Problemen bij borstvoeding bij mama's

Je kan veel problemen voorkomen door je vooraf te informeren, je baby correct aan te leggen en je tijdig te laten bijstaan door een deskundige Vaak voorkomende problemen bij mama's:

Heb je twijfels? Of wens je een luisterend oor? Weet dat je terecht kan bij je verpleegkundige van Kind en Gezin. Ook een vroedvrouwlactatiekundige of iemand van een borstvoedingsorganisatie kan je borstvoeding ondersteunen. Een gesprek met iemand die ervaring heeft met borstvoeding kan wonderen doen. 

infographic

Ga snel naar

    Te weinig melk

    Direct na de geboorte zorgen hormonen ervoor dat je borsten melk gaan produceren. Deze hormonen komen vrij telkens je baby aan je tepel zuigt. Hoe vaak je je baby aanlegt, bepaalt dus mee hoeveel melk je aanmaakt.

    1 à 2 weken later wordt de melkproductie ook bepaald door hoeveel melk je baby drinkt. Dat noemen we 'vraag en aanbod'. Hoe meer je baby drinkt, hoe meer melk je aanmaakt. Drinkt hij minder, dan maak je minder melk aan. Door je baby op vraag te voeden, past je melkproductie zich voortdurend aan zijn behoefte aan.

    Tijdens de groeispurten zal je baby vaker borstvoeding vragen om aan zijn grotere behoefte te voldoen. Frequente voedingen zijn dus geen teken dat je te weinig melk hebt.

    Komt je baby niet goed bij, leg hem of haar vaker aan en heb aandacht voor een correcte aanlegtechniek. Laat je baby ook voldoende lang drinken, zodat je baby genoeg melk binnen krijgt. Probeer enkele dagen volledig voor je baby beschikbaar te zijn én neem tussendoor de nodige rust voor jezelf. Blijf je baby goed observeren.

    Plast je baby minder, wordt je baby slaperiger of minder alert, contacteer dan je verpleegkundige of vroedvrouw voor extra opvolging.

    Tepelkloven

    Tepelkloven zijn pijnlijke wondjes aan de tepel. Ze worden meestal veroorzaakt door het niet correct aanleggen of aanhappen van je baby.

    Hoe voorkom ik tepelkloven?

    • Zorg dat je zelf comfortabel zit of ligt tijdens het voeden.
    • Leg je baby correct aan. Laat hem niet alleen op de tepel zuigen, maar ook op een groot deel van de tepelhof. Lukt het aanleggen moeilijk of blijft het pijnlijk, vraag dan hulp.
    • Hou je aan een normale lichaamshygiëneGebruik je gewone lichaamsproducten en overdrijf er niet mee. Door veelvuldig zeep of andere reinigingsproducten te gebruiken kan de tepel uitdrogen. Dagelijks je borsten wassen met water volstaat.
    • Hou de huid droog, draag een katoenen beha en gebruik liefst wasbare katoenen borstkompressen of wegwerpkompressen zonder plastic laagje. Vervang de kompressen regelmatig.
    • Verdeel na de borstvoeding de laatste druppeltjes moedermelk over je tepel en laat het aan de lucht drogen. Dat houdt je tepelhuid gezond en bevordert het herstel.
    • Vermijd stuwing, want dan staat de borst gespannen en kan je baby moeilijk aanhappen. Masseer in dat geval de tepelhof totdat hij soepel is, vóór je je baby aanlegt.
    • Breek de zuigkracht als je je baby van de borst neemt.

    Pijn aan de tepel

    Huidaandoening

    Sommige dermatologische aandoeningen kunnen pijnlijke tepels veroorzaken.

    • Eczeem aan de tepel veroorzaakt een schrale, droge en vaak rode huiduitslag, zoals deze ook op andere plaatsen op het lichaam kan voorkomen.
    • Een contactallergie kan ontstaan na het gebruik van bepaalde tepelcrèmes of zalven en veroorzaakt eveneens een rode pijnlijke huiduitslag.
    • Psoriasis herken je aan zalmkleurige plekken met zilverkleurige schilfers.  Dit is op zich geen probleem voor borstvoeding, maar de tepels kunnen wel erg gevoelig zijn. 
    Twijfels of vragen?

    Raadpleeg steeds een arts als je last hebt van een huidaandoening aan de tepel of tepelhof. Het is niet nodig om je borstvoeding te onderbreken, maar je hebt er wel baat bij om zo spoedig mogelijk behandeld te worden, zodat je opnieuw pijnvrij kan voeden.

    Infectie

    Wanneer een mama last heeft van tepelpijn, maar de tepel niet vervormd is na een voeding, kan dit wijzen op een infectie. De pijnscheuten kunnen daarbij uitstralen naar de borst en de borstkas

    • Mogelijk is de tepel paars of rood gekleurd, schilferig, met etterige afscheiding of blaasjes.
    • In vele gevallen was er bij de mama al eerder een infectie of gebruikte ze antibiotica.

    Infecties vragen om doorverwijzing voor een specifieke diagnose en behandeling.

    Meest voorkomend is een schimmelinfectie (bv. candida albicans). Andere zijn:

    • bacteriële infectie (bv. staphylococcus aureus)
    • virale infectie (bv. herpes simplex)
    • parasitaire infectie (eerder zeldzaam)

    Herpesinfectie

    Bij een herpesinfectie op de borst mag de baby tijdelijk niet aan de aangedane borst drinken en zal de melk uit deze borst tijdelijk afgekolfd en weggegooid worden. Pas als al de letsels volledig opgedroogd zijn kan de baby terug aan deze borst aangelegd worden. Intussen kan de baby wel gewoon verder drinken aan de andere borst.

    Melkblaar

    Soms is er een wit puntje zichtbaar op de tepel. Dit is een blaasje, gevuld met een witte of gele substantie.. Daarom noemt men het een melkblaar. Wanneer een melkblaar een melkkanaal afsluit, kan dit pijn veroorzaken, telkens de melk toeschiet. Ook kan melk zich opstapelen in de borst en een harde pijnlijke plek veroorzaken. 

    Een melkblaar wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een ontstekingsreactie in de borst ten gevolge van een verstoring van het microbioom of door overproductie. Een melkblaar is niet te verwarren met een blaar op de tepel waarbij de opperhuid loslaat ten gevolge van niet correct aanhappen of door te hoge zuigkracht. Deze blaar bevat geen of helder vocht en kan ook groter zijn in diameter.

    Behandeling

    • Een melkblaar kan enkele dagen tot weken aanwezig zijn en verdwijnt vaak spontaan. Heb je geen last van de melkblaar, dan hoef je niets te doen. Je kan gewoon verder borstvoeding geven.

    • Als de melkblaar niet spontaan verdwijnt, of je hebt veel last ervan, vraag dan raad aan je verpleegkundige, vroedvrouw.of arts.
       

    Vaatkramp of syndroom van Raynaud

    De oorzaak van dit syndroom is nog niet bekend. Wereldwijd wordt aangenomen dat het veroorzaakt wordt door het verkrampen van bloedvaten. Deze spasmen worden vaak uitgelokt door koude en het syndroom wordt dan ook vaak vergeleken met het fenomeen van wintervingers en wintertenen.

    Risicoverhogende factoren

    • snelle fysische afkoeling
    • gebruik van cafeïne (koffie, thee, cola, ijsthee)
    • roken (ook passief roken)

    Symptomen

    • ernstige verbleking van de tepel, gepaard met een scherpe pijn
    • soms een scherpe pijn in de tepel bij het buitengaan als het erg koud is of bij het openen van de koelkast
    • soms een witte, rode tot blauwe verkleuring van de tepel

    Tips bij pijnlijke spasmen

    • Afkoeling veroorzaakt spasmen en kan je dus best vermijden. Zo kan je bv. na het voeden onmiddellijk een doekje tegen de tepel houden en hem droog deppen, warme kleren aandoen of een dekentje over de schouders leggen tijdens het voeden.
    • Verminderen of stoppen met roken en het vermijden van passief roken heeft een positieve invloed.
    • Cafeïne is een risicoverhogende factor en kan je dus ook best vermijden
    • In ernstige gevallen kan een arts een geneesmiddel voorschrijven.

    Stuwing

    3 à 5 dagen na de bevalling worden je borsten zwaarder en voelen ze  gespannen. Deze stuwing ontstaat door het uitzetten van de melkklieren, bloedvaten en lymfevaten en wijst op het op gang komen van de melkproductie. 

    Stuwing kan zich later ook nog voordoen, maar wordt dan meestal veroorzaakt door opstapeling van moedermelk in de borst door een onevenwicht in vraag en aanbod of door een belemmerde melkstroom. Deze stuwing geeft een signaal aan het lichaam om minder melk te produceren.

    Wat kan je doen bij stuwing?

    • Voed je baby telkens hij hongersignalen vertoont. Wacht niet tot je baby huilt.
    • Stel geen borstvoeding uit door een fopspeen te geven. 
    • Draag een goed ondersteunende, niet-knellende beha.
    • Leg je baby correct aan en wissel regelmatig van houding.
    • Masseer voor de voeding je borst zodat je baby beter kan aanhappen. 
    • Vermijd hardhandige massage want dit kan borstweefsel beschadigen.
    • Verlicht de pijn en zwelling met koude kompressen of gelpacks. 
    • Bij ernstige pijn kan pijnstillende en ontstekingsremmende medicatie aangewezen zijn. 

    Heb je regelmatig last van stuwing, meldt dit zeker aan je verpleegkundige of vroedvrouw.

     

    Twijfels of vragen?

    Soms loopt de borstvoeding niet zoals je had voorgesteld. Je baby aanleggen lukt niet goed of is pijnlijk. Gelukkig kunnen de meeste problemen goed verholpen worden, als je er snel bij bent. Een lactatiekundige is professioneel opgeleid om je te helpen bij alle aspecten van borstvoeding. Een lactatiekundige die bewijst aan de hand van studiepunten en een internationaal examen dat ze zich voortdurend bijschoolt, is IBCLC gecertificeerd. Vind een lactatiekundige in je buurt.

    Te veel melk

    Soms maak je meer melk aan dan je baby nodig heeft. Dit kan zorgen voor ongemakken, zowel bij jou als bij je baby.

    Je baby verslikt zich regelmatig aan de borst en kan de snelle melkstroom moeilijk volgen. Door het gulzige drinken is je baby vaak onrustig met mogelijk oprispingen na de voeding. Je baby zal ook vaker voeding vragen. Dat stimuleert de melkproductie weer extra.

    Als mama heb je vaak last van borststuwing en ook na de voeding kan je nog gevulde melkkliertjes voelen in de borst. Je borsten kunnen pijnlijk aanvoelen en er kan meer melk lekken. Overproductie kan leiden tot vernauwing van melkkanalen en borstontsteking.

    Je kan een overproductie proberen te voorkomen door borstvoeding te geven op vraag van je kind. Als je kind afgekolfde moedermelk drinkt, kolf je enkel de hoeveelheid melk af die je baby nodig heeft. Wanneer je toch meer melk aanmaakt dan je baby nodig heeft, stapelt de melk zich op in de borst en krijg je stuwing. Die stuwing zal ervoor zorgen dat je borsten minder melk gaan aanmaken. Wil je wat voorraad melk voor momenten dat je niet bij je baby bent, kolf dan dagelijks een beetje extra melk af, maar vermijd overstimulatie.

    Volgende tips kunnen helpen als jij of je baby last hebben van teveel melk

    • Masseer de borst en het tepelhof en probeer een beetje melk met de hand af te kolven. Vorm je tepel tussen je vingers voordat je je baby laat aanhappen.
    • Vermijd hardhandige massage want dat kan weefselschade veroorzaken in de borst, die de melkstroom kan verhinderen.
    • Verslikt je baby zich regelmatig , verbreek dan even het vacuüm, neem je baby van de borst, laat wat melk wegstromen en leg je baby daarna opnieuw aan.
    • Baby’s kunnen een snelle melkstroom beter aan als ze meer rechtop gehouden worden of in een houding waarbij de baby op de buik van de mama ligt. Ook een liggende houding (bv. rug- of zijligging) kan helpen, omdat de melkstroom zo afgeremd wordt.
    • Vraagt je baby vaak en kort na elkaar borstvoeding, dan kan je ervoor kiezen om je baby gedurende een periode van 3 uur telkens aan dezelfde borst aan te leggen, zodat de andere borst kan 'rusten'. Door de stuwing die ontstaat in de andere borst, zal je melkproductie verminderen. Zodra je baby niet meer tevreden is met 1 borst per voeding, bied je opnieuw 2 borsten aan.
    • Vervang vochtige borstkompressen regelmatig of gebruik opvangschelpen. Gebruik een passende bh en voorkom dat de opvangschelpen in je borst gedrukt worden en zo bloedvaten en melkkanalen afknellen.
    • Gebruik koude gelpacks om de zwelling tegen te gaan. Heb je geen gelpack dan kunnen ijsblokjes of een bevroren wegwerpluiertje gevuld met water ook prima dienst doen. Pas dit toe gedurende 10 minuten en herhaal elk half uur tot de pijn en zwelling verminderd is.
    • Pijnstilling en ontstekingsremmende medicatie zijn aangewezen als je veel last hebt
    • Blijf je last hebben van teveel melk, heb je pijnlijke borsten, voel je je ziek of krijg je koorts, neem dan contact op met je verpleegkundige of vroedvrouw.

    Harde plek in de borst

    Soms merk je een harde plek in je borst die kan gepaard gaan met pijn en roodheid. Dit wordt veroorzaakt door een verhinderde melkstroom die een ontstekingsreactie kan teweeg brengen. Dat kan zich voordoen in situaties waarbij melk zich opstapelt in de melkkanalen, zoals bijvoorbeeld wanneer je baby niet correct of te weinig drinkt, wanneer kolven moeilijk verloopt, er te veel tijd tussen de voedingen zit of bij overproductie.

    Borstontsteking

    Een borstontsteking begint vaak met een harde, pijnlijke plek of zone in je borst. Wanneer de pijn en roodheid toenemen, je koorts krijgt en je je grieperig voelt, heb je wellicht een borstontsteking.

    Wat kan je doen bij een harde plek of borstontsteking? 

    • Blijf je baby verder op vraag voeden.
    • Stel geen borstvoeding uit door een fopspeen te geven.
    • Let daarbij op een goede aanlegtechniek en wissel regelmatig van houding.
    • Draag een steunende en goed passende bh. Vermijd knellende kledij.
    • Masseer voor de voeding je borst zodat je baby beter kan aanhappen.
    • Vermijd hardhandige massage want dit kan borstweefsel beschadigen.
    • Is borstvoeding aan de aangedane borst te pijnlijk, geef dan eerst borstvoeding aan de andere borst.
    • Als je kolft, kolf dan enkel de hoeveelheid melk die je baby nodig heeft. Vermijd overstimulatie.
    • Verlicht de pijn en zwelling met koude kompressen of gelpacks gedurende 10 minuten en herhaal dit elk half uur tot de klachten afnemen.
    • Warmte kan de stuwing verergeren. Vind je warmte toch comfortabel, of wil je een toeschietreflex stimuleren met warmte, breng het dan slechts kort aan.
    • Bij ernstige pijn kan pijnstillende en ontstekingsremmende medicatie aangewezen zijn.
    • Als je hulp kan regelen voor huishoudelijke taken, kan je zelf meer rusten.
    • Verminderen de symptomen niet binnen 24 à 48 uur, of nemen de klachten toe, raadpleeg dan je verpleegkundige, vroedvrouw of arts.
    Wist je dat?

    Lecithine zou de melk vloeibaar houden en stuwing verminderen. Deze aanbeveling is vooral gebaseerd op praktijkervaringen. Er is meer onderzoek nodig om duidelijkheid te krijgen over de effectiviteit en de veiligheid van lecithine.

    Blijf verder borstvoeding geven

    Leg tussen de voedingen een koud kompres of gelpack op de pijnlijke zone.

    Masseer zachtjes je borst en kolf met de hand een beetje melk af, zodat je baby beter kan aanhappen.

    Borstabces

    Een onbehandelde of onjuist behandelde borstontsteking kan leiden tot een abces. Een abces is een ernstige aandoening. Het is een ingekapselde opeenhoping van etterig vocht. 
    Je merkt een harde plek in de borst die steeds op dezelfde plaats voelbaar is en lichtjes heen en weer kan bewogen worden. 

    Het abces kan erg pijnlijk  zijn. Je voelt je ziek en hebt koorts, of je had een periode van koorts voorafgaand aan het abces. Bij een vermoeden van een borstabces, raadpleeg je onmiddellijk je arts.

    Een borstabces wordt behandeld met antibiotica. Vaak wordt het abces gedraineerd. Daarbij wordt het abces onder echografie aangeprikt en leeg gezorgen. Soms is chirurgische verwijdering nodig.
     
    Bespreek met je arts of je verder borstvoeding kan geven aan de borst met het abces. Je kan zonder problemen verder borstvoeding geven met de andere borst.
     

    Toeschietreflex

    Het ritmisch zuigen van je baby stimuleert de zenuwuiteinden aan de tepel en het tepelhof. Dit zorgt ervoor dat er signalen gestuurd worden naar de hersenen, die op hun beurt opdracht geven om de melkklieren te doen samentrekken. Hierdoor wordt de melk vanuit de melkklieren in de melkkanalen gestuwd en begint de melk te stromen. Dit noemen we de toeschietreflex.

    Soms kan een toeschietreflex erg pijnlijk aanvoelen, zeker wanneer dit gepaard gaat met een overvloedige melkproductie. Deze pijn doet zich meestal voor aan het begin van de voeding, op het moment dat het zuigpatroon van de baby verandert en het snelle oppervlakkige zuigen evolueert naar:

    • ononderbroken zuigen
    • ongeveer 1 keer per seconde
    • zuigen, slikken en ademen wisselen elkaar af

    Ook tijdens de borstvoeding kan een toeschietreflex aan beide borsten optreden. Ook tussen de voedingen door, op een moment dat de moeder aan de baby of aan de borstvoeding denkt, kan de melk beginnen stromen in de melkklieren.

    Mogelijke signalen

    • gevoel van volle gespannen borsten
    • tintelend gevoel in de borsten
    • melk lekt uit de borst
    • de baby verslikt zich aan de borst

    Advies

    • Vaker aanleggen, zorgt voor een aangenamere borstvoeding. 
    • Door slechts 1 borst per voeding te geven kan de melkproductie wat verminderen en de toeschietreflex minder pijnlijk worden. Wanneer de melkproductie zodanig vermindert, dat de baby niet meer tevreden is met 1 borst per voeding, bied je opnieuw 2 borsten aan.
    • Een ontspannen houding bevordert de borstvoeding
    • Eens wisselen van houding, bv. waarbij de melk tegen de zwaartekracht in moet stromen zoals in ruglig, zijlig of achterover leunend met kussens in de rug, kan soms een oplossing zijn. 

    Meestal verdwijnt de pijn tijdens het toeschietreflex spontaan binnen de drie maanden na de geboorte. In zeldzame gevallen kan het nodig zijn om een pijnstiller te nemen. Bespreek dit met je arts.

    Spruw

    Spruw of Candida albicans is een gistinfectie.

    Mogelijke symptomen bij een borstvoedende mama

    • rode tepels
    • pijnlijke tepels
    • branderig gevoel aan de tepels
    • beschadigingen of kloven aan de tepel
    • witte stippen in de huidplooien van de tepel, die niet kunnen weggewreven worden
    • ernstige jeuk ter hoogte van de tepels
    • de huid van de tepel en tepelhof wordt glad en is gespannen, soms wordt ze glanzend of schilferig
    • stekende pijn in de borst, vooral tijdens en na het voeden.
    • soms zijn er geen uiterlijke of voelbare tekenen

    Oorzaken

    • verminderde weerstand of stress
    • zwangere vrouwen zijn vatbaarder voor schimmelinfecties
    • verstoorde of onevenwichtige suikerspiegel zoals bij diabetes of en onevenwichtige voeding, rijk aan enkelvoudige suikers.
    • medicatie:
      • hormoonpreparaten waaronder de anticonceptiepil of steroïden (gebruikt bij astma) 
      • na het gebruik van antibiotica is het evenwicht in de darmen verstoord en krijgen schimmels de kans om overmatig te groeien.
    • onvoldoende hygiëne: zoogkompressen die niet vaak genoeg vervangen worden. Een vochtige, warme omgeving is de ideale plaats voor gisten om te ontwikkelen.

    Besmetting

    • Een baby kan tijdens de geboorte besmet raken in het geboortekanaal, als de mama een vaginale infectie heeft.
    • Besmetting is ook mogelijk via de tepels bij borstvoeding. In dat geval zie je vaak dat kind en mama elkaar telkens weer besmetten. Het is daarbij goed mogelijk dat ze niet tegelijkertijd symptomen vertonen.
    • Slechte handhygiëne: een baby kan ook spruw krijgen via de handen van verzorgers.
    • Een mama kan zichzelf besmetten (bv. door onvoldoende handhygiëne bij een vaginale schimmelinfectie).
    • Partners kunnen een schimmelinfectie op elkaar overdragen tijdens seksueel contact.

    Behandeling

    • Bij vermoeden van spruw is het noodzakelijk een arts te consulteren voor verdere behandeling en opvolging. 
    • In geval van borstvoeding worden zowel mama als kind behandeld ook al zijn er maar bij één van hen tekenen.  Dit is noodzakelijk omdat ze anders elkaar blijven besmetten. 
    • Aangezien een schimmelinfectie ook via seksueel contact kan worden doorgegeven, is het mogelijk dat je partner ook behandeld moet worden.
    • De arts zal een schimmelwerend of schimmeldodend lokaal middel voorschrijven dat wordt aangebracht in het mondje van het kind en op de tepel bij de mama.
    • Bij een hardnekkige of weerkerende infectie is lokale behandeling onvoldoende en is een orale medicatie nodig.
    • Om de terugkeer van de infectie te voorkomen moet de behandeling volledig worden gevolgd, zoals de arts heeft voorgeschreven. Bij te vroeg stoppen kan een heropflakkering zich voordoen. Bij te lang behandelen verhoogt de kans op ontwikkelen van resistente kiemen.
      Antibiotica nemen ter behandeling van een schimmelinfectie heeft geen zin.
    • Aangezien er steeds meer resistentie voorkomt tegen de bestaande geneesmiddelen, wordt gezocht naar alternatieve behandelingswijzen. Zo worden gentiaanviolet, propolis, grapefruitzaad extract, azijn, appelazijn kokosnootolie en andere essentiële oliën in praktijk wel eens gebruikt voor de behandeling van schimmelinfectie. Soms wordt aangeraden dat mama en kind probiotica nemen. Er is echter meer en degelijk onderzoek nodig naar de efficiëntie en naar de veiligheid van deze behandelingsmethodes.

    Aanleggen

    Het aanleggen bij spruw kan erg pijnlijk zijn. Volgende tips kunnen je helpen bij het aanleggen:

    1. Leg je baby eventueel vaker aan en korter.
    2. Voed je baby eerst aan de minst pijnlijke kant.
    3. Verbreek eerst zachtjes de zuigkracht om je baby van je borst te halen.
    4. Spoel na elke borstvoeding je tepels af met water en laat ze aan de lucht drogen.

    Afkolven

    In de periode dat mama en kind behandeld worden, kan vers afgekolfde moedermelk zonder risico aan de baby gegeven worden.

    • De moedermelk die tijdens een periode van een candida-infectie wordt afgekolfd, wordt best niet bewaard of ingevroren. Invriezen doodt de schimmel niet. In theorie bestaat er een risico dat de baby terug besmet wordt als hij na de behandeling deze moedermelk drinkt.
    • Wetenschappelijke studies wijzen op de mogelijkheid om moedermelk te verhitten (tot net onder het kookpunt) om nadien in te vriezen. De schimmel wordt dan vernietigd, maar ook een aantal levende beschermende stoffen gaan hierdoor verloren.
    • Reinig en steriliseer dagelijks al het materialen dat met moedermelk in aanraking komen, zoals een tepelhoedje, fopspeen, zuigfles en onderdelen van het afkolfapparaat, Zo lang de infectie duurt, is dagelijks steriliseren aanbevolen.

    Preventie

    De candida albicans is een sterke gist die in verschillende omgevingen kan overleven. Daarom is het belangrijk om op de hygiëne te letten en zo veel mogelijk besmettingsbronnen schoon te maken of te vermijden.

    • Was vaak je handen: voor en na het voeden, na het verzorgen en verluieren van de baby ...
    • Laat je tepels goed aan de lucht drogen na de voeding. Vermijd bij een schimmelinfectie het inmasseren van een druppel moedermelk op de tepel.
    • Gebruik zo weinig mogelijk zeep of gebruik alleen zure zeep (zeep met een Ph zuurtegraad lager dan 7).
    • Vervang zoogkompressen minstens na elke voeding. Katoenen zoogkompressen moeten na gebruik gedurende 5 minuten uitgekookt worden.
    • Was je beha liefst op 60°C en doe dagelijks een proper gewassen beha aan.
    • Reinig dagelijks fopspenen, borstschelpen, tepelhoedjes, zuigflessen en hulpmateriaal van het afkolfapparaat.
    • Reinig het speelgoed dat in aanraking komt met het mondje van de baby grondig en met heet water (bv. in de vaatwas op 60°). 

    Interessante websites