleet (lipschisis) of gehemeltespleet (schisis)
Borstvoeding kan heel wat voordelen bieden voor kindjes met een schisis. Het succes van borstvoeding hangt af van de aard en de ernst van de aandoening. Is borstvoeding niet mogelijk, dan kan je moedermelk afkolven en aan je baby geven.
- Kinderen met schisis hebben extra risico op oor-en luchtweginfecties. Moedermelk beschermt hiertegen.
- Moedermelk bevat groeifactoren en heeft een anti-infectieuze werking: de wonde na een ingreep geneest sneller.
- Moedermelk is minder agressief bij verslikken.
- Bij borstvoeding vult het zachte borstweefsel een lipspleet makkelijker op en na de ingreep is het contact met de wonde minder pijnlijk.
- Drinken aan de borst oefent de spieren van het gezicht en de mond en stimuleert een goede mondmotoriek.
- Borstvoeding speelt een belangrijke rol bij de hechting tussen moeder en kind.
Heelkundige ingreep aan de borsten
- Of borstvoeding geven mogelijk is na borstchirurgie, hangt af van de soort ingreep en hoe deze werd uitgevoerd.
- Elke ingreep is anders en het is raadzaam al tijdens de zwangerschap advies te vragen aan de gynaecoloog of behandelend arts. Hij neemt dan eventueel contact op met de chirurg die de ingreep uitvoerde.
- Of je voldoende melkproductie bereikt, zal afhangen van de mate waarin de zenuwen naar je tepel, de melkkanalen en het melkklierweefsel intact gebleven zijn.
- Is de ingreep al een hele tijd geleden, dan kunnen het melkklierweefsel en de zenuwen naar de tepel zich (gedeeltelijk) hersteld hebben.
- Heb je een lage melkproductie, dan kan je borstvoeding geven en aanvullen met kunstvoeding.
- Zelfs met één borst kan je borstvoeding geven.
- Voor jonge vrouwen die nog een kinderwens hebben en later eventueel borstvoeding zouden willen geven, is het aanbevolen om dit aspect voor de ingreep met je arts te bespreken.
Tepelpiercing
Ben je zwanger of geef je borstvoeding, dan wacht je beter om een tepelpiercing te laten plaatsen. De wonde moet voldoende tijd krijgen om goed te genezen en de tepelpiercing moet een tijd blijven zitten om het gaatje open te houden. Daarom wordt aangeraden om een tepelpiercing minstens een jaar voor een eventuele zwangerschap te laten plaatsen.
Heb je al een tepelpiercing die voldoende genezen is en wil je borstvoeding geven? Dat is zeker mogelijk, mits enkele aandachtspunten:
- Tijdens de borstvoeding wordt sowieso aangeraden om de piercing te verwijderen. Het aanleggen is moeilijker met een tepelpiercing en de piercing kan wondjes veroorzaken in het mondje van de baby of zelfs los komen.
- Je kan ervoor kiezen om de tepelpiercing al voor de zwangerschap uit te doen. Tijdens de zwangerschap veranderen je borsten en tepels en worden ze meestal groter, waardoor de maat van de tepelpiercing telkens moet aangepast worden. Er is een risico dat het gaatje dichtgroeit en dat het opnieuw zal moeten doorgestoken worden.
- Je kan er ook voor kiezen om de piercing voor een borstvoeding te verwijderen en na de borstvoeding weer terug te plaatsen zodat het gaatje open blijft. Dan moet de piercing goed proper gehouden worden en moet de maat regelmatig gecontroleerd worden en eventueel aangepast worden.
- Er zijn ook enkele gevolgen voor de borstvoeding zelf. Bij het doorboren van de tepel kunnen enkele melkkanaaltjes gekwetst zijn. Er ontstaat dan littekenweefsel waardoor een melkkanaal misvormt of zelfs dichtgroeit. Dat kan zeker in de eerste week na de geboorte meer last van stuwing en een hoger risico op een borstontsteking geven. In principe zullen melkkliertjes die verbonden zijn met een melkkanaal dat dichtgegroeid is, en die dus niet leeg gemaakt worden, stoppen met melk produceren. De meeste vrouwen hebben voldoende klierweefsel over om borstvoeding te geven, maar sommige vrouwen zullen een lage melkproductie hebben en sneller bijvoeding moeten geven.
Borstvoedingsgeelzucht (fysiologische geelzucht)
Pasgeborenen die borstvoeding krijgen vertonen frequenter een fysiologische geelzucht. Men spreekt dan van borstvoedingsicterus of borstvoedingsgeelzucht. Dit is absoluut geen reden om te stoppen met borstvoeding. Integendeel, colostrum bevordert de eerste ontlasting en zal helpen om de bilirubine sneller uit het lichaam te verwijderen. Daarna vaak borstvoeding geven, helpt ook om de bilirubine sneller uit te scheiden.
Een 'gele' baby kan slaperig zijn. Dit maakt het soms lastig om hem te voeden. Wees alert op uitdrogingsverschijnselen. Extra kolven kan nodig zijn om je melkproductie voldoende te stimuleren. Is je baby heel suf en heeft hij een slechte eetlust, neem dan contact op met de arts.